De CO2-mythe

De politiek heeft weer een nieuw speeltje bedacht om burgers en bedrijven geld uit de zak te kloppen: nu de zure regen en global warming passé zijn, gaat het om: klimaatverandering! Onder andere gaat het dan om het verminderen van de CO-2 uitstoot. Over de kostbare zwendel van het opslaan van CO2 (als erfenis voor het nageslacht) en het minder uitstoten van broeikasgassen hebben we al eerder geschreven. Vandaag een artikel in vervolg op dat over de Poolse klimaattop, over de loze beloften die grootmachten gedaan hebben bij het akkoord gaan met het Verdrag van Parijs.

We schreven deze week een artikel op ons blog getiteld "De Klimaattop die vooral niet gaat over... het klimaat", over de klimaatbijeenkomst in Polen. Daarin vertelden we dat dit een vervolg is op de besprekingen van het Verdrag van Parijs.
Maar.... waar ging dat Verdrag van Parijs ook alweer over? Had het niet iets met CO2 te maken?

Inderdaad: het ging om het voornemen de uitstoot van CO2 drastisch te verminderen. Gaat het in Polen vooral niet over klimaat maar over geld, in Parijs was het precies andersom: eerst de doelstellingen vastleggen waaraan landen moeten voldoen, dat geld komt later.
Behalve voorstanders waren er natuurlijk ook tegenstanders. Een belangrijk argument van hen tegen het Verdrag van Parijs was dat "beloften" tot het reduceren van CO2-emissie precies dat waren: beloften, doelstellingen, hoop. Er was en is geen mogelijkheid die beloften af te dwingen of ze op wat voor manier dan ook te verifiëren.
Nog een argument - eentje die destijds in de toespraak van de Amerikaanse president Donald Trump werd genoemd, maar ook daarvóór al opgeld deed, was dat zelfs als alle beloften worden nagekomen, de deal nutteloos was.

Volgens dit standpunt wekken China, India en andere grote landen zelfs niet de schijn alsof ze dit grote toneelspel meespelen en hun CO2-uitstoot gaan reduceren. Hun doelstellingen voor CO2 reductie zijn precies dusdanig gesteld dat het tempo van hun economieën en energiesystemen onveranderd blijven. Met andere woorden: hun "doelstelling" komt overeen met niets doen. En wat het meest grappige hierbij is: het INDC (Intended Nationally Determined Contribution, dus de voorgenomen nationale bijdrage tot het beschermen van het klimaat) van Pakistan laat zien, dat de emissie van het land op enig moment haar hoogtepunt zal bereiken.

In dit artikel richten we de focus op historische emissie- en economische data uit China en India. De emissiecijfers zijn afkomstig uit BP Energy Review en de groeicijfers van het bbp zijn verstrekt door de Wereldbank. 

Wat blijkt: beide landen hebben beloften uitgesproken, waardoor zij gewoon door kunnen gaan met hun tot dusverre gevoerde energie- en economische beleidslijnen. Er is geen sprake van additionele CO2-reductie versus hun economieën, als tijdens de jaren 1990, 1995 enzovoort. Aan het eind van het artikel gaan we nog even in op de gevolgen hiervan voor de klimaatonderhandelingen.

India beloofde de CO2-intensiteit van haar bbp met 1,6%-1,7% per jaar te reduceren - precies het percentage sinds het land haar economie liberaliseerde. Volgens India's onafhankelijke en nationaal vastgestelde bijdrage (INDC) "is het land van plan de emissie-intensiteit van haar bbp tot het jaar 2030 met 33%-35% te reduceren, vergeleken met het niveau van het jaar 2005" (PDF).

Een reductie van 33% binnen een periode van 25 jaar komt overeen met een reductie van 1,6% per jaar, en 35% komt overeen met 1,7% per jaar. Feitelijk betekent het dat als het bbp constant blijft, de emissies van elk jaar zo'n 1,6%-1,7% onder die van het jaar ervoor uitkomen. Anders gezegd: als het bbp 1,6%-1,7% per jaar groeit, blijven de emissies constant.
(N.B. Alle percentages in dit artikel zijn additioneel, en geen gemiddelden).

Tot het begin van de negentiger jaren was de economische groei in India relatief zwak. Het wellicht meest verrassende feit is, dat ongeveer vanaf zo ongeveer het jaar 1993 niet alleen de economische groei fors omhoog ging, maar ook de toename van de CO2-emissie constant ónder het bbp-niveau bleef. Eerder groeiden ze met hetzefde tempo:

Jaren met intensiteitsdaling werden gecompenseerd door die met intensiteitsverhogingen.

De CO2-reductie van India sinds het jaar 2000 bedraagt 1,65% per jaar, wat hetzelfde percentage is als tijden de jaren 1993 of 1994. Natuurlijk is het bbp van India veel sneller gestegen, zodat ook de emissie-uitstoot is toegenomen.

China deed de belofte de CO2-Intensiteit versus haar bbp met 3,6%-4,1% per jaar te reduceren – iets langzamer dan historisch gebruikelijk was. Tot het jaar 2030 wil China haar "CO2-emissie per eenheid bbp met 60%-65% vergeleken met het niveau van het jaar 2005 reduceren“ (PDF). Deze doelstellingen zijn elk gelijk aan de jaarlijkse dalingspercentages tussen 3,6%-4,1%.

Ten aanzien van China liggen de zaken wat gecompliceerder. Terwijl het bbp van het land erg stabiel was, lieten haar emissies (en daarmee het percentage van CO2-reductie) wilde fluctuaties zien.


Tijdens de periode 1979-2016 bedroeg het percentage van de CO2-reductie van China 4,2% per jaar. Maar net als in de meeste communistische landen ging de CO2-reductie in de beginjaren van die periode snel naar beneden, wat terug te voeren is op het sluiten of opnieuw inrichtien van energieslurpende industrieën, bijvoorbeeld de staalsector. Het is dus niet eerlijk het actuele cijfer met het CO2-reductiepercentage uit de jaren tachtig te vergelijken. In ieder geval bedraagt dat percentage sinds het jaar 1990 ook 4% per jaar - aan de bovenkant van de doelstelling van China bij het Verdrag van Parijs.

Ten aanzien van de "klimaat-maatregelen" hebben we ook te maken met een vloedgolf aan onbelangrijke bijzaken die in het geheel niet relevant zijn, zoals bijvoorbeeld:
● India heeft onlangs een 20 MW zonne-energiecentrale geïnstalleerd
● Oslo heeft auto's uit haar stadscentrum verbannen
● De forse toename van windturbines.

Waarom we die bijzaken noemen? Omdat de effecten daarvan al in de doelstellingen van de emissie-intensiteit besloten zitten. In het geval dat de installatie van windturnbines de emissie per eenheid bbp kleiner wordt dan anders het geval zou zijn, dat effect opduikt in het CO2-uitstootpercentage van het land.
Het mag dan “voor de hand liggen” dat windturbines de uitstoot van CO2 verminderen (vergeleken met een andere energiebron), maar het hoeft helemaal niet zo voor de hand liggend te zijn. Misschien zijn die turbines wel maanden- of zelfs jarenlang niet verbonden aan het energienet; misschien zijn ze vaak wel niet in gebruik; het gaat hierbij om energie voor productiedoeleinden, inzet en onderhoud; ze kunnen thermische opwekking minder effeciënt maken door van energiecentrales te eisen dat de output op en neer gaat; als ze elektriciteit te duur maken kan het zijn dat klanten overschakelen op diesel of gas.
En ze kunnen natuurlijk een remmende werking hebben op economische groei.

Dat laatste is dan ook een reden waarom het implementeren van vijftig verschillende politieke klimaatdoelstellingen tegelijk een grote blunder is: zelfs als de doelstellingen gehaald worden - dus dat de CO2-uitstootpercentages afnemen - dan weet men niet welke maatregelen daartoe geleid hebben.

China heeft beloofd 800-1000 GW hernieuwbare stroomopwekkings-capaciteit tot het jaar 2030 te installeren. Een hoog getal, maar het is gelijk aan de belofte 100 dieetdranken ter beschikking te stellen zonder te beloven dat men daardoor aan gewicht verliest.



Even doordenken over dit geval van klimaatcommunicatie. Ten eerste is het wiskundig absurd: zelfs als de hele wereld in 1979 begon met een snellere afbouw van de CO2-uitstoot dan zou het verschil in de huidige temperatuur op Aarde minder dan 0,1 ºC bedragen. Als we het dan ook nog uitsluitend over de VS hebben dan zou het verschil tussen de emissies die in 1979-2016 daadwerkelijk werden uitgestoten en de emissies die mogelijk zijn uitgestoten bij snellere afbouw van de CO2-uitstoot, uitkomen op een afname van de temperatuur op Aarde van zo'n 0,01 of 0,02 ° C.  Wat de invloed van bosbranden of vulkaanerupties daar op is, is onbekend. Maar wat belangrijker is: er wijst niets op dat een Republikeinse of Democratische regering enig verschil maakt voor de CO2-uitstoot!  Dat blijkt of men naar de VS als geheel kijkt gedurende verschillende administraties, of door verschillende staten van de VS met elkaar te vergelijken.

Kortom, het lijkt erop dat klimaatcommunicatoren er niet in zijn geslaagd de Chinese en Indiase leiders te overtuigen van de urgentie van het probleem van de opwarming van de aarde.

Los van het feit of er in de wereld wel sprake is van een CO2-probleem. Wij denken eerder dat het een door politici, beleidsmakers en industrie verzonnen mythe is. Maar dat is weer een ander verhaal.

Afdrukken Doorsturen