Lidstaten spelen een enorm belangrijke rol in de besluitvorming van de EU, maar veel te vaak fungeren ze als tussenpersonen voor bedrijven en hun belangen. Er is nieuwe rapport verschenen en daarin combineren onderzoekers case studies, origineel onderzoek en analyse om de diepte van het probleem te illustreren - en wat eraan gedaan kan worden.
"Iedere burger heeft het recht om deel te nemen aan het democratisch
leven in de Unie. Beslissingen worden genomen zo openlijk en zo dicht
mogelijk bij de burger." - Artikel 10, Verdrag van
Lissabon.
Het klinkt zo mooi, dit artikel uit het Verdrag van Lissabon, maar de
praktijk is dat de burger geacht wordt zo weinig mogelijk te weten te
komen wat de niet-democratisch gekozen elite in Brussel en de
lidstaten van de EU bekokstoven, en, wat nog erger is, dat de Europese
Unie in werkelijkheid wordt geregeerd door de grote multinationals.
Officieel heet het dat de lidstaten van de Europese Unie nauw
betrokken zijn bij en verantwoordelijkheid hebben voor de wetten en
het beleid van de EU. Regeringen bepalen de strategische richting van
de EU, zijn nauw betrokken bij zowel het opstellen als het uitvoeren
van EU-regels, en hebben een definitieve ondertekening van alle
EU-wetgeving.
Het rapport "Gevangen staten: wanneer EU-regeringen een kanaal zijn
voor bedrijfsbelangen" richt zich op het democratisch tekort dat we
zien bij te veel lidstaten, te veel kwesties, waarbij zij gevangen
staten worden, waardoor de belangen van (grote) bedrijven de besluiten
die zij over EU-aangelegenheden nemen, kwalijk kunnen beïnvloeden. In
plaats van te handelen in het publieke belang en dat van hun burgers
in de EU, opereren ze vaak als vertegenwoordigers van bedrijfsbelangen.
Veel van de manieren waarop lidstaten de besluitvorming van de EU
voeden, zijn bij de burgers niet bekend, zijn niet transparant en
worden zorgvuldig geheim gehouden. Uit recent onderzoek blijkt hoe
lidstaten optreden als tussenpersonen voor bedrijfsbelangen, met een
focus op de volgende Europese instellingen:
* De Raad van de Europese Unie, waar de ministers en ambtenaren van de
lidstaten hun inbreng hebben in de EU-wetgeving en dito beleidsvorming.
Het kent een zes maanden durend roulerend voorzitterschap.
* De Europese Raad, waarin regeringsleiders van EU-landen regelmatig
bijeenkomen voor topontmoetingen en uitspraken doen over de brede
richting van de EU voor de toekomst.
* De commissiestructuur van de EU die lidstaten belangrijkste zetels
aan tafel biedt om de technische en wetenschappelijke details van
voorstellen en hun uiteindelijke uitvoering te bespreken.
Uit het onderzoek komen de volgende belangrijkste bevindingen naar
voren:
1. Bedrijfsbelangen, met inbegrip van handelsverenigingen uit de EU en
op nationaal niveau, evenals (vooral) multinationale ondernemingen,
zijn ècht dominant in het lobbywerk bij de lidstaten over
EU-besluitvorming en vermeld dient te worden dat ze tal van successen
(voor henzelf) hebben behaald.
- Elite-bedrijfslobby's richten zich op de Europese Raad van lidstaten,
met toegang die NGO's en vakbonden niet kunnen evenaren. De reguliere
vergaderingen van de European Round Table of Industrialists brengen
bijvoorbeeld 50 bazen van grote Europese multinationale ondernemingen
samen met de leiders van Frankrijk, Duitsland en de
Commissievoorzitter.
- Rterende voorzitterschappen van de Raad van de EU vormen een
belangrijk doelwit voor lobby's van bedrijven. Het rapport laat
bijvoorbeeld zien hoe het Nederlandse voorzitterschap van 2016 zowel
de belangen van de wapenindustrie als het door de onderneming
ontworpen concept van het "innovatiebeginsel" in de EU-besluitvorming,
die de voorzorgsbenadering ondermijnt, heeft bevorderd.
Daarnaast lijkt bedrijfssponsoring van roterende voorzitterschappen nu
standaard procedure te zijn.
- De complexe en onduidelijke commissiestructuur van de EU komt de
lobby's van bedrijven ten goede: zij kunnen succesvol met de middelen
en het vermogen dat zij hebben de uiteindelijke resultaten in hun
voordeel beïnvloeden. Een voorbeeld: de besluitvorming over de
licentievernieuwing van het pesticide glyfosaat en de veiligheid van
het witmakende middel titaniumdioxide tonen beide het bereik en de
blijvende kracht van de lobby van de chemische en farmaceutische
industrie aan. De gezondheid van de burgers van de EU is voor Brussel
geen aandachtspunt.
- Brusselse lobby-adviesbureaus bieden specifieke diensten aan
bedrijfslobby's gericht op het beïnvloeden van lidstaten, zoals
Fleishman-Hillard's jaarlijkse gasforum voor ambtenaren van de
lidstaten, georganiseerd voor de handelsvereniging GasNaturally, een
lobbyforum voor grote gasbedrijven zoals Shell, Total, en RWE.
- Waar gegevens over beschikbaar zijn, behielden bedrijfsbelangen de
grootste meerderheid van lobbybijeenkomsten met functionarissen die
werkzaam waren bij de permanente vertegenwoordigingen van lidstaten.
De functionarissen van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging
hielden tussen juni 2017 en 2018 meer dan 500 lobby-vergaderingen (!)
en 73% hiervan was uit hoofde van en met zakelijke belangen en slechts
15% met NGO's of vakbonden.
2. Dientengevolge is er een enorme asymmetrie van invloed op de
EU-besluitvorming door de lidstaten, aangezien maatschappelijke
groeperingen in het nadeel zijn: zij hebben veelal niet de
geprivilegieerde toegang en de veel grotere lobbycapaciteit en -middelen
van de bedrijfssector tot hun beschikking.
3. Lidstaten en nationale bedrijfslobby's hebben een symbiotische
relatie ontwikkeld waarbij de nationale bedrijfsbelangen - geheel ten
onrechte - synoniem zijn geworden met het nationale publieke belang
zoals gepresenteerd door de relevante overheid in EU-fora. Extreme
voorbeelden zijn:
- de invloed van de automobiel-industrie op het Duitse politieke
establishment (en de negatieve impact hiervan op de EU-regelgeving
inzake klimaat en emissies);
- de Spaanse telecomgigant Telefónica, wiens nabijheid tot de Spaanse
regering haar eisen veilig stelde, werd geabsorbeerd en bevorderd;
- de kolenindustrie van de staat die de Poolse regering tot zo'n
klimaatparia maakt en
- de City of London, die kan rekenen op de Britse regering om haar
eisen aan de laagst mogelijke financiële regelgeving te ondersteunen.
4. Op EU-niveau hebben de lidstaten gezamenlijk enkele
bedrijfsagenda's geïntegreerd en deze aangenomen als onderdeel van de
EU-brede agenda, zoals over economisch bestuur (strikte
begrotingsregels en bezuinigingen) en bescherming van beleggers in
handelsverdragen (ondernemingen toestaan om lidstaten te gerechtelijk
te vervolgen, voor miljarden in compensatie, wanneer overheden
handelen om hun mensen en de planeet te beschermen).
5. Sommige lidstaten zoeken proactief naar bedrijfslobby's. Roterende
voorzitterschappen vormen een bijzondere kans voor een lidstaat om
actief een voorkeurproject, een probleem of een nationale industrie te
verdedigen. Het recente Oostenrijkse voorzitterschap organiseerde een
prominente gebeurtenis voor EU-ministers in de gebouwen van zijn
belangrijkste nationale staalproducent Voestalpine, en startte zelfs
een initiatief om "groene waterstof" (dat hoogstwaarschijnlijk een
stimulans voor fossiele brandstofgassen zal geven) te promoten,
getekend door de ministers van de lidstaten.
6. Een aantal commissarissen van de Commissie Juncker lijkt een
voorkeur te hebben voor bedrijfsbelangen van hun eigen lidstaten als
het gaat om lobbyvergaderingen, het aanbieden van zaken met een ander
potentieel "nationaal" kanaal, aan de EU-besluitvorming. Bijvoorbeeld
de commissarissen Oettinger, Hill (die de Commissie verliet in juli
2016), Cañete, Hogan en Vestager hebben allemaal een onevenredig groot
aantal vergaderingen met bedrijfslobby's uit hun eigen land gehouden.
7. Complexe besluitvormingsprocedures van de EU, een gebrek aan
transparantie, de uitsluiting van burgers bij de besluitvorming op
nationaal niveau over EU-aangelegenheden, en in het algemeen zwakke
nationale parlementaire mechanismen, hebben samen geleid tot een
verantwoordingsplicht en een democratisch tekort, waarbij maar al te
graag gebruik wordt gemaakt van lobby's van bedrijven.
Om één voorbeeld van het transparantieprobleem rond de manier waarop
lidstaten deelnemen aan EU-aangelegenheden": slechts 4 van de 19
permanente vertegenwoordigingen (Finland, Ierland, Nederland, Roemenië)
hebben enige transparantie geboden met betrekking tot hun ontmoetingen
met lobbyisten. De andere lidstaten geven geen openheid van zaken.
(Zie de ontmoetingen - tabblad Nederland - op deze
Excelsheet)
Politici gebruiken vandaag de dag graag nationalistisch getinte
retoriek waarbij zij beweren dat een sterke EU regels en voorschriften
oplegt aan natiestaten. Op deze manier kunnen zij de EU de schuld te
geven van beslissingen die thuis niet populair zijn. Het is echter
veel te simplistisch om het EU-apparaat alleen de schuld te geven.
Te vaak zijn de regeringen van de lidstaten, individueel of collectief
handelend, een bastion van invloed van bedrijven op de besluitvorming
in de EU. Het risico van de overname door bedrijven van sommige
lidstaten is op sommige EU-dossiers zeer hoog, waardoor de democratie
en het publieke belang worden ondermijnd. En deze situatie wordt met
de dag erger.
Het wordt tijd dat het maatschappelijk middenveld en de besluitvormers
gewezen worden op de bedreiging die bedrijfslobby's, die van invloed
zijn op de lidstaten, hebben op de besluitvorming in de EU. Dat vergt
de nodige inspanningen (waarvan we vermoeden dat die door Brussel in
ieder geval niet worden ondersteund) en te denken valt aan de volgende
aanbevelingen (om deze bedrijfsinvloed tegen te gaan).
1. De regeringen van de lidstaten moeten nationale regels en culturen
aannemen die het risico van bedrijfsinvloed op de EU-besluitvorming
verminderen, waaronder een einde aan bevoorrechte toegang voor lobby's
van bedrijven en volledige lobbytransparantie. In feite draait
lobbywerk vaak uit op omkoping en corruptie.
2. Het parlementaire toezicht en de verantwoording door de lidstaten
over de besluitvorming door de regering op EU-niveau moeten worden
versterkt. Dit moet zowel het vooronderzoek als de verantwoording na
de beslissing omvatten.
3. De EU-instellingen hebben dringend actie nodig om het democratisch
tekort in de manier waarop zij opereren aan te pakken. Hiervoor zijn
hervormingen van de werkwijzen van de Raad van de EU, de Europese Raad
en de Europese Commissie nodig.
4. Politici moeten worden gedwongen nieuwe modellen voor burgers in te
voeren, zodat zij meer te weten (kunnen)komen over, en inspraak hebben
in, de EU-aangelegenheden waarover de lidstaten moeten (mee)beslissen.
Dit kunnen onder meer deelnemende hoorzittingen op nationaal niveau
over aankomende EU-wetgeving zijn; online raadplegingen; enzovoort.
5. Beter is het nog deze hele corrupte bende in Brussel vaarwel te
zeggen en te kiezen voor een Nexit.
Het volledige rapport is hier te downloaden (PDF)
Lees ook:
Hoe de EU zich bij de neus laat nemen door
Big Pharma.... en onze gezondheid daarvan de dupe is
Concerns in Brussel en EU-lidstaten delen de
lakens uit