Brussel komt met een tweede bailoutplan voor de banken

Een door de Europese Commissie voorgestelde EU-richtlijn wordt werkelijkheid, een tweede bailout voor de banken die hen dan in staat stelt hun klanten binnen de kortste keren op straat te zetten. Consumentenrechten-organisaties, huisvestingsactivisten, mensenrechtenorganisaties en een reeks politieke partijen uit de hele EU zullen er een harde dobber aan krijgen de komende weken en maanden een campagne te organiseren waarin wordt geëist dat de door Brussel voorgestelde onfatsoenlijke (we vinden het zefls criminele) praktijken een halt worden toegeroepen.

In de mainstream media is tot op heden nauwelijks iets gezegd over een buitengewoon belangrijk nieuw voorstel van de Europese Commissie om een zogenaamde "secundaire markt" voor niet-renderende leningen te ontwikkelen. Indien dit nieuwe beleidspakket wordt geïmplementeerd, zal het direct leiden tot een toename van uitzettingen en dakloosheid, zal de macht van hypotheekverstrekkers groter worden en ontstaan er enorme nieuwe risico's voor de financiële stabiliteit.

Deze voorgestelde EU-richtlijn inzake "inzake kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden" zal zelfs de (uiterst) beperkte vooruitgang die geboekt is bij het reguleren van aasgierfondsen, overboord gooien.

"Kredietkopers" verwijst naar aasgierfondsen en securitisatie-instellingen, "credit servicers" betekent incassobureaus, en het voorstel voor de "uitwinning van zekerheden" staat voor een versnelde buitengerechtelijke afwikkeling van leningen gedekt door onderpand - wat betekent dat banken in staat worden gesteld om de eigendommen van hun klanten in te pikken zonder dat er rechtbanken aan te pas komen.

Kort gezegd: het zal de banken binnen de Europese Unie in staat stellen massaal leningen aan Amerikaanse aasgierfondsen te verkopen; bijna een totaalpost van duizend miljard euro (!) aan dubieuze debiteuren van de balansen van de EU-banken te verplaatsen naar de ondoorzichtige en niet-gereguleerde schaduwbanksector, via dezelfde instrumenten die de crisis van 2008 veroorzaakten. Ook worden dan nieuwe regels van toepassing die betekenen dat de aasgieren op geen enkele manier binnen de EU kunnen worden gereguleerd en zonder beperkingen over de grenzen heen kunnen opereren, en niets toevoegen (eerder: afbreuk doen) aan het bestaande niveau van consumentenbescherming aan kredietnemers en huiseigenaren in de EU.

Non-performing loans (NPL's) zijn bankkredieten (-leningen) die te laat worden terugbetaald of die waarschijnlijk niet door de kredietnemer zullen worden terugbetaald. EU-normen vereisen nu doorgaans dat banken leningen classificeren als "non-performing" als ze meer dan 90 dagen achterstallig zijn. Het vermogen van kredietnemers om hun leningen terug te betalen verslechterde aanzienlijk tijdens de financiële crisis en de daaropvolgende "double-dip"-recessie. Als gevolg hiervan zagen veel banken een toename van NPL's in hun boeken, vooral in de landen die het zwaarst door de crisis zijn getroffen.

Banken in de eurozone hielden in 2016 iets meer dan € 1.000 miljard aan NPL's, het equivalent van ongeveer 9% van het bbp van de eurozone (!), aan, en dit is ongeveer 6,4% van de totale leningen in de eurozone. Het niveau van NPL's verschilt sterk in het eurogebied, waarbij bijna de helft van de bankleningen in Griekenland en Cyprus als NPL's worden geclassificeerd, terwijl de banken in Italië, Ierland, Portugal en Slovenië allemaal NPL hebben van 10-20%. Hoewel de gemiddelde verhouding van NPL's in de EU sinds 2014 met meer dan een derde is gedaald, blijft het totale aantal NPL's hoog, op ongeveer €820 miljard per december 2018.

De voorgestelde EU-richtlijn wordt door de Europese Commissie aangevoerd als één van de hoofddoelstellingen: het bevrijden van (slechte) banken van "slechte" balansposten, om zodoende weer leningen te kunnen verstrekken aan consumenten en kleine bedrijven. Dat gebeurt dus door de hoge niveaus van slechte leningen op hun balansen te verminderen, onder het motto "wat je niet ziet, bestaat niet".

Maar zelfs een vluchtige blik op de kredietstatistieken in de eurozone en de EU toont duidelijk aan dat het lagere niveau van kredietverstrekking door banken niet wordt veroorzaakt door een gebrek aan bereidheid van banken om kredieten te verstrekken, maar eerder door een gebrek aan kredietvraag van organisaties, bedrijven en huishoudens.

In werkelijkheid heeft het voorstel drie hoofddoelen:
- EU-banken aanmoedigen hun voorraden slechte leningen met alle middelen die nodig zijn, te verminderen, zodat ze kunnen terugkeren naar de winstgevendheid van vóór de crisis en opnieuw kunnen concurreren met Amerikaanse banken;
- De EU-lidstaten hun recht te ontzeggen om regels en beperkingen op te leggen aan aasgierfondsen en incassobureau's die de EU binnenkomen en vrij over de grenzen heen werken, en
- Om banken en aasgieren nieuwe bevoegdheden te geven om de eigendommen van hun klanten in te pikken als ze achterblijven bij het terugbetalen van schulden - zonder zich druk te maken over het irritante proces van het feitelijk claimen van dit onderpand via een rechtbank, waarbij de rechter (nu nog) wettelijk verplicht is om de rechten van de consument in zijn oordeel mee te wegen.

De Europese Commissie heeft kennelijk dit proces afgekeken van hoe de Ierse staat na de crisis te werk ging, waarbij banken hun voorraden niet-renderende leningen aanzienlijk hebben verminderd, en in Brussel hebben ze toen bedacht dit "glorieuze succesverhaal" na te bootsen voor de hele EU.

De belangrijkste componenten van dit "succesverhaal" in Ierland waren:
a) de oprichting van het National Asset Management Agency (NAMA), dat publieke middelen gebruikte om slechte leningen van de balans van de geredde Ierse banken te halen;
b) de gruwelijke uitnodiging aan Amerikaanse aasgierfondsen om de Ierse markt te betreden door Michael Noonan, de voormalige minister van Financiën;
c) de gretigheid van de Ierse banken om deel te nemen aan het massaal afstoten van (slechte) hypotheken en leningen van hun klanten aan deze aasgieren, voor een fractie van hun waarde.

In navolging van deze logica van het invoeren van het Ierse model in de Europese Unie heeft de Commissie in maart 2018 een wetgevingsvoorstel gedaan op basis van vier belangrijke aspecten:

- "Provisioning by banks" - een verordening om banken te verplichten hun eigen kapitaal opzij te zetten om het verlies op een slechte lening te dekken;
- Een richtlijn betreffende de ontwikkeling van een secundaire markt voor NPL's - daarbij het bevorderen van de verkoop van slechte leningen aan aasgierfondsen en het promoten van securitisatie;
- Dezelfde richtlijn ter dekking van invordering van schulden - waardoor banken méér macht krijgen om het inpikken van onderpand via buitengerechtelijke incassobureaus af te dwingen; en
- Niet-bindende richtlijnen voor lidstaten voor het opzetten van een nationale vermogensbeheerder, een bank in NAMA-stijl, eventueel met gebruikmaking van openbare middelen.
In feite heeft de Commissie voorgesteld dat alle kredietovereenkomsten - d.w.z. zelfs het uitvoeren van leenovereenkomsten waarbij de klant aan al zijn verplichtingen heeft voldaan - binnen de werkingssfeer van deze richtlijn moeten vallen en daarom kunnen worden doorverkocht aan een derde partij.

Het voorstel van de Europese Commissie van maart 2018 werd voorafgegaan door regels van de ECB, die in 2017 haar Leidraad voor banken ten aanzien van NPL's publiceerde, waarin zij uiteenzette hoe zij verwachtte dat banken hun bestaande voorraden NPL's zouden verminderen. Deze leidraad is niet bindend, maar is onderhevig aan een "comply-or-explain"-systeem, waarbij toezichthoudende banken afwijkingen moeten toelichten op verzoek van toezichthouders en waarbij niet-naleving kan leiden tot toezichtsmaatregelen.

De leidraad is alleen van toepassing op de grootste banken in de EU, die onder toezicht staan van het "Single Supervisory Mechanism" van de Europese Centrale Bank. Hierin wordt gesteld dat van elke bank met verhoogde NPL-niveaus wordt verwacht dat zij reductiedoelstellingen op portefeuilleniveau ontwikkelen om het niveau van niet-renderende blootstellingen op haar balans tijdig te verminderen. In het addendum bij de leidraad wordt geëist dat deze banken een reductieplan opstellen als hun niveau van NPL's een drempel van 5% van hun totale balans overschrijdt.

Deze leidraad is door banken in verschillende lidstaten - en in het bijzonder door Ierse banken - gebruikt om hun massale uitverkoop van hypotheken aan aasgierfondsen te motiveren en te rechtvaardigen. Ierse banken wijzen voortdurend met de vinger naar de ECB bij het verkopen van hypotheken aan aasgierfondsen, waarbij zij beweren dat de ECB hen daartoe dwong. Maar dit is gewoon niet waar.

De ECB "heeft geen voorkeur uitgesproken voor bepaalde NPL-reductiemiddelen ten opzichte van andere" in haar niet-bindende leidraad en heeft duidelijk gesteld dat de combinatie van instrumenten of strategiebeperkende factoren voor een bepaalde bank de verantwoordelijkheid is van, en naar goeddunken wordt gekozendoor, het management. Daaronder kunnen vallen: schuldsanering, kwijtschelding van schulden en vele andere maatregelen die geen betrekking hebben op de verkoop aan aasgieren.

Ongetwijfeld heeft de ECB druk uitgeoefend op banken om hun slechte schuldniveaus te verminderen, maar het heeft geen wettelijk mechanisme om banken te dwingen leningen aan aasgieren te verkopen en het ontkent expliciet dat te doen.

Dit gezegd hebbende, is de rol van de ECB er één geweest van het consequent ondermijnen van de rechten van huiseigenaren en kredietnemers, ten faveure van de banken en de aasgierfondsen. Elke poging om de aasgieren te reguleren - elk concept van enige binnenlandse wetgeving - is doorverwezen naar de ECB voor zijn "mening". De ECB is altijd van mening (geweest) dat het de banken moet worden toegestaan om hun slechte leningen met alle noodzakelijke middelen kwijt te raken.

De door de Europese Commissie voorgestelde verordening betreffende banken die NPL-verliezen dekken, is vergelijkbaar met de richtsnoeren van de ECB, behalve dat deze alleen van toepassing is op toekomstige NPL's en niet op de bestaande voorraad; het biedt banken een enigszins soepeler tijdsbestek om hun eigen vermogen opzij te zetten ter dekking van toekomstige NPL-verliezen; het is juridisch bindend; en het is van toepassing op alle banken en niet alleen op de grootste banken onder direct toezicht van de ECB.

In theorie is het voorstel voor een leidraad om banken te verplichten hun eigen kapitaal opzij te zetten om het verlies van toekomstige NPL's te dekken, vanuit financieel-stabiliteits oogpunt zinvol, omdat het banken zal aanmoedigen om meer verantwoord kredietgedrag te vertonen en de waarschijnlijkheid dat er in de toekomst behoefte is aan openbare reddingsoperaties (bailouts) voor banken te verkleinen.

Het voorstel van de Europese Commissie had banken ertoe kunnen aanzetten om toekomstige NPL's met hun klanten per geval te behandelen; en het verlenen van concessies aan hun klanten, waaronder verlengingen van terugbetalingsperioden, lagere rentevoeten, (gedeeltelijke) kwijtschelding van schulden of vele andere opties. Maar in combinatie met de richtlijn over de ontwikkeling van een "secundaire markt" voor dubieuze vorderingen, moedigt zij in plaats daarvan de banken aan om geen verantwoordelijkheid te nemen voor hun roofzuchtige leningen en hun dubieuze schulden in de schaduwbanksector te dumpen, of erger nog, bij de door belastingbetalers gefinancierde "bad banks".

Het is onmogelijk een "one-size-fits-all" reductiedoelstelling toe te passen die banken ertoe aanzet hun leningen op de secundaire markt te plaatsen. Van banken moet worden verlangd dat zij hun NPL's op hun balans laten staan en deze met hun klanten te verwerken door de schuld af te bouwen, te herstructureren of kwijt te schelden, vooral wat betreft woninghypotheken.

De nieuwe richtlijn biedt niet een blanco volmacht aan schuldeisers, maar heeft ook tot doel het gebruik van securitisatievehikels te bevorderen om slechte leningen te "herfinancieren" of om deze dubieuze debiteuren van de balansen van de banken te verwijderen en in ondoorzichtige en niet-gereguleerde hedgefondsen te stoppen.

Door hypotheek gedekte effectiseringsvehikels worden gecreëerd wanneer individuele hypotheken worden opgesplitst en samengebundeld tot pakketten die door beleggers kunnen worden verhandeld - of waarmee kan worden gegokt. Het idee is dat wedden op een waardevermeerdering van het gebundelde, gesecuritiseerde vehikel acht men vermoedelijk minder riskant dan het wedden op een enkele hypotheek.

De belangrijkste beleggingsvehikels met door hypotheek gedekte waardepapieren in de jaren 2000 waren "collateralised debt obligations", de bekende (CDO's). CDO's waren instrumenten die segmenten van verschillende bankleningen bevatten, elk met een ander risiconiveau en een andere rentevoet.
De grondgedachte achter CDO's was dat door risicovolle leningen samen te voegen met minder risicovolle beleggingen, het algemene risicoprofiel zou worden verlaagd - de CDO zou een hogere kredietwaardigheidsbeoordeling kunnen krijgen - en zij zouden winstgevender zijn voor beleggers. Maar als één segment in gebreke bleef, verhoogde dit het risico van een standaardwaarde door het volgende segment in de bundel. De slechte leningen besmetten de rest van de sector, totdat grote investeringsbanken niet langer een prijs konden vaststellen op bepaalde securitisatievehikels.

Het moment dat de aanzet vormde voor de wereldwijde financiële crisis was niet echt de ineenstorting van Lehman Brothers in september 2008, maar eerder het moment in juli 2007 toen de Amerikaanse zakenbank Bear Stearns ontdekte dat het geen waarde kon toevoegen aan een aantal hedgefondsen die besmet waren met CDO's waarin zich subprime-hypotheken bevonden. Een van deze hedgefondsen verloor 's nachts 90% van zijn waarde; een ander verloor zijn volledige waarde. Lehman Brothers fungeerde destijds als "scape goat", de lastige - kleine - concurrent die opgeofferd moest worden.

Het is onthutsend te constateren dat, slechts een decennium nà de wereldwijde financiële crisis, hypotheekgedekte effecten - en daarvan de niet-presterende! - door de Europese Commissie worden voorgesteld als DE oplossing voor een toxische schuldencrisis die de erfenis is van de crisis van 2007-08, en die door deze instrumenten letterlijk is veroorzaakt.

Het (uit het zicht) verplaatsen van bijna duizend miljard euro van de gereguleerde en relatief transparante bankensector naar de ondoorzichtige en bijna volledig ongereguleerde schaduwbanksector, is ongelooflijk misleidend (wij zouden zelfs zeggen: crimineel) en zal enorme nieuwe risico's voor de financiële stabiliteit in de eurozone en op internationaal niveau opleveren.
Hoe kan de financiële stabiliteit van miljarden euro's aan slechte schulden in het Wilde Westen van de financiële wereld hierdoor verbeteren?

De Europese Commissie wil de besmette schulden van de balans van de banken in de EU verwijderen, zodat ze gezond lijken en goed functioneren en internationaal kunnen concurreren, vooral met Amerikaanse banken.

Het principe van "kopen in slechte tijden" ligt ten grondslag aan de strategie van die private equity fondsen die we aasgierfondsen noemen. U koopt wanneer de prijs op het dieptepunt staat en winst maakt in zo kort mogelijk tijdsbestek.

We zien hoe dat gaat in het hedendaagse Ierland: kopen van NPL's van banken voor een fractie van hun waarde, en het inpikken van de onderliggende waarde (meestal huizen van burgers), zo snel mogelijk, door een of andere dubieuze deal te sluiten met de persoon die de schuld moet betalen, of hem of haar gewoon op straat zetten.

De rode loper die de door Fine Gael geleide regering vijf jaar geleden voor de aasgierfondsen heeft uitgerold - met dank aan grootschalig lobbywerk - waarbij een vrijwel belastingvrije omgeving werd geschapen gedurende het grootste deel van de afgelopen vijf jaar en terwijl de overheid consistent weerstand bood tegen pogingen om die in te tomen - heeft van Dublin een favoriete plek gemaakt voor Amerikaanse aasgierfondsen om zich daar te vestigen.

Volgens de voorgestelde EU-richtlijn zullen vrijwel alle beperkingen voor "kredietkopers" (aasgierfondsen) die binnen de EU zijn geregistreerd om grensoverschrijdend te opereren, worden verwijderd en die fondsen zullen alleen worden gebonden door de voorschriften van de EU-lidstaat waarin het is geregistreerd. De soepele regelgeving van de Ierse Centrale Bank is misschien binnenkort de enige verdedigingslinie tegen aasgierfondsen die miljoenen burgers met een zware schuldenlast en verarmde kredietnemers in de hele EU zullen uitpersen.

Kredietkopers uit derde landen - bijvoorbeeld een Amerikaans aasgierfonds dat in geen enkele EU-lidstaat een dochteronderneming heeft opgericht - zullen eenvoudigweg een "credit servicer" (een incassobureau) kunnen aanwijzen om de kredietovereenkomst af te dwingen en niet eens de moeite nemen met een registratie in de EU. Alleen het incassobureau en niet het aasgierfonds zelf zullen op enigerlei wijze onder EU-wetgeving vallen.

Dit is precies waar de Europese Commissie heen wil, en het is de voorbode van het politieke debat dat de afgelopen drie of vier jaar in de Ierse staat hierover is verlopen. De eigenaren van de kredietovereenkomsten - de aasgierfondsen - zijn degenen die de belangrijkste beslissingen nemen met betrekking tot de noodlijdende leningen, inclusief het vaststellen van rentetarieven, het herstructureren van leningen en het afdwingen van leningen. Het is dus van cruciaal belang dat de kredietkoper - en niet alleen het incassobureau dat optreedt als intermediair - is geautoriseerd en gereguleerd in de EU, en onderworpen wordt (en is) aan toezicht, onderzoek en sancties door de nationale bevoegde autoriteiten in de lidstaat waarin het actief is.

Wat betreft Ierland: in dat land heeft men tot nu toe slechts beperkte vooruitgang geboekt in het reguleren van aasgierfondsen en het beschermen van consumenten en hypotheekhouders. Toch zal zelfs deze bescheiden vooruitgang nu worden bedreigd door deze EU-richtlijn.

Jarenlang hebben Ierse actievoerders voor de rechten van hypotheekhouders geëist dat de aasgier zèlf, en niet alleen de tussenpersonen, rechtstreeks door de Centrale Bank moeten worden gereguleerd. De Ierse consumentenbeschermingswet (Regulation of Credit Servicing Firms, Act 2018), die in januari in werking is getreden, is een stap in de goede richting omdat de centrale bank hierdoor voor het eerst de eigenaren van de kredietovereenkomsten kan reguleren, onderzoeken en bestraffen, en niet alleen hun aangewezen inv=cassobureau's.

Maar hier zien we ook de ware aard van de Europese Unie: deze bescheiden maar belangrijke stap voorwaarts in het kader van het reguleren van aasgierfondsen wordt nu bedreigd door de voorgestelde EU-richtlijn, zoals hierboven beschreven.
Het tweede substantiëel potentiële stuk Ierse wetgeving dat moet worden verdedigd tegen de handelswijze van de Europese Commissie is TD Pearse Doherty's "geen toestemming, geen verkoop"-wet, die vereist dat banken eerst een schriftelijke toestemming van hun klanten krijgen vóórdat ze hun hypotheek aan aasgierenfondsen kunnen verkopen; als het aan de Europese Commissie ligt zal ook dit wetsvoorstel worden overstemd door de EU.

De voorgestelde EU-richtlijn is een tweede bailout voor de banken die de aasgieren de vrije hand geven en de banken in staat stellen hun klanten op straat te zetten. Kleine verbeteringen hier en daar zullen die gevolgen niet kleiner maken. In feite moet ook dit onfatsoenlijke wetsvoorstel in zijn geheel worden geschrapt - en consumentenrechten-organisaties, huisvestingsactivisten, mensenrechtenorganisaties en een reeks politieke krachten uit de hele EU zullen er een harde dobber aan krijgen de komende weken en maanden een campagne te organiseren waarin wordt geëist dat deze richtlijn wordt ingetrokken.

Misschien dat de burgers van de EU er nog vóór de verkiezingen, straks in mei, achter komen dat de Europese Unie er niet voor hèn, maar voor het "kapitaal" is?
Ook hierom: Nexit, NU!

Afdrukken Doorsturen