De Franse president Emmanuel Macron wil nu nòg strengere regels voor de sociale media. Jupiter heeft het
in eigen land moeilijk, nu de Gele Hesjes nog steeds aan invloed winnen. Hij wil een stop op de informatie
die zijn kansen om het land te blijven regeren verkleinen. Macron eist dat internetreuzen gedwongen moeten worden
om de controle te verscherpen en onaangename informatie binnen 24 uur verwijderen.
Soortgelijke eisen zijn eerder door de Duitse regering gesteld, want ook Merkel vindt dat de burgers teveel
te zeggen hebben. Censuur wordt nog iets heel groots in de EU.
Afgelopen vrijdag ging Facebook's Mark Zuckerberg naar Frankrijk, net
op tijd voor de Franse regering om een vaag en breed voorstel voor de
regulering van sociale medianetwerken uit te brengen. Vergelijkbaar
met de smeekbeden van Zuckerberg aan het Amerikaanse Congres om de
regulering van het bedrijf op te voeren (en omdat hij weet dat een
eventuele versoepeling van regels waarschijnlijk door de wereld van
Facebook-haters in de kiem zal worden gesmoord), probeerde Zuckerberg
de plannen te omarmen.
"Het zal moeilijk worden voor ons, er zullen dingen zijn waar we het
niet mee eens zijn, dat ligt voor de hand," zei Zuckerberg. "Maar om
ervoor te zorgen dat mensen over het algemeen en in de loop van de
tijd op het internet kunnen vertrouwen, moet er een juiste regelgeving
komen." Hij zei ook dat hij "aangemoedigd en optimistisch was over het
regelgevingskader dat zal worden ingevoerd".
Maar wat is dat regelgevingskader? Nou, het is vrij vaag. Het bevat
ook PowerPoint-illustraties die lijken alsof het decennia geleden is
ontworpen door iemand die nooit iets met PowerPoint te maken heeft
gehad:
Een pluspunt is dat het plan erkent dat "vrijheid van meningsuiting"
een kernwaarde is die beschermd moet worden, evenals vrijheid voor
innovatie, maar het plan zegt ook dat die moeten worden afgewogen
tegen een bescherming om te voorkomen dat het wordt beschadigd. Het
belangrijkste probleem, zoals we in andere dergelijke plannen hebben
gezien, is dat het creëert wat mensen een "zorgplicht" voor sociale
media noemen - waardoor het bedrijf gebruikers moet "beschermen" en
waarbij het regelgevers op de een of andere manier toestaat in te
grijpen als die van mening zijn dat het bedrijf het niet lukt (alsof
die regel niet zal worden misbruikt).
Het plan voorziet ook in een toezichthouder die moet toezien op de
werking van sociale mediaplatformen. Er zijn natuurlijk ook weer de
nodige uitzonderingen, wat doet vermoeden dat deze regels alleen van
toepassing zijn op platforms van een bepaalde omvang, wat de schijn
wekt dat het startups niet zal schaden of ontmoedigen. Er wordt echter
niet erkent hoe dit de algehele markt kan veranderen, aangezien
bedrijven welke drempelregels dan ook zullen proberen te vermijden.
Veel van het plan is ook gericht op het vergroten van de transparantie,
wat een goede zaak is, maar hoe dat in de praktijk wordt uitgewerkt,
is een heel grote vraag. En onze ervaring met de EU is dat wie het
hardst schreeuwt transparant te zijn, dat juist niet is.
Bij dit alles komen we op dezelfde problemen die we eerder hebben
besproken: Facebook kan - door haar omvang - omgaan met deze regels.
Het is niet duidelijk of andere bedrijven dat wel kunnen. In feite
kunnen de regels op Facebook en dit specifieke paradigma van
gecentraliseerde, ingesloten sociale media vastlopen bij wat er in de
toekomst moet gebeuren.
En dat is een probleem. Het vertrouwen van toezichthouders om deze
kwesties op een redelijke manier aan te pakken, zou ook stof tot
nadenken moeten geven. Stel dat je Donald Trump haat: hoe zou je je
dan voelen als hij de leiding had over het regelen van wat voor soort
"zorgplicht" Facebook moest nemen met betrekking tot het toestaan of
weigeren van bepaalde teksten? Of als je Trump leuk vindt, hoe zou je
je dan voelen als, bijvoorbeeld, Hillary Clinton de leiding had over
zulke zaken?
Kortom, wie de toezichthouder is kan hier behoorlijk de dienst
uitmaken, en er lijkt weinig te zijn in deze voorstellen te zitten om
daarover na te denken. Het is niet verwonderlijk dat Facebook lijkt te
berusten om dit soort voorstellen te "ondersteunen". Het bedrijf is nu
zo'n doelwit dat het tegenhouden van de voorstellen waarschijnlijk tot
(voor Facebook) nòg slechtere regels zou leiden. En zoals gezegd, het
bedrijf is zich er terdege van bewust dat het dergelijke regels
waarschijnlijk zal doorstaan, terwijl potentiële concurrenten
waarschijnlijk zwaarder door die regels zullen worden getroffen.
2019 lijkt het jaar te worden waarin regeringen over de hele wereld
het internet willen reguleren (censureren). En tot nu toe doen ze het
op een belachelijk domme manier. We hebben veel gesproken over de EU,
met de auteursrechtrichtlijn en nu de verordening over
terrorismebestrijding. En dan is er Australië met zijn anti-coderingswetgeving
en de wet over de "weerzinwekkende inhoud". India heeft al enkele
slechte wetten met betrekking tot het internet aangenomen en er zijn
nog een paar in voorbereiding. Dan is er het Verenigd Koninkrijk (dat
qua democratische rechtsstaat trouwens met de affaires Skripal en
Assange behoorlijk aan het afglijden is), Duitsland, Nederland, Zuid-Korea,
Singapore, Thailand, Kameroen, etc. etc. etc. En niet te
vergeten de VS natuurlijk....
U begrijpt vast wel wat we bedoelen.
Als we kijken naar welk "probleem" al deze wetten proberen op te
lossen, dan is het in wezen niets anders dan "mensen doen slechte
dingen op internet en daarom moeten we internet reguleren". Dit is om
verschillende redenen problematisch, deels omdat het de verkeerde
partij lijkt te reguleren. We moeten idealiter achter de mensen aan
gaan die de slechte dingen doen, in plaats van de hulpmiddelen en
diensten die ze gebruiken om de slechte dingen te doen (of om alleen
de slechte dingen die ze doen te promoten).
Politici lijken een grote voorhamer te nemen om op grote delen van het
internet in te slaan plaats van op zoek te zijn naar een smalle,
doelgerichte aanpak. Dat heeft enerzijds te maken met het doelbewust
inperken van vrijheden van de burgers. Van de andere kant: door zoveel
aandacht te besteden aan Twitter, Google en Facebook, zijn zoveel van
deze wetten uitsluitend geschreven met die drie platforms in gedachten,
zonder erbij na te denken over hoe het invloed heeft op elk ander
internetbedrijf, waarvan er vele werken op een heel andere basis.