Het Europees Hof van Justitie heeft gisteren bepaald dat bedrijven de dagelijkse werktijd van hun werknemers moeten gaan registreren. Dat kan via een prikklok of op een andere betrouwbare en toegankelijke manier. Is deze uitspraak goed voor werknemers, werkgevers of beiden?
In de vorige eeuw werd er al gewerkt met flexibele werktijden, maar
toen werd er nog behoorlijk op gecontroleerd: elke week/maand was er
een nieuw tijdschema gemaakt, waarin het begin en het einde van de
dagelijkse werkuren werden ingevoerd. Een paar keer per jaar liep
iemand van het management rond en keek of dat ook gerespecteerd werd.
Tegenwoordig wordt er in het Westen veel gemakkelijker met de
werktijden omgegaan: het gaat immers om de prestatie die geleverd
wordt.
De rechters van het Europese Hof van Justitie denken daar anders over:
zij hebben nu de tijdregistratie door de werkgever heringevoerd. De
juryleden zijn mensen die 's ochtends naar hun werk gaan en s avonds
naar huis terugkeren. In dergelijke bedrijven hebben mensen al geruime
tijd zichzelf geholpen met tijdklokken en elektronica. Voor veel
mensen ziet de werkroutine er echter totaal anders uit. Ze rijden naar
een bouwplaats of naar een klant waar niemand controle over heeft, óok
niet wanneer ze daar aankomen en wanneer ze vertrekken. Zelfs degenen
die thuis werken, zijn moeilijk te controleren op het gebied van
werktijden. Voor dergelijke banen is altijd het vertrouwensbeginsel
van toepassing geweest. Op basis van de hoeveelheid werk die gedaan
werd, was er een plausibiliteitscontrole om te zien of de werknemers
aanwezig waren (geweest) waar ze diensten zouden moeten verlenen.
De zaak was aangespannen door een Spaanse vakbond, die protesteerde
tegen het feit dat het voor werknemers bij de Spaanse afdeling van
Deutsche Bank moeilijk was te bewijzen dat ze overuren hadden gemaakt.
Het was niet mogelijk hun arbeidsduur te registreren. Het Hof van
Justitie geeft de vakbond gelijk.
De uitspraak van het Europese Hof van Justitie roept veel vragen op
waarvan de antwoorden tot nu toe pragmatisch zijn bepaald. We krijgen
nu weer eens te maken met het Brusselse "perfectionisme". Enig gezond
verstand zou vaak de betere en goedkopere optie zijn.
We zien steeds meer gevallen waarin wetten niet langer kunnen worden
nageleefd omdat het simpelweg niet mogelijk is. Dit zal op middellange
termijn het rechtssysteem ruïneren. Weinig begrijpelijke en
uitvoerbare wetten zijn beter dan een niet langer hanteerbaar en
tegenstrijdig wetgevingsoerwoud.
Nu heeft het Europese Hof van Justitie dus een uitspraak gedaan die
werkgevers verplicht om de werktijden van hun werknemers volledig te
documenteren. Wat is er dan meer geschikt voor die taak dan het
inbrengen van een chip bij werknemers waardoor werkgevers 24 uur per
dag, 7 dagen per week en 52 weken per jaar weten waar hun loonslaaf
uithangt?
Het Europese Hof van Justitie is steeds vaker een bron van ergernis.
Llees bijvoorbeeld ons vorige artikel over deze rechters - op dezelfde
dag hebben de rechters van dit Hof geoordeeld dat zware criminelen
niet mogen worden gedeporteerd. De Europese belastingslaaf moet
criminelen pamperen. Brussel doet veel om de mensen te ergeren, zo
vlak voor de Europese verkiezingen.
Vanwege deze brutale provocaties zouden rechters en commissarissen na
de verkiezingen eens onder de loupe gelegd moeten worden.