San Francisco doet gezichtsherkenning in de ban

San Francisco is de eerste stad in de Verenigde Staten - en de wereld - geworden die het gebruik van gezichtsherkenning door politie en andere gemeentediensten heeft verboden. Het Board of Supervisors van de stad heeft hiervoor de "Stop Secret Surveillance" verordening aangenomen. Een onverwachte ontwikkeling in het streven van overheden de privacy van haar burgers almaar verder in te dammen.

We lazen een paar dagen geleden op de site van het Algemeen Dagblad het volgende:

San Francisco, het technologisch innovatiecentrum van de wereld, doet gezichtsherkenningsapparatuur in de ban. De stad verbiedt het gebruik ervan door politie en overheid.


Het besluit (PDF hier) van de stad San Francisco om het gebruik van AI-compatibele gezichtsherkenningstechnologie door politie en andere gemeentelijke instanties te verbieden, vinden we een goede zaak. Gezichtsherkenningstechnologie is vatbaar voor verkeerde identificatie en vooringenomen doelgerichtheid, met name onder leden van kwetsbare gemeenschappen.
Het opent ook de deur naar intrusieve surveillance - buiten het bereik van de bestaande technologie. Totdat de technologie verbetert om dergelijke schade te voorkómen, moet het gebruik ervan sterk worden beperkt. En zelfs met verbeteringen moet het publiek moeilijke vragen stellen over hoe gedetailleerd overheden het gedrag van hun burgers (überhaupt) moeten kunnen volgen.

Helaas laten de wereldwijde trends zien dat de beweging omgekeerd is ten opzichte van de beslissing van San Francisco. Van Azerbeidzjan tot Singapore, overal zijn overheden en organisaties/ondernemingen enthousiast bezig met het omarmen van gezichtsherkenningstechnologie.
Aangevoerd door China worden dergelijke systemen steeds alomtegenwoordiger. Gezichtsherkenning is opgenomen in smart city-platforms. Over de hele aardbol plaatsen steden ze op openbare lantaarnpalen en integreren ze in centra voor beveiligingsoperaties. Hoewel er meer bekendheid is gegeven aan de Chinese surveillance-strategie - met name de instelling van onderdrukking door kunstmatige intelligentie in Xinjiang - beseffen weinigen dat in tal van andere landen gezichtserkenning ook wordt doorontwikkeld.

In eigen land is bijvoorbeeld Schiphol gestart met een nieuwe proef met gezichtsherkenning. Op haar website meldt Schiphol enthousiast:

Soepeler langs de verschillende controles op Schiphol? Als onze proeven om reizen met gezichtsherkenning mogelijk te maken, slagen, dan kun jij dat in de toekomst ook!
Nu laat je bij de verschillende controlepunten op de luchthaven nog je paspoort, je instapkaart of beide zien. Bijvoorbeeld bij het afgeven van je bagage, bij de toegang tot de veiligheidscontrole, bij het passeren van de grens en als je gaat boarden. In de toekomst kun je deze controlepunten soepeler passeren omdat je herkend wordt aan je gezicht. Je paspoort en instapkaart blijven dan in je tas.
Schiphol werkt samen met luchtvaartmaatschappijen en de overheid aan deze innovatie. Met vernieuwingen als deze willen wij jouw reis op Schiphol vergemakkelijken. Omdat het om nieuwe technieken gaat en een nieuwe manier van reizen, testen wij dit eerst uitgebreid. Deelname aan deze proeven is altijd vrijwillig en we gaan zorgvuldig om met jouw gegevens.



Dat met dat vrijwillig deelnemen moeten we met een korreltje zout nemen. Wij hebben zelf ervaren dat het als een "gewone" procedure gebracht wordt - net als de bodyscan bijvoorbeeld die ook "vrijwillig" is, en ook op het internet lezen we dergelijke reacties van reizigers.

Gezichtsherkenning is met name problematisch in landen waar wettelijke bescherming van de grondwet ontbreekt en die al grote schendingen van de mensenrechten plegen. In landen als Kazachstan, Turkije en Zimbabwe is gezichtsherkenning een gevaarlijk hulpmiddel dat het arsenaal aan digitale repressie van die regeringen verder vergroot door hen een groter vermogen te bieden om gerichte monitoring in openbare plaatsen in te zetten en dissidenten en oppositievoerders te volgen en lastig te vallen, en om democratische politieke activiteiten te onderdrukken.

Maar zelfs in democratieën zoals ons land en bijvoorbeeld de Verenigde Staten waar men al een stuk verder richting Big Brother is, zien we het toenemende gebruik van gezichtsherkenningstechnologie door de overheid. In haar huidige vorm kan het misbruikt worden in de strijd van politieke partijen en groeperingen voor méér burgerrechten en burgerlijke vrijheden, omdat outen onevenredige gevolgen kunnen hebben (voor kwetsbare groepen).
Uit een studie eerder dit jaar gepubliceerd door MIT's Media Lab, bijvoorbeeld, bleek dat de gezichtsherkenningssoftware van Amazon, die het bedrijf naar politiediensten en immigratie- en douaneafhandeling heeft doorgelinkt, vaker het geslacht van een persoon verkeerd identificeerde als deze een vrouw was of een donkere huidskleur had. Amazon's gezichtsherkenningssoftware kwam al eerder in opspraak, doordat het 28 leden van het Amerikaans Congres identificeerde als "crimineel". Dat klopt natuurlijk niet - het hadden er veel méér moeten zijn.

Gezichtsherkenningstechnologieën zijn ook vatbaar voor raciale vooroordelen. Een onderzoek uit 2011 wees uit dat systemen die werden ontwikkeld in China, Japan en Zuid-Korea méér problemen hadden om onderscheid te maken tussen gezichten van blanken dan Oost-Aziaten. En in een afzonderlijke studie die in 2012 werd uitgevoerd, presteerden algoritmen voor gezichtsherkenning van leverancier Cognitec 5 tot 10 procent slechter bij Afro-Amerikanen dan bij blanken.

Bezorgd over dergelijke verschillen, verbiedt het besluit van San Francisco gemeentelijke instanties gezichtsherkenningstechnologie toe te passen, behalve bij federale faciliteiten zoals.... de luchthaven. Om onder de "Stop Secret Surveillance"-verordening uit te komen en toch (geheime) bewakingssoftware toe te passen moeten gemeentelijke instanties goedkeuring vragen voor nieuwe surveillancetechnologie.
Het besluit kreeg met 8-1 stemmen een overweldigende publieke steun.

Zelfs voor een staat als Californië, die trots is op zoals zij zelf zegt "baanbrekende wetgeving", is de beslissing van San Francisco's buitengewoon te noemen. De meeste van de huidige commentaren wijzen erop dat San Francisco de eerste Amerikaanse stad is die het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie door de overheid verbiedt. Maar voor zover wij weten, is het niet de eerste Amerikaanse stad die dit doet - het is de eerste stad ter wereld; een prestatie die alleen maar opvallender wordt gemaakt door de positie van de stad als zetel voor technologische innovatie - een zeldzaam geval van Silicon Valley dat waarden op een hogere plaats stelt dan winst.

Het besluit van San Francisco heeft ook belangrijke internationale implicaties. Gezichtsherkenningstests blijven in de meeste landen nu nog relatief bescheiden. Terwijl overheden geïnteresseerd zijn in het uitbreiden van het gebruik ervan, gebruiken weinig staten gezichtsherkenning op grote schaal.... tot nu toe. De wereld heeft nog steeds de mogelijkheid om mondiale veiligheidsmaatregelen en normen in te stellen om vorm te geven aan hoe overheden gezichtsherkenning gebruiken.

Het verbod van San Francisco krijgt veel aandacht.  Zo is de Amerikaanse burgerrechtenbeweging ACLU bijzonder ingenomen met het besluit en spreekt het over een historische wetgeving. Volgens de organisatie is gezichtsherkenning min of meer strijdig met een gezonde democratie. Verschillende andere Amerikaanse steden overwegen ook om een verbod op het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie in te voeren. Ook de Amerikaanse burgerrechtenbeweging Electronic Frontier Foundation EFF heeft het over een "historische stap voorwaarts in de strijd voor privacy."

We hopen oprecht dat al deze aandacht op zijn minst zal leiden tot een kritische kijk op hoever je als overheid kunt gaan de burger te volgen. Wat dat betreft vrezen wij voor de Europese Unie - en ook voor ons eigen land - het ergste. Al vele jaren is Brussel bezig de burgerrechten stapt voor stap in te perken, door bijvoorbeeld het massaal invoeren van censuur, waarbij zelfs de basis grondrechten in de prullenbak terechtkomen. Referenda - de mening van het volk - worden steeds zeldzamer verschijnselen.
Onder het mom van "veiligheid" of de "strijd tegen terrorisme" of zelfs "je hebt toch niets te verbergen?" wordt steeds weer een stuk van onze privacy afgepakt. Het draait er straks dan ook op uit dat de "gewone" burgers hun privacy volledig kwijt zijn, terwijl de georganiseerde misdaad dat nog volop geniet. De politiek heeft namelijk nog steeds het naïeve standpunt dat óók criminelen zich vast wel aan de wet houden.....

Van de houding van de gevestigde politiek zullen we het ook niet moeten hebben: met (schijn-)veiligheid denken zij nog steeds te kunnen scoren.

In de kern zijn de meeste politici - in Nederland en de EU en van links tot rechts - vooral met zichzelf bezig. Het draait al lang niet meer om het belang van hun kiezers, de burgers, wij dus, en a helemaal niet over een visie voor Nederland. Het gaat bij de meeste van hen om één Europa, maar dan wel een Duitsch één Europa. Waar voor henzelf de mooiste baantjes wachten, maar dat is een ander verhaal.

Afdrukken Doorsturen