Johnson & Johnson brein achter Amerikaanse opiatencrisis

In de VS is een rechtszaak van een staat tegen een Johnson & Johnson van start gegaan, nadat duizenden mensen omkwamen door een overdosis opiaten. In het land is er een groot probleem met de zeer verslavende zware pijnstillers en Oklahoma heeft een miljardenclaim tegen de pillendraaier ingediend. Wat is er aan de hand, en wat voor rol speelt adviesbureau McKinsey hierbij? Een artikel (van zovele) over vieze praktijken in de farmaceutische industrie.

Ongeveer een maand geleden schreven wij in onze nieuwsbrief een artikel over de juridische gevechten die plaatsvonden in een rechtszaal in Oklahoma. De gedaagde farmaceutsche fabrikant, die een flinke deuk opliep met de talkpoeder-affaire, zag haar gezinsvriendelijke imago bij het publiek (we hebben het over Johnson & Johnson) verder afbrokkelen.

U weet niet (meer) waar het over ging in die talkpoeder-zaak? We zullen uw geheugen even opfrissen.

Ongeveer twee weken geleden is Johnson & Johnson veroordeeld tot het betalen van 300 miljoen dollar aan schadevergoeding aan een vrouw, bij wie zich een zeldzame asbest-gerelateerde kanker had ontwikkeld, en waarvan zij beweerde dat die werd veroorzaakt door  talkpoeder van deze farmaceut. De uitspraak volgt een andere soortgelijke van eerder in juni, ook besloten door een jury van New York, die 25 miljoen dollar schadevergoeding schonk aan Donna Olson, een 66-jarige vrouw waarbij zich ook kanker ontwikkelde.
Uit interne documenten van Johnson & Jonhson was de jury duidelijk geworden, dat in talkpoeder (wat door de vrouwen was gebruikt) zich asbest had bevonden. Johnson & Johnson hadden dat feit tientallen jaren voor het publiek verborgen gehouden.

We hebben vaker geschreven over het door en door corrupte politieke en economische systeem van de Verenigde Staten, en vooral de grote concerns, waaronder de farmaceuten, spelen bedenkelijke rollen hierin.
Zo ook dus Johnson & Johnson. Behalve die talkpoeder-affaire (er lopen nog vele duizenden rechtszaken hierover)

Maar nu loopt er dus een zaak tegen deze farmaceut in Oklahoma. In één geval negeerde een verkoopvertegenwoordiger de angst van een arts dat patiënten verslaafd zouden kunnen raken aan de opium gerelateerde pijnstillers van het bedrijf, door hem te vertellen dat degenen die niet zijn overleden waarschijnlijk niet verslaafd zouden zijn geraakt. Een ander stelde voor om de verkoop van de krachtig verslavende medicijnen te richten op degenen die het meeste risico lopen: mannen onder de 40.

Naarmate de multi-miljard-dollar-rechtszaak van de staat Oklahoma tegen Johnson & Johnson zich de afgelopen maand heeft ontwikkeld, heeft het bedrijf grote moeite om haar marketingstrategieën uit te leggen, waarvan de openbare aanklager zegt dat ze het risico van opioïdenverslaving aan artsen verkeerd hebben voorgesteld, gemanipuleerd medisch onderzoek hebben geholpen en een epidemie hebben aangewakkerd dat de afgelopen twee decennia 400.000 levens heeft geëist.

Johnson & Johnson profiteerde steeds meer doordat de vraag naar opiaten toenam, en het concern papavertelende bedrijven in Australië opkocht om het ruwe verdovende middel te leveren voor zijn eigen medicijnen en andere Amerikaanse medicijnproducenten.

De procureur-generaal van Oklahoma, Mike Hunter, klaagt Johnson & Johnson aan voor miljarden dollars vanwege hun vermeende aandeel in het stimuleren van verslaving en overdoses in zijn staat, in de eerste rechtszaak vande staat tegen een pillendraaier over de opiaten-epidemie.
Maar de rechtszaak van Hunter heeft de hele farma-sector ook in het gedrang gebracht, doordat hij aantoonde hoe opiatenfabrikanten samenwerken om de verkoop ervan te stimuleren, door hun enorme middelen aan te wenden om het medisch beleid en het voorschrijven van artsen te beïnvloeden. Hunter zei dat de strategie werd gemotiveerd door de "hebzucht" van de industrie naarmate de winst toenam.

Niet alleen zijn studies door Johnson & Johnson gemanipuleerd en hebbn zij gelogen in hun advertenties, hun opiaten-beleid was ook expliciet gericht op mannen jonger dan 40 jaar, die het meest daarvan afhankelijk bleken. En toen de vraag groeide, kochten ze dus zogenaamde "opiumpoppers" in Australië op om te profiteren van de hele "waardeketen". En de hele opiumindustrie doet het nu in de broek omdat ze allemaal met één been in de gevangenis staan.

Maar stel nu voor dat u Johnson & Johnson was. U wilt méér winst maken maar weet niet precies hoe. Kijk, voor talkpoeder is dat gemakkelijk, marketingtechnisch, maar hoe zit dat met opium-gerelateerde producten? Hoe kun je daarvoor reclame maken zonder ervan beschuldigd te worden een gewetenloze drugsdealer te zijn?
We kunnen ons voorstellen dat u dan hulp inroept, maar wie moet je daarvoor benaderen. Dat moet dan wel iemand zijn met veel criminele ervaring. Iemand die geen last heeft van zijn geweten of er ook maar enige moraal op nahoudt. Iemand die alles voor geld zou willen doen. Iemand die de drugsverslaving als een bedrijfsmodel ziet en niet als een misdrijf. I
Waar vind je zo'n "expert"?

Johnson & Johnson deden wat elke ander kapitalistisch, puur op winst gefocust concern in hun plaats ook zou hebben gedaan.
Vraag het aan McKinsey!

Dat komen te weten door een bij-effect van bovengenoemde rechtszaak. McKinsey adviseerde Johnson & Johnson om "meer patiënten hogere doses opiaten te geven" en technieken te bestuderen "om patiënten langer opiaten te laten houden".  Hoewel McKinsey geen verdachte in deze zaak is, gebruikt de staat Oklahoma de consultatierapporten van McKinsey om zijn zaak tegen Johnson & Johnson verder uit te bouwen. In Massachusetts en New Jersey lopen hierover wel twee zaken tegen McKinsey.

Afdrukken Doorsturen