Het IMF is het toonaangevende internationale monetaire agentschap waarvan het publieke doel is de stabiliteit van het wereldwijde financiële systeem te handhaven door middel van leningen die gekoppeld zijn aan voorstellen die zijn ontworpen om het economisch herstel en de groei te bevorderen. Maar we kennen ook een ander IMF: het staat in feite onder controle van de Amerikaanse en West-Europese staten en zijn beleid is ontwikkeld om de expansie, dominantie en winst van hun toonaangevende multinationale ondernemingen en financiële instellingen te bevorderen. De Amerikaanse en Europese staten hanteren een verdeling van bevoegdheden: de uitvoerende bestuurders van het IMF zijn europeanen; hun tegenhangers in de Wereldbank komen uit de VS. Welkom in de wereldvan corruptie en machtsmisbruik.
Corruptie is een van de grootste obstakels voor economische
ontwikkeling. Het berooft landen van inkomsten om te investeren in
openbare diensten, met negatieve gevolgen voor onderwijs, gezondheid,
welzijn en welvaart. Het Global Economic Forum schat dat corruptie de
schatkisten 2,6 biljoen dollar per jaar kost.
Waarom is corruptie zo moeilijk te beheersen? Wetenschappers hebben
lange tijd de schuld gegeven aan factoren die inherent zijn aan corrupte
landen. Landen met een rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen - zoals
diamanten en olie - zijn bijvoorbeeld corrupt omdat politieke leiders
geen verantwoording verschuldigd zijn aan hun burgers. Ze kunnen
vertrouwen op inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen, in plaats van op
belastingen, om hun uitgaven te financieren.
Ondemocratisch bestuur wordt ook als oorzaak gezien. Een gebrek aan
controle ("checks and balances") richting leiders bevordert corruptie,
evenals de onderdrukking van politieke rechten, burgerlijke vrijheden en
vrije media.
Maar onderzoekers hebben minder aandacht besteed aan de wereldwijde
krachten die corruptie beïnvloeden. Neem bijvoorbeeld het beleid van het
Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Het IMF is een internationale financiële instelling die (officieel)
landen in economische onrust financieel te hulp schiet. In ruil voor
zijn reddingsoperaties vereist het IMF dat landen ingrijpende
hervormingen doorvoeren. Sommige van deze hervormingen helpen landen om
corruptie te beteugelen, bijvoorbeeld door effectievere
belastingdiensten of systemen voor het innen van inkomsten op te bouwen.
Het probleem is dat veel andere IMF-hervormingen de corruptie
aanzienlijk vergroten.
In de afgelopen jaren is herhaaldelijk gebleken hoe IMF-beleidshervormingen de politieke systemen van
noodlijdende landen beïnvloeden. Onderzoekers hebben gegevenssets
gemaakt met een ongekend detailniveau, gebaseerd op codering van alle
IMF-overeenkomsten tussen 1980 en 2014. Deze gegevens hebben geholpen om
belangrijke debatten af te ronden over de effecten van
IMF-beleidshervormingen op corruptie in landen die aan de kredietentiet
van het IMF hangen.
Onderzoeksresultaten tonen aan dat IMF-beleidshervormingen gericht
op liberalisering van economieën - in tegenstelling tot die die landen
helpen hun betalingsbalans te stabiliseren - de corruptie vergroten.
Met marktliberaliserende hervormingen wordt getracht de rol van de staat
in de economie te verminderen door staatsbedrijven te privatiseren,
markten te dereguleren en ontslagen in de publieke sector en
loonsverlagingen door te voeren.
Deze hervormingen hebben de corruptie niet alleen verhoogd,
maar ook uitgesloten dat de relatie het gevolg is van omgekeerde
causaliteit (bijvoorbeeld wanneer het IMF meer hervormingen toewijst aan
landen die corrupter zijn).
Landen vragen om overheidsbedrijven snel te privatiseren - vooral
wanneer instellingen zwak zijn - leidt tot corruptie.
Het vooruitzicht van grote hoeveelheden openbare activa die te koop
worden aangeboden, zet elites met de juiste relaties ertoe aan om
ambtenaren die bij het verkoopproces betrokken zijn om te kopen. Bij
ambtenaren zijn ook prikkels aanwezig om zichzelf in dit proces te
verrijken - er een graantje van mee te pikken. Meestal zien ze hun eigen
voordelen afnemen als gevolg van andere IMF-beleidshervormingen die
ontslagen in de overheidsadministratie en verlaging van de lonen in de
publieke sector vereisen.
Privatisering is niet de enige manier waarop IMF-beleidshervormingen de
corruptie vergroten. Door de instrumenten te beperken waarmee ambtenaren
de economie kunnen reguleren, verminderen allerlei marktliberaliserende
beleidshervormingen het vermogen van de staat om corruptie te beheersen.
Neem het voorbeeld van een binnenlandse industrie die wordt beschermd
door handelstarieven. Wanneer deze bescherming wordt bedreigd door
IMF-vereisten om belemmeringen voor vrijhandel weg te nemen, richt de
industrie haar inspanningen erop om deze voorrechten te behouden. Ze
verstoren de uitvoering van dergelijke maatregelen door lobbyen of
omkoping van ambtenaren, die de administratie kunnen verlammen.
Deze casus illustreert dat IMF-beleidsadvies soms het tegenovergestelde
bereikt van wat wordt beoogd.
In plaats van corruptie te verminderen door "structurele verstoringen"
te verwijderen, voedt het corruptie omdat machtige belangengroepen
worden bedreigd. Deze groepen zijn geen passieve spelers. Ze gebruiken
alle middelen die voor hen beschikbaar zijn - legaal of illegaal - om
hun voorrechten te behouden.
Nu we het toch over het iMF hebben: in een
nieuw rapport getiteld "Global Financial Stability Report: Lower for
Longer", geeft de groep een overzicht van de huidige schuldenlast en
precaire stand van zaken in de mondiale economie. Serieus bedoeld,
ongetwijfeld, maar we zien hier toch wel enige ironie dat deze moderne
realiteit het directe resultaat is van beleid dat historisch door het
IMF zelf wordt ondersteund.
Het
109-pagina's dikke rapport
ontrafelt de onheilspellende staat van wereldwijde financiering en "identificeert
de huidige belangrijkste kwetsbaarheden in het wereldwijde financiële
systeem, als de toename van de schuldenlast van bedrijven, het
toenemende bezit van riskantere en meer illiquide activa door
institutionele beleggers, en een groeiende afhankelijkheid van externe
leningen door opkomende en frontier-markteconomieën.” De beoordelingen
zijn niet onnauwkeurig, maar slagen er niet in om de aandacht te
richten op de oorzakelijke factoren die tot deze realiteiten bijdragen.
Onder verwijzing naar de aanhoudende versoepeling en snel dalende
obligatierendementen roept het IMF op tot meer conservatieve
benaderingen van het omgaan met economische problemen, waarbij zij het
volgende meldt: "Om het risico te verkleinen dat extra versoepeling de
onbedoelde consequentie kan hebben dat dit leidt tot een verdere
opbouw van kwetsbaarheden in het financiële stelsel, moet het macro-prudentiële
beleid worden aangescherpt".
Het IMF is plotseling bijzonder geïnteresseerd in voorzichtigheid en
het omgaan met systeemrisico's, waarbij het gebruik van voorgeschreven
hulpmiddelen wordt aangemoedigd om sombere effecten van langdurige
negatieve rente, Quantitative Easing (kwantitatieve versoepeling) en
"easy credit" te verzachten, en de daaruit voortvloeiende beweging van
beleggers naar riskantere, meer illiquide activa. Het rapport stelt
dat “lage rentetarieven de leenkosten verlaagd en hebben mogelijk
bijgedragen aan een toename van de overheidsschuld. Dit heeft sommige
regeringen gevoeliger gemaakt voor een plotselinge en scherpe
verkrapping van de financiële omstandigheden."
Het is nog maar drie jaar geleden dat het IMF echter
in een blogpost
deze zelfde praktijken de hemel in prees en opmerkte dat “hoewel de
ervaring met negatieve nominale rentetarieven beperkt is, we voorlopig
concluderen dat ze over het algemeen bijdragen aan het leveren van
extra monetaire stimulansen. Rentetarieven zijn gedaald, net als de
rente voor sommige bankleningen, wat de vraag en prijsstabiliteit zou
moeten ondersteunen.” De blogpost waarschuwt verder voor
dezelfde risico's die het nieuwe rapport noemt, zoals institutionele
toegang tot risicovolle activa, maar concludeert nog steeds dat
dergelijk beleid over het algemeen behulpzaam zijn.
IMF in 2016:
Banks benefit overall from [negative interest] policies that
support price stability and growth…” even though “There may also be
excessive risk-taking. As banks’ margins are squeezed, they may start
lending to riskier borrowers to maintain their profit levels.”
Banken profiteren in het algemeen van [negatieve rente]
beleidsmaatregelen die prijsstabiliteit en groei ondersteunen ... "hoewel"
er ook buitensporige risico's kunnen worden genomen. Naarmate de
marges van banken kleiner worden, kunnen ze beginnen met lenen aan
risicovollere leners om hun winstniveau's te handhaven."
IMF in 2019:
The monetary policy cycle may have reached a turning point in major
advanced economies … Persistently low and declining yields on
fixed-income instruments have continued to drive institutional
investors … to boost returns by using leverage and investing in
riskier and less liquid assets.” The report concludes that
“Policymakers can help mitigate the buildup of vulnerabilities through
appropriate incentives, minimum solvency or liquidity standards, and
enhanced disclosures.
De monetaire beleidscyclus heeft mogelijk een keerpunt bereikt in
grote geavanceerde economieën ... Aanhoudend lage en dalende
rendementen op vastrentende instrumenten zijn institutionele beleggers
blijven stimuleren ... om het rendement te verhogen door
hefboomwerking te gebruiken en te beleggen in riskantere en minder
liquide activa". Her rapport concludeert dat “beleidsmakers de opbouw
van kwetsbaarheden kunnen helpen verminderen door passende prikkels,
minimale solvabiliteits- of liquiditeitsnormen en verbeterde
bekendmakingen.
Met andere woorden, ze waarschuwden iedereen voor hun risicovolle,
economisch ondeugdelijke plan, moedigden de implementatie en
goedkeuring ervan aan en moedigen nu iedereen aan zich snel daaruit
terug te trekken.
De samenvatting van het rapport luidt: "Aangepast monetair beleid
ondersteunt de economie op de korte termijn, maar soepele financiële
omstandigheden moedigen het nemen van financiële risico's aan en
voeden een verdere opbouw van kwetsbaarheden in sommige sectoren en
landen".
Dat "sommige" hierboven kunnen we gerust het understatement van het
jaar noemen. De huidige wereldwijde situatie verslechtert snel met
roekeloze kapitaalinjecties, ongebreidelde implementatie van een
negatief rentebeleid, negatief renderende schulden en eens mega-krachtige
economieën die in elkaar beginnen te vallen. In die zin is het IMF-rapport
slechts een open deur voor velen die aandacht aan de situatie besteden.
In combinatie met het voortdurende optreden tegen vrije handel zal het
Internationaal Monetair Fonds misschien wel spoedig aandringen op het
creëren van door centrale banken uitgegeven digitale valuta (central
bank digital currencies-CBDC) als lapmiddel (uivlucht) voor alle
economische pijn die zij, het IMF, in de loop der jaren zelf heeft
bevorderd en veroorzaakt.
Tenslotte nog even wat informatie over het IMF als organisatie. Wat
voor soort mensen ondersteunen de banken als uitvoerende bestuurders
van het IMF? Aan wie zijn de taken toevertrouwd om de soevereine
rechten van een land te schenden, zijn volk te verarmen en zijn
democratische instellingen uit te hollen?
Ze omvatten een veroordeelde financiële oplichter; de vertrekkend
directeur wordt vervolgd op beschuldiging van verkeerd gebruik van
publieke middelen als minister van Financiën; een verkrachter; een
pleitbezorger van diplomatie van kanonneerboten en de promotor van de
grootste financiële ineenstorting in de geschiedenis van een land.
Tegen de vertrekkend directeur van het IMF Christine Lagarde loopt in
Frankrijk een rechtszaak wegens het verdoezelen van een uitbetaling
van $ 400 miljoen dollar aan tycoon Bernard Tapie terwijl zij minister
van Financiën was in de regering van president Sarkozy. Met deze staat
van dienst een perfecte nieuwe voorzitter van de ECB, die nu Draghi -
de man die op frauduleuze Griekenland de eurozone insjoemelde - gaat
opvolgen.
De voorgaande uitvoerend directeur (november 2007-mei 2011), Dominique
Strauss-Kahn, werd gedwongen af te treden nadat hij werd beschuldigd
van het verkrachten van een kamermeisje in een hotel in New York. Hij
werd later gearresteerd en moest terechtstaan voor pooieractiviteiten
in de stad Lille, Frankrijk.
Zijn voorganger, Rodrigo Rato (juni 2004-oktober 2007), was een
Spaanse bankier die werd gearresteerd en aangeklaagd wegens
belastingontduiking. Hij verborg 27 miljoen euro bij zeventig
buitenlandse banken en lichtte duizenden kleine beleggers op die hij
ervan had overtuigd hun geld in een Spaanse bank te steken, Bankia,
die failliet is gegaan.
Zijn voorganger, de Duitser Horst Kohler, nam ontslag nadat hij een
onwaarschijnlijke verklaring had afgelegd - namelijk dat buitenlandse
militaire interventie nodig was om Duitse economische belangen, zoals
vrijhandelsroutes, te verdedigen. Werken als een instrument voor
imperiale belangen is voor het IMF één ding, het is wat anders als een
IMF-directeur er publiekelijk over spreekt!
Michel Camdessus (januari 1987-februari 2000) was de auteur van de
"Washington Consensus", de doctrine die de wereldwijde neoliberale
contrarevolutie onderschreef. In zijn ambtstermijn omhelste en
financierde het IMF enkele van de ergste dictators van die tijd,
waaronder zijn eigen foto-operaties met de Indonesische sterke man en
massamoordenaar, generaal Soeharto.
Het criminele gedrag van de IMF-top vormt geen anomalie of belemmering
voor hun selectie. Integendeel, ze werden gekozen omdat ze de waarden,
belangen en het gedrag van de wereldwijde financiële elite
weerspiegelen: zwendel, belastingontduiking, omkoping, grootschalige
overboekingen van openbare rijkdom naar particuliere rekeningen zijn
de norm voor de financiële instelling. Deze kwaliteiten passen bij de
behoeften van bankiers die vertrouwen hebben in het omgaan met hun "spiegelbeeld"-tegenhangers
in het IMF.
De internationale financiële elite heeft IMF-leiders nodig die geen
enkele moeite hebben om een dubbele moraal te gebruiken en die grove
schendingen van zijn standaardprocedures over het hoofd zien. De
eerder genoemde Christine Lagarde, bijvoorbeeld, leende $ 30 miljard
aan het fascistische, door het Westen geïnstalleerde
nazi-marionettenregime in Oekraïne, hoewel de financiële pers
gedetailleerd beschreef hoe corrupte oligarchen miljarden hadden
gestolen met de medeplichtigheid van de politieke klasse (Financial
Times, 21 december 2015, p.7). Dezelfde Lagarde wijzigt de regels voor
schuldaflossing, waardoor Oekraïne zijn staatsschuld aan Rusland niet
kan betalen. Dezelfde Lagarde stond erop dat de centrum-rechtse
Griekse regering de pensioenen in Griekenland verder verlaagde tot
onder het armoedeniveau, waardoor het behulpzame regime van Alexis
Tsipras werd opgeroepen om het IMF te vragen niet bij te springen
tijdens de hervormingsoperatie (Financial Times, 21 december 2015,
pagina 1).
Het is duidelijk dat de brute verlaging van de levensstandaard, die
IMF-managers overal doorvoeren, niet los staan van hun misdadige
persoonlijke geschiedenis. Verkrachters, oplichters, militaristen zijn
precies de juiste mensen om een instelling te leiden die de 99% van de
bevolking verarmt en de 1% superrijken verrijkt.