Weinig mensen realiseren zich dat we nu de derde grote bankencrisis sinds 2008 hebben en alle drie hebben zich voorgedaan in een tijdsbestek van minder dan vier jaar – een duidelijke indicatie dat de structuur van het Amerikaanse banksysteem dringend aan een grondige herziening toe is.
Dudley's bredere agenda werd vorige week duidelijk in de openingszin
van zijn opiniestuk. Hij schrijft dat dit de "eerste bankencrisis
sinds 2008" is, wat mooi aansluit bij de propaganda van de Wall
Street-lobbyisten dat er niets significant mis is met het Amerikaanse
banksysteem, waarbij hij dus stilletjes suggereerd dat het Amerikaanse
Congres niet hoeeft na te denken over het scheiden van de
trading-casino's van Wall Street en de federaal verzekerde commerciële
banken (door de Glass-Steagall Act te herstellen - een wet die 66 jaar
lang systemische bankcrises voorkwam tot de intrekking ervan in 1999).
In werkelijkheid ervaren we nu de derde grote bankencrisis sinds 2008
en alle drie hebben zich voorgedaan in een tijdsbestek van minder dan
vier jaar – een duidelijke indicatie dat de structuur van het
Amerikaanse banksysteem dringend aan een grondige herziening toe is.
De eerste bankencrisis sinds 2008 begon op 17 september 2019 – om
redenen die de Federal Reserve nog niet geloofwaardig heeft uitgelegd.
In het laatste kwartaal van 2019 moest de New York Fed
noodrepo-leningen voor een cumulatief totaal (op een voor de termijn
gecorrigeerde basis) van $ 19,87 biljoen (zegge: ruim negentien
duizend miljard dollar) naar Wall Street-banken schuiven. Zoals
onderstaande grafiek aangeeft, ontvingen slechts zes (!)
tradingeenheden van de megabanken op Wall Street 62% van dat bedrag. (Niet
aangepast voor de looptijd van de lening, was het cumulatieve totaal $
4,5 biljoen.)
Fed's repo-leningen aan de grootste leners, 4e
kwartaal 2019, aangepast voor de looptijd van de lening
Onder de Dodd-Frank financiële hervormingswetgeving van 2010 moest de
Federal Reserve de namen vrijgeven van de banken die deze bailout-operaties
ontvingen, en de dollarbedragen van elke lening, twee jaar nadat het
programma was begonnen. Terwijl de mainstream media in de VS in
2008 naar de rechtbank stapten om deze informatie te krijgen, was er
een totale black-out van diezelfde media toen de Federal Reserve de
gegevens voor de bailout-operaties van 2019 vrijgaf. (Lees ons
artikel van 3 januari 2022:
"Federal Reserve geeft (zoals gebruikelijk) geen openheid van zaken").
De volgende bankencrisis vond plaats in maart 2020 en werd
toegeschreven aan de pandemie. De aandelenkoersen van de vier grootste
banken (volgens ingelegde gelden) stortten tussen 2 januari 2020 en 18
maart 2020 met maar liefst 40% tot 60% in. De Federal Reserve rolde
dezelfde wirwar van programma's voor noodleningen uit die het in 2008
had uitgerold - waarbij de New York Fed opnieuw de leiding had over
het grootste deel van die programma's.
Drie jaar later, in maart 2023, vonden de tweede en derde grootste
bankfaillissementen in de Amerikaanse geschiedenis plaats:
respectievelijk Silicon Valley Bank en Signature Bank werden onder
curatele gesteld door de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC).
Bovendien hadden federale toezichthouders Silvergate Bank, een
federaal verzekerde bank, toegestaan zich onder te dompelen in
crypto-outfits (waaronder het crypto-fraudehuis dat eigendom is van
Sam Bankman-Fried) en ervoer het ook een bankrun en mocht het
stilletjes in maart de zaakjes afbouwen. Het is totaal onduidelijk dat
er niet meer bankfaillissementen zullen zijn voordat deze laatste
crisis voorbij is.
De goede oude Federal Reserve doet nu iets wat het nog nooit eerder
heeft gedaan in haar 110-jarig bestaan. Het accepteert
onderwaterobligaties als onderpand voor noodleningen aan wankelende
banken en betaalt 100 cent op de dollar op dat onderpand voor leningen
tot een jaar. (Historisch gezien heeft de Federal Reserve een
haircut op onderpand opgelegd en nachtelijke leningen verstrekt
via haar Discount Window.) De Federal Reserve noemt haar nieuwe
programma het Bank Term Funding Program (BTFP).
Over dat Discount Window: naarmate banken voorzichtiger worden ten
opzichte van hun risicovollere "collega's" stoppen ze met het geld
uitlenen aan hen, wat de creatie van consumentenkrediet doet inkrimpen
en die banken in een moeilijke positie plaatsen: ze moeten zichzelf
nog steeds financieren. Maar waar kunnen dan heen? De banken die niet
kunnen wachten of andere tegenpartijen (collega-banken) kunnen vinden,
gaan naar het kortingsvenster van de Federal Reserve, het Discount
Window, maar dit is tegenwoordig een zeldzaamheid gezien het negatieve
stigma dat verbonden is aan het moeten lenen van de Fed.
Als het bekend is dat u van tevoren in een wankelende positie verkeert
wanneer u (als bank) het kortingsvenster gebruikt, dan zijn de rapen
gaar - nu is de kans nòg kleiner dat u tegenpartijen kunt vinden voor
het rechtstreeks lenen buiten de Federal Reserve. Dit stigma kan
aanleiding geven tot een zichzelf versterkende feedback-lus van
aanscherping van de financieringsnormen die meer banken dwingt om
gebruik te maken van de kortingsperiode – een recept voor een
financiële ramp.
In tegenstelling tot wat centrale bankiers en politici ons willen doen
geloven is er extreme interbancaire stress. Banken tikken niet zomaar
nonchalant op het kortingsvenster: de gevolgen van het publiekelijk
bekendmaken van hun zwakte betekent dat banken het alleen gebruiken
als ze in grote moeilijkheden verkeren. De zelfversterkende spiraal
van strengere leennormen is goed op weg op de interbancaire markt en
kan binnenkort helpen de consumenteninflatie te onderdrukken tot een
scherpe desinflatie nu er begonnen is het consumentenkrediet te
vernietigen:
De voorzitter van de Federal Reserve, Jerome Powell, moest
feitelijk banken laten failliet gaan, hij moest marktwaardeverliezen
toestaan om alle slecht afgedekte financiële instellingen te
vernietigen. Hij deed dat niet. Powell draaide voor de tweede keer om
een gloednieuwe noodliquiditeitsfaciliteit te creëren om banken tot
in het oneindige te ondersteunen, en een nieuw acroniem dat
daarbij hoort is het zojuist genoemde BTFP, het Bank Term Funding
Program.
BTFP neemt de door de Amerikaanse schatkist gedekte leningen van een
standaard repo-transactie en voegt daar het geld-uit-het-niets-mechanisme
van Quantitative Easing (QE) aan toe om een enigszins niet-oneindige
liquiditeitsfaciliteit te creëren. Deze faciliteit stelt banken in
staat om te komen wanneer ze willen en hun noodlijdende,
gedevalueerde US treasuries (UST's) en door hypotheken gedekte
effecten (mortgage backed securities (MBS)) als onderpand te geven, en
in ruil daarvoor de volledige waarde van die effecten in
contanten te ontvangen.
De Federal Reserve koopt niet per se effecten, maar voorkomt de
gedwongen verkoop van noodlijdende effecten door banken toe te staan
contanten te lenen die veel hoger zijn dan de waarde van die effecten
- dat geld wordt uit het niets gecreëerd en hoewel het moet worden
terugbetaald heeft het nog steeds hetzelfde netto stimulerende,
risiconemende effect van het introduceren van liquiditeit in het
systeem dat kenmerkend is voor eerdere Quantitative Easing (QE)-programma's.
Lenen tegen gedevalueerd onderpand tegen pari (koers van 100% nominale
waarde) is stimulerend. Hoe je dit geld-uit-het-niets UST-gedekte
leningprogramma ook wilt noemen, de financiële voorwaarden zijn
versoepeld. Gezien het feit dat het moet worden terugbetaald, zou een
betere naam misschien Quantitative Teasing zijn...
Door leningen te verstrekken tegen noodlijdende, sterk afgeprijsde
activa en tegen pari, pompen de Federal Reserve en het Amerikaanse
ministerie van Financiën nieuwe dollars in het systeem bóven de waarde
van het onderpand. Het is een standaard repo-transactie, die hetzelfde
waardecreërende effect heeft als QE: we noemen het dan ook Stealth QE.
BTFP is groot genoeg om in theorie alle niet-gerealiseerde verliezen
in de Amerikaanse banksector te dekken, zo'n 650 miljard dollar, die
allemaal zonder medeweten van zijn "collega's" (en wij natuurlijk) van
deze faciliteit kunnen profiteren. Terwijl de Federal Reserve en het
ministerie van Financiën beslist niet eerder dan in 2025 zullen
bekendmaken wie BTFP-noodleningen gebruikt. Nu weten Amerikaanse
banken niet wie er in hun sector in een kwetsbare kapitaalpositie zit,
dus kunnen ze risicovolle tegenpartijen niet vermijden. Het potentiële
gebruik van deze faciliteit is onthutsend hoog, en noch de banken die
met elkaar zaken doen, noch het publiek zal weten wie er gebruik van
maakt. Een situatie die onnoemelijke niveaus van sterk verspreide,
onzichtbare risico's voor de banksector introduceert, waardoor een
toch al kwetsbaar financieel netwerk des te kwetsbaarder wordt.
Het redden van een startup-bank was voor velen een schokkende stap en
heeft geleid tot onzekerheid over de kracht van Amerikaanse banken.
Anders gezegd: als de stabiliteit van het Amerikaanse financiële
systeem zou kunnen worden bedreigd door tegenpartijen van Silicon
Valley Bank die een afwaardering van ongeveer 20% op hun activa zouden
ontvangen mocht de bank echt failliet gaan en geliquideerd worden, hoe
kwetsbaar en onderling verbonden is het Amerikaanse financiële systeem
dan?
We hoeven niet lang te zoeken om een antwoord te vinden. Van
Amerikaanse banken werd gezegd dat ze voldoende reserves hadden tot ze
daalden tot ~ $ 2,5 biljoen - maar toen ze onlangs voor $ 550 miljard
aan deposito-uitstroom werden geconfronteerd hadden ze een bailout van
$ 251 miljard nodig. Net als in 2019, toen de Federal Reserve
tussenbeide kwam om de repomarkt te kalmeren door de balansen van
banken opnieuw vloeibaar te maken, hervloeit ze vandaag de balansen
van banken om de angst en realiteit van snel verslechterende
liquiditeits- en financieringsvoorwaarden in de banksector te
onderdrukken.
Onze prognose: BTFP zal plaatselijke, kleinere banken de nek omdraaien
die niet aan het programma kunnen deelnemen vanwege een gebrek aan
voldoende in aanmerking komend onderpand. Hogere tarieven hebben al
geleid tot een uittocht van spaarders uit instellingen in het hele
land, maar het is vooral verwoestend voor kleinere regionale banken
die geen grote depositobasis hebben om de impact van een enorme
uitstroom op te vangen. Terwijl spaarders en beleggers vluchten naar
staatsobligaties en geldmarktfondsen die 5% opleveren (nu meer dan
4%), hebben grotere banken de spaarrente verhoogd om de uittocht van
spaarders en beleggers naar hoger renderende instrumenten tegen te
gaan, terwijl kleinere regionale banken objectief gezien niet in staat
zullen zijn om spaargelden aan te trekken. De tarieven zijn voor de
kleintjes te hoog om winstgevend te blijven.
Terwijl de Fed bankreserves vernietigt door effecten buiten de balans
te laten vervallen, hebben grote banken voldoende reserves bij de hand
om de storm te doorstaan. Ondertussen bevinden de reserves voor kleine
banken zich op een gevaarlijk laag niveau, waardoor deze kritieke
financieringsinfrastructuur dreigt op te drogen en het overleven van
kleine banken wordt belemmerd: