Nu het militair-industriële complex door de Europese Commissie van de CO2-(oplichterij) verlost wordt - oorlog is voortaan duurzaam - is er geen ontkomen meer aan: op naar de Derde Wereldoorlog.
"In het EDIS wordt een visie uiteengezet voor een Europees defensie-industriebeleid tot 2035 en worden acties aangekondigd die de EDTIB (Europese technologische en industriële defensiebasis) moeten versterken door 'meer, meer samenwerking en Europese investeringen van lidstaten'; het vermogen van de Europese defensie-industrie om snel te reageren en zich aan te passen aan elke situatie versterken; een cultuur van defensiegereedheid integreren in alle EU-beleidsmaatregelen; en de krachten bundelen met de mondiale, gelijkgestemde en strategische partners van de EU."
"Wat betreft industriële hiaten is de EDTIB gefragmenteerd aan zowel de vraag- als de aanbodzijde. Volgens de analyse van de investeringskloof zijn de nationale overheden de primaire bron van vraag naar binnenlandse defensie-industrieën, die ook de exportregelgeving vaststellen en toezicht houden op het gehele inkoopproces voor defensie-uitrusting. Dit heeft ertoe geleid dat nationale defensiebedrijven die op kleine markten opereren, producten produceren in hoeveelheden die volstrekt onvoldoende zijn voor de huidige geopolitieke omgeving'.
"Gebrek aan samenwerking belemmert ook het vermogen van de EU om op te treden: in zijn CARD-rapport van 2020 concludeert het EDA dat fragmentatie het vermogen van lidstaten om gezamenlijke operaties uit te voeren, belemmert, wat een duidelijk resultaat is van het Strategisch Kompas en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB)".
"Het is van essentieel belang dat de EU
optimaal gebruikmaakt van de
substantiële verhoging van de
financiering om de industriële
paraatheid van de defensie te bereiken…
Om de samenhang van EU-actie in de
defensie-industrie te garanderen, stelt
de EDIS een Defence Industrial
Readiness Board voor, die
vertegenwoordigers van de lidstaten, de
EU High Representative en de Europese
Commissie zou omvatten. De raad zou de
gezamenlijke EU-defensieprogrammering en
-aanbestedingsfunctie moeten uitvoeren
die wordt gevraagd in de
defensie-investeringskloofanalyse. De
voorgestelde EDIP-verordening zou de
raad formeel oprichten, die ook zou
helpen bij de implementatie van de EDIP."
Het gaat erom de industrie in de EU zodanig in te richten dat deze qua tijd en omvang aan de eisen van de lidstaten kan voldoen.
"Tijdens een evenement in januari 2024 presenteerde EU-commissaris voor de Interne Markt Thierry Breton een door schulden gefinancierd fonds van € 100 miljard om de gezamenlijke inkoop van defensieproducten te stimuleren."
"Tijdens de bijeenkomst van de Europese
Raad in juni 2024 bespraken de
EU-leiders opties om financiering voor
de Europese defensie te mobiliseren. Zij
nodigden de Europese Commissie en de
hoge vertegenwoordiger uit om 'uitgewerkte
opties te presenteren, die door de Raad
moeten worden besproken, voor publieke
en private financiering om de
technologische en industriële basis van
de defensie te versterken en om kritieke
capaciteitstekorten aan te pakken'…
Bretons oproep voor de €100 miljard werd
gesteund door de Franse president
Emmanuel Macron, die heeft opgeroepen
tot een fonds dat het gezamenlijke
pandemieherstelfonds van de EU
weerspiegelt, maar dan met een fonds
voor defensie-uitgaven. [regeleinde
toegevoegd]
Soortgelijke oproepen zijn gedaan door
de toenmalige premier van Estland (en nu
de aangewezen hoge vertegenwoordiger),
Kaja Kallas, en de voorzitter van de
Europese Raad Charles Michel. Bovendien
lijken Tsjechië, Luxemburg en Finland
volgens nieuwsberichten ontvankelijk
voor het idee om nieuwe euro-obligaties
te bespreken, zolang het opgehaalde geld
uitsluitend voor defensie wordt gebruikt. CSIS-experts hebben in het verleden al
een dergelijke aanpak voorgesteld: 'Volgens
het model van het herstelplan van € 750
miljard… Next Generation EU, zou de
Europese Commissie op de kapitaalmarkten
kunnen lenen om gezamenlijke
investeringen te ondersteunen of
gezamenlijke aanbestedingen namens de
lidstaten na te streven'."
"Volgens artikel 41(2) van het Verdrag betreffende de Europese Unie mogen geen uitgaven die militaire of defensie-operaties impliceren, worden gefinancierd door de EU-begroting. Volgens artikel 173 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is de EU echter verantwoordelijk voor het verbeteren van het concurrentievermogen van de Europese industrie, waaronder de Europese defensie-industrie. De EU-defensie-industrie kan dus worden ondersteund door de EU-begroting."
Primair versus secundair recht:
elke actie die de EU onderneemt, is
gebaseerd op de verdragen. Deze
bindende overeenkomsten tussen
EU-lidstaten bepalen de
EU-doelstellingen, regels voor
EU-instellingen, hoe beslissingen worden
genomen en de relatie tussen de EU en
haar leden.
-
Verdragen vormen het uitgangspunt van
het EU-recht en worden in de EU primair
recht genoemd.
-
Het geheel van wetgeving dat voortvloeit
uit de beginselen en doelstellingen van
de verdragen, staat bekend als secundair
recht. Hiertoe behoren verordeningen,
richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en
adviezen.
"De beleidsuitgaven die voortvloeien uit
de uitvoering van die bepalingen komen eveneens ten laste van de begroting
van de Unie, behalve wanneer het beleidsuitgaven betreft die voortvloeien uit
operaties die gevolgen hebben op militair of defensiegebied en gevallen
waarin de Raad met eenparigheid van stemmen anders besluit.
In de gevallen waarin de uitgaven niet ten laste komen van de begroting van de
Unie, komen zij ten laste van de lidstaten volgens de bruto nationaal product-verdeelsleutel,
tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen anders besluit. Lidstaten
wier vertegenwoordiger in de Raad een formele verklaring krachtens artikel 31,
lid 1, tweede alinea, heeft afgelegd, zijn niet verplicht bij te dragen in de
financiering van uitgaven die voortvloeien uit operaties die gevolgen hebben op
militair of defensiegebied."
1. De Unie en de lidstaten dragen er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie, aanwezig zijn.
Hiertoe is hun optreden, overeenkomstig een systeem van open en concurrerende markten, erop gericht:
—
de aanpassing van de industrie aan structurele wijzigingen te bespoedigen;
— een gunstig klimaat voor het ontplooien van initiatieven en voor de ontwikkeling van ondernemingen in de gehele Unie, met name van het midden- en kleinbedrijf, te bevorderen;
— een gunstig klimaat voor de samenwerking tussen ondernemingen te bevorderen;
— een betere benutting van het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling te stimuleren.
2. De lidstaten plegen, in verbinding met de Commissie, onderling overleg en coördineren, voor zover nodig, hun activiteiten. De Commissie kan initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te organiseren en in de nodige elementen te voorzien met het oog op periodieke controle en evaluatie.
Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.
[Dat laatste is dan ook het enige, het is een nepparlement en heeft ook hierover
niets te zeggen].
3. De Unie draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van lid 1 door middel van haar beleid en optreden uit hoofde van andere bepalingen van de Verdragen. Het Europees Parlement en de Raad kunnen volgens de gewone wetgevingsprocedure na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité specifieke maatregelen vaststellen ter ondersteuning van de activiteiten die in de lidstaten worden ondernomen om de doelstellingen van lid 1 te verwezenlijken met uitsluiting van enige harmonisering van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten.
Deze titel verschaft geen grondslag voor invoering door de Unie van maatregelen waardoor de mededinging kan worden vervalst of die belastingbepalingen of bepalingen betreffende de rechten en belangen van werknemers inhouden..
Art. 41(2) van het VEU zal (mis)bruikt
worden om de
belastingbetalersfinanciering van een
van de militair-industriële plannen van
de Commissie te omzeilen, door toevlucht
te nemen tot schuldfinanciering van dit
hele plan. Met andere woorden: er zullen
geen belastingen voor worden
gereserveerd (wat ronduit illegaal zou
zijn), dus de EU-Commissie zal het geld
gewoon ophalen via hun rekeningen en
obligaties. De reactie kunnen we al
voorspellen: "We hebben geen van de
primaire we-bepalingen overtreden, we
hebben gewoon iets gedaan dat niet in
een van de verdragen wordt genoemd" (behalve,
laten we zeggen, het Verdrag van
Maastricht dat expliciet het aangaan van
gedeelde of gepoolde schulden verbiedt,
maar nogmaals, dat is een formaliteit
die de rechtbanken over een paar jaar
moeten oplossen).
Art. 173 van het VWEU zal tegelijkertijd
worden gebruikt om twee punten te
beargumenteren: aangezien dit hele
avontuur zal worden gefinancierd met
schulden, in tegenstelling tot het
gebruik van belastingen, kan en zal
letterlijk alles wat de Europese Commissie zal
doen om een blokbreed
militair-industrieel kartel op te zetten,
worden gedaan via deze functionele
equivalentie van de Commerce Clause, die
het Amerikaanse Congres de autoriteit
geeft 'om handel met buitenlandse naties,
en tussen de verschillende staten, en
met de Indiaanse stammen te reguleren' (volgens
Wikipedia). Let op dat Art. 173 van het
VWEU op dezelfde manier zal worden (mis)bruikt,
met als belangrijkste verschil met de
constitutioneel-republikeinse bepalingen
in de VS dat de Europese Commissie, via de nog
op te richten 'Defence Industrial
Readiness Board', deze bevoegdheden zal
hebben.