De vorige keer dat militair keynesianisme weer in de mode was, waren we al een heel eind op weg naar een wereldoorlog. Dat moet beter kunnen! Deze keer is de Europese herbewapening vooral gericht op een oorlog tegen Rusland (en daarna: China!) en het herstructureren van de kwakkelende economie. De voorstanders ervan hebben besloten dat defensie de beste weg is naar geconcentreerde macht in Brussel en, o ja, economisch herstel, dat ook nog.
De oorlog in Oekraïne, het uiteenvallen van de NAVO
en het westerse militaire bondgenootschap, vormden de perfecte basis
voor de bevordering van de Europese herbewapening. Plotseling lijkt het
erop dat vrijwel elk Europees staatshoofd zich bekeerd heeft tot de
deugd van het verhogen van de defensie-uitgaven. Zelfs de Duitsers, die
normaal gesproken fanatiek zijn in het controleren van overheidsuitgaven,
zijn voorstanders geworden van 'uitgeven, uitgeven, uitgeven en zien wat
er gebeurt'.
Tijdens de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad in Brussel
bestond er geen twijfel over dat de wapenindustrie de groeisector zou
worden. De 'leiders' van de Europese Unie kwamen overeen een akkoord te
sluiten dat miljarden euro's zou vrijmaken om de defensie-uitgaven te
verhogen. Voorstanders van dit plan pleiten voor het mobiliseren van
maar liefst 800 miljard euro voor de herbewapening van het leger. Na
uitvoering van dit plan zouden de EU-lidstaten leningen kunnen krijgen
tot een totaalbedrag van 150 miljard euro.
Duitsland loopt voorop in de campagne om de Europese economie te
herstructureren rond de noodzaak van defensie. De inzet voor dit project
is sterk gemotiveerd door het doel de dreiging van een economische
recessie af te wenden en de noodlijdende automobielsector te redden.
Zoals Holger Schmieding, hoofdeconoom bij de Berenberg Bank, stelde: 'Het
wordt voor iedereen duidelijk dat defensie-uitgaven de manier zijn om
banenverlies in de auto-industrie te compenseren.' Een uitgelekt plan
voor de Duitse herbewapening gaat zelfs zó ver dat het voorstelt 400
miljard euro te besteden aan nationale defensie en nog eens 500 miljard
euro toe te wijzen aan de wederopbouw van de Duitse infrastructuur.
Natuurlijk is het nog vroeg, en verstandige raad zou wel eens in de wind
geslagen kunnen worde op de chauvinistische verschuiving van
Europa naar een oorlogseconomie. De rechtvaardiging voor de keuze voor
militair keynesianisme is de vermeende bedreiging die Rusland vormt voor
de Europese veiligheid en de noodzaak om de integriteit van Oekraïne te
verdedigen (en het land zo snel mogelijk te integreren in de Europese
Unie - inlegvelletje of geen inlegvelletje). Het is echter voor iedereen
duidelijk dat, zelfs als alle miljarden die voor de verdediging van
Europa zijn gereserveerd verstandig worden geïnvesteerd, dit weinig
invloed zal hebben op de ontwikkelingen op het slagveld van Oekraïne.
Het omvormen van de kwakkelende Duitse auto-industrie tot de productie
van militair materieel zal jaren duren, evenals het proces om de
bestaande West-Europese veiligheidsmiddelen om te vormen tot een
geloofwaardige militaire macht.
Bedenk dat de Duitse spoorweginfrastructuur momenteel in een te slechte
staat verkeert om tanks en ander militair materieel door het land te
vervoeren. Jarenlange obsessie met de Net Zero Green-gekte heeft zijn
tol geëist van de eens zo formidabele Duitse economie.
Het is een publiek geheim dat de EU (ook) zijn defensie-infrastructuur
ernstig heeft verwaarloosd. Ook worden initiatieven onder leiding van de
EU en andere Europese instellingen tergend langzaam uitgevoerd. Het
onvermogen van de EU om een doeltreffende, Europabrede reactie te
bieden op de coronacrisis, legde de erbarmelijke staat van het vermogen
van deze instellingen om met een noodsituatie om te gaan bloot. De EU is
goed in regelgeving, maar niet in het voor elkaar krijgen van dingen. De
regelgevende instellingen van de EU zijn meer geïnteresseerd in
regelgeving dan in de uitvoering van een complex plan dat is ontworpen
om het continent te herbewapenen.
Het probleem van het transformeren van de Europese defensie tot een
geloofwaardige macht is ook niet louter een kwestie van militair
materieel. Europese legers – waaronder Groot-Brittannië en Frankrijk –
zijn slecht voorbereid op een oorlog. De EU-landen zijn vervreemd
geraakt van de patriottische waarden die nodig zijn om een daadwerkelijke
militaire inzet tegen Rusland te ondersteunen. Keir Starmers 'coalitie
van bereidwilligen' roept de vraag op: 'Wát willen we doen?'. In een
tijd waarin noch Frankrijk noch Groot-Brittannië hun grenzen kunnen
beveiligen om massale illegale migratie te voorkómen, zal hun bereidheid
om bereidwillig te zijn, ècht op de proef worden gesteld.
Macron en zijn collega's zijn misschien wel goed in het spelen van de
rol van aspirant-Napoleon Bonapartes. Maar deze kletsmajoors zijn niet
in staat om de uitkomst van de oorlog in Oekraïne ernstig te beïnvloeden.
Momenteel beschikken alleen de Verenigde Staten over de middelen en de
militair-technologische capaciteit om de uitkomst van deze oorlog
significant te beïnvloeden.
Hoewel alle stoere praat die uit de Brusselse bubbel voortkomt een
uitgesproken performatieve dimensie heeft, is het belangrijk om de
gevaren serieus te nemen van het ontketenen van een explosieve dynamiek
die snel kan escaleren en uit de hand kan lopen. Nu we afstevenen op een
wereld van toenemend protectionisme en economisch conflict, bestaat het
gevaar dat de Europese herbewapening onbedoeld tot een wapenwedloop
leidt (tot groot plezier van het militair/industrieel complex). De
geschiedenis leert dat een dergelijke ontwikkeling onvermijdelijk
onvoorspelbare gevolgen heeft.
Wat werkelijk zorgwekkend is aan het besluit van de Europese Raad, is
niet alleen de 'uitgaven, uitgaven'-strategie of de inzet op de
economische voordelen van de wapenindustrie. Wat werkelijk zorgwekkend
is, is dat de leidende Europese militaire haviken geen duidelijkheid
hebben over de toekomstige koers van het continent. Geplaagd door de
ziekte van geopolitieke ongeletterdheid hebben de Europese leiders
verzuimd de vraag aan te pakken hoe ze moeten navigeren in een wereld
waarin de drie dominante machten – Amerika, China, Rusland – een
onevenredig sterke invloed hebben op geopolitieke kwesties.
Europese landen moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor hun nationale
defensie en dat zal ongetwijfeld hoge financiële kosten met zich
meebrengen. De aankondiging van president Trump dat Amerika van plan is
zijn militaire rol in Europa te verkleinen, maakt de kwestie van de
continentale defensie zeer urgent. Maar deze uitdaging mag niet worden
verward met de oplossing van de oorlog in Oekraïne. Evenmin mag Oekraïne
worden gebruikt als voorwendsel om het beleid van militair keynesianisme
te rechtvaardigen.
De belangen van de Duitse auto-industrie mogen niet worden verward met
de belangen van het Oekraïense volk.
We moeten er ook voor waken dat de federalistische *proest* leiding *proest*
van de EU de defensiekwestie misbruikt om haar macht te centraliseren -
de voorbereidingen daartoe zijn al in een ver gevorderd stadium.
Defensie moet worden gezien als een nationale aangelegenheid waarvoor
soevereine staten verantwoordelijkheid zouden moeten dragen.
De Europese Unie zal haar eigen boontjes moeten doppen en de handleiding
hoe dat te doen lijkt niet door de Amerikanen te worden gegeven.
Er is nauwelijks nog iets dat de verschillende delen van wat vroeger de
westerse wereld werd genoemd, met elkaar verbindt. De opkomst van Trumps
presidentschap in 2025 heeft de trend naar fragmentatie van het
wereldwijde westerse denken verstevigd. Amerika richt zijn blik naar
binnen en de Aziatische regio, en een al te vaak genegeerd Europa weet
dat zijn kwetsbaarheid en zwakte aan het licht komen (maar zal dat nooit
uitspreken).
Het huidige conflict tussen Europa en Amerika kan niet worden
gereduceerd tot een contrasterende aanpak van de Russische invasie van
Oekraïne. Het is ook niet simpelweg een conflict over tarieven en handel.
Ja, we zien de krachtige verdediging van het Amerikaanse nationale
belang, maar de dynamiek die hieruit voortvloeit, is niet slechts de
nieuwste versie van de gebruikelijke concurrentiepositie tussen
verschillende mogendheden.
De recente onthulling van het zogenaamd geheime gesprek tussen hoge
Amerikaanse topfunctionarissen op Signal toonde aan dat het hier niet om
een gewone inbreuk op de beveiliging ging. De manier waarop de
onthulling plaatsvond en de houding van de deelnemers aan het gesprek
wezen erop dat wat vroeger bekendstond als het Westen, of de Westerse
Alliantie, van elke inhoudelijke inhoud is ontdaan. De minachtende toon
die de deelnemers aansloegen jegens Europa en de Europese 'leiders'
getuigde van een ernstige culturele breuk tussen de twee continenten.
Ongetwijfeld voelen delen van de Europese elites dezelfde gevoelens
jegens hun 'ongemanierde' Amerikaanse neven in de regering-Trump.
Het is moeilijk te voorspellen hoe het zich ontvouwende drama zich zal
ontwikkelen en of het de fase van een westerse familiemoord zal bereiken.
Er moeten nog steeds een paar mensen het hoofd koel houden en de
geopolitieke breuk tussen de twee continenten loopt parallel aan een
fundamenteel cultureel conflict in alle delen van de westerse wereld. De
uitkomst van de botsing tussen Europa en Amerika zal echter niet
volledig door de hoofdrolspelers worden bepaald. Er zijn wereldwijd
machtige krachten aan het werk die leiden tot een intensivering van
economische en politieke rivaliteiten. De strategische positionering die
dit teweegbrengt, luidt een nieuw tijdperk van realpolitik in – een
tijdperk waarin de hoofdrolspelers zich steeds minder geneigd zullen
voelen om openlijk militaire macht te projecteren. En natuurlijk staan
China, Rusland en India (en andere BRICS-landen) klaar om elke kans te
grijpen die de gevolgen van de confrontatie tussen de westerse wereld
bieden.
Het gaat niet alleen om de loskoppeling van de VS van Europa, maar ook
om een breuk met de conventies van na de Tweede Wereldoorlog die het
kader vormden voor de intrawesterse betrekkingen. De NAVO heeft lange
tijd aan de beademing gelegen. Nu heeft Washington besloten op te roepen
tot stopzetting van verdere behandeling.
Het is belangrijk om op te merken dat Trumps schijnbare
onverschilligheid voor het lot van de NAVO en zijn onwil om Europa als
een serieuze partner te blijven beschouwen, al lang op zich lieten
wachten. De contouren van de huidige situatie speelden zich al af onder
het toezicht van de regering-Biden in de weken voorafgaand aan de
Russische invasie van Oekraïne in 2022.
In feite werden Europese leiders in de maanden voorafgaand aan de
Russische invasie gedegradeerd tot figuranten. Het waren de VS en
Rusland, Biden en Poetin, die de hoofdrolspelers waren. Zij waren
degenen die belangrijke diplomatieke manoeuvres uitvoerden, niet de
leiders van Frankrijk of Duitsland. Toen Washington in februari 2022
eenzijdig besloot om 3000 extra troepen naar Polen en Roemenië te sturen,
deed het dan ook geen enkele poging om met de Europese Unie te
overleggen.
Een kop in de
New York Times van januari 2022
vatte de afwijzing van de EU goed samen: 'De VS en Rusland zullen de
Europese veiligheid bespreken, maar zonder de Europeanen.'
Het artikel stelde het volgende:
'Het onontkoombare feit is dat wanneer de
Verenigde Staten en Rusland maandag in Genève
bijeenkomen om de veiligheid van Oekraïne en Europa te
bespreken, de Europeanen daar niet aanwezig zullen zijn. En wanneer de
NAVO woensdag met Rusland bijeenkomt, zal de Europese Unie als
instelling er niet bij zijn – hoewel 21 landen lid zijn van beide
groeperingen.'
Destijds meldde de NYT dat deze bilaterale gesprekken 'oude angsten
hadden aangewakkerd dat de twee Koude Oorlogsmachten op eigen houtje een
deal zouden smeden'. De voormalige chef buitenlandbeleid van de EU,
Josep Borrell, uitte eerder zijn zorgen over de autoritaire aanpak van
de VS en Rusland. 'We leven niet meer in de tijd van Jalta, toen de
grootmachten in 1945 bijeenkwamen om het naoorlogse Europa te verdelen',
zei hij. De Europese Unie 'kan geen toeschouwer zijn', vervolgde hij,'
terwijl de Verenigde Staten, de NAVO en Rusland de Europese veiligheid
bespreken.' Maar toen de invasie in Oekraïne op gang kwam, was dat
precies wat Europa was: een toeschouwer.
Tegenwoordig wordt de EU nog maar zelden in het theater uitgenodigd en
heeft ze moeite om zelfs maar de status van toeschouwer te bereiken. Er
is iets werkelijk treurigs aan het onvermogen van de Europese elites om
de hedendaagse realiteit onder ogen te zien. Neem de verklaring van onze
voormalige, liegende premier en huidige secretaris-generaal van de NAVO,
Mark Rutte.
Hij pochte voor een publiek in
Warschau het volgende:
'De NAVO-bondgenoten vertegenwoordigen de helft van de economische en
militaire macht van de wereld. Twee continenten, 32 landen en een
miljard mensen. Samen in de NAVO zijn Europa en Noord-Amerika
onverslaanbaar. Vandaag en in de toekomst. Daarom zeg ik dit tegen onze
miljard mensen: Wees gerust. De trans-Atlantische band is sterk. En ja,
wij zullen van de NAVO een sterker, eerlijker en dodelijker alliantie
maken. Zo blijven we allemaal veilig in een gevaarlijkere wereld'.
Een sterke transatlantische band? Echt waar?
Rutte's Pinokkiaanse uitspraak dient als een trieste herinnering aan de
hardnekkige chronische zelfbedrogtoestand die de fantasieloze politieke
heersers van de EU teistert. Het geeft aan dat, in ieder geval aan de
Europese kant van de Atlantische Oceaan, de regerende elites nog steeds
moeite hebben om de realiteit onder ogen te zien en hun landen niet voor
te bereiden op de uitdagingen die de zich ontvouwende wereldorde met
zich meebrengt.
Het is duidelijk dat de Westerse Alliantie lange tijd op geleende tijd
heeft geleefd. De Koude Oorlog tussen de vrije en de totalitaire wereld
heeft het Westen een ongekende cohesie verschaft. Maar deze cohesie was
gebaseerd op de morele superioriteit die men genoot ten opzichte van de
diepgewortelde Sovjet-Unie. Dit was een negatieve vorm van moreel gezag,
gebaseerd op het contrast met een moreel inferieur politiek systeem.
Nadat de Sovjet-Unie uiteenviel en de Koude Oorlog ten einde kwam, moest
het Westen de morele bronnen in zichzelf vinden om legitimiteit te
verwerven.
Dat het einde van de Koude Oorlog in 1991 een gemengde zegen zou blijken
te zijn, werd destijds door scherpzinnige waarnemers erkend. Nauwelijks
was de Koude Oorlog voorbij of een gevoel van nostalgie naar de
zekerheden en morele helderheid die een wereld verdeeld tussen goed en
kwaad bood, sloeg toe. De voormalige diplomaat en invloedrijke econoom
John K. Galbraith schreef: 'Het harde, indringende feit is dat er in de
afgelopen 45 jaar, iets minder dan een halve eeuw, niemand is omgekomen,
ongelukken daargelaten, in een conflict tussen de rijke en relatief
welvarende industriële landen van de wereld, en dit geldt zowel voor de
kapitalistische... als voor de landen die zichzelf als communistisch
hebben gekarakteriseerd.' Galbraiths klaagzang over de goede oude tijd
van de Koude Oorlog vond weerklank in de Financial Times: 'De opluchting
van het Westen over het einde van de Koude Oorlog is geschiedenis. Dit
is vervangen door de angst voor politieke instabiliteit en het besef dat
de integratie van Oost-Europa, om nog maar te zwijgen van de Sovjet-Unie,
in de wereldeconomie problemen met zich meebrengt van een tot nu toe
onvoorstelbare complexiteit'.
'Waarom we de Koude Oorlog binnenkort zullen missen', was de titel van
een invloedrijk essay geschreven door John J. Mearsheimer, een
wetenschapper op het gebied van internationale betrekkingen, in
The Atlantic in augustus 1990.
Mearsheimer, misschien wel de meest invloedrijke voorstander van de
realistische school van internationale betrekkingen, begreep dat de
Koude Oorlog enkele van de conflicten die het Europese continent in het
voorgaande tijdperk teisterden, slechts had onderdrukt en niet opgelost.
Hij merkte op:
'We kunnen echter op een dag wakker worden en treuren om het verlies van
de orde die de Koude Oorlog aan de anarchie in de internationale
betrekkingen gaf. Want ongetemde anarchie is wat Europa kende in de
vijfenveertig jaar van deze eeuw vóór de Koude Oorlog, en ongetemde
anarchie – Hobbes' oorlog van allen tegen allen – is een belangrijke
oorzaak van gewapende conflicten. Degenen die denken dat gewapende
conflicten tussen de Europese staten nu uitgesloten zijn, dat de twee
wereldoorlogen alle oorlogen uit Europa hebben weggebrand, projecteren
onterecht optimisme op de toekomst. De vredestheorieën die impliciet aan
dit optimisme ten grondslag liggen, zijn opmerkelijk oppervlakkige
constructies .'
Mearsheimer stelde dat 'de kans op grote crises, zelfs oorlogen, in
Europa nu waarschijnlijk dramatisch zal toenemen, nu de Koude Oorlog
naar de achtergrond verdwijnt' .
Vijfentwintig jaar later is het duidelijk dat de jaren na de Koude
Oorlog ongunstig bleken voor degenen die de westerse alliantie in stand
wilden houden. Maar er staat meer op het spel dan alleen het lot van de
NAVO. Het is belangrijk om op te merken dat wat het Westen verbond niet
alleen pragmatische strategische doelstellingen waren. Het was niet
louter een defensiepact. Evenmin kon het Westen in het tijdperk na 1945
worden gelijkgesteld met een Amerikaans imperium. Er was ook een
gemeenschappelijke morele en intellectuele erfenis – een waardensysteem
dat de nationale grenzen oversteeg en dat zelfs Hitler of Stalin niet
volledig kon ondermijnen en verstoren.
Het Westen, of de westerse beschaving, heeft altijd een intern diverse
cultuur gekend, maar heeft toch altijd blijk gegeven van het vermogen
zichzelf te vernieuwen. Door de geschiedenis heen is het geteisterd door
verdeeldheid, zoals de deling van het Romeinse Rijk in een westerse en
een oosterse helft. Dit werd gevolgd door de splitsing van de
christelijke kerk in een rooms-katholieke en een oosters-orthodoxe
vleugel. De daaropvolgende splitsing van het westerse christendom ten
tijde van de Reformatie leidde tot eeuwenlange bloedige conflicten
tussen protestanten en katholieken. De zware tol die de bloedige
ideologische conflicten van de 20e eeuw eisten, bracht talloze
commentatoren ertoe om sombere hints te geven over de dreigende
ondergang van de westerse beschaving. Toch hebben het Westen en de
historische erfenis die het belichaamde het op de één of andere manier
overleefd.
Kunnen we optimistisch zijn dat het Westen nog steeds over de
regeneratieve krachten beschikt die nodig zijn om de ondermijnende
effecten van de verdeeldheid die het zichzelf heeft toegebracht, in te
dammen? Dat kan als voldoende mensen in invloedrijke posities begrijpen
dat de huidige situatie waarin het Westen zich bevindt niet alleen
geopolitiek, maar ook cultureel van aard is - en aan mensen met een
gezond verstand is in de top van de EU en de lidstaten een chronisch
tekort. Elke westerse samenleving wordt geconfronteerd met een intern
cultureel conflict tussen degenen die de samenleving willen distantiëren
van haar culturele erfenis en degenen die haar willen vernieuwen. Het
winnen van dit conflict tegen de tegenstanders van de westerse cultuur
is een voorwaarde om betekenis te geven aan het idee van het Westen in
de 21e eeuw.
Nu het Westen de weg kwijt is, heeft het nog steeds de kans om op zijn
schreden terug te keren en met zichzelf te leren leven. Zo niet (en
gezien de agressieve houding van onze - veelal niet democratische - 'leiders'
is dat een gegeven) dan staan China en andere landen klaar.
Nog een laatste punt. In 1938 publiceerde Winston Churchill een boek
getiteld Arms and Covenant, dat later dat jaar in de VS werd
heruitgegeven onder de titel While England Slept: A Survey of World
Affairs, 1932-1938. Churchill was woedend over de terughoudendheid
van de Britse regering om de dreiging van nazi-Duitsland serieus te
nemen en het falen om het leger voor te bereiden op de komende oorlog.
Hitlers inval in Polen rechtvaardigde zijn oproep tot herbewapening.
Als Churchill vandaag nog zou leven, zou zijn versie van While England
Slept hernoemd zijn tot While Europe Played With Toy Soldiers. Wat er in
1938 toe deed, was militaire herbewapening om een ernstige bedreiging
voor de menselijke beschaving het hoofd te bieden. Wat er vandaag toe
doet, is niet zozeer een militaire, maar een morele herbewapening. Zoals
J.D. Vance een tijdje geleden in zijn historische toespraak voor het
aanwezige publiek van Europese leiders in München vertelde, bevindt de
werkelijke vijand zich niet buiten de EU. De werkelijke vijand bevindt
zich binnen de EU en wordt ondersteund door de morele verwarring die
heerst binnen de natiestaten van de EU. De fysieke herbewapening die
door de Europese Raad wordt voorgesteld, zal de morele verwarring die de
federalistische leiders van de EU teistert, alleen maar benadrukken. Een
herbewapening die ons inziens door toedoen van onze 'leiders'
ongetwijfeld zal resulteren in een Derde Wereldoorlog.
[Alle links, bronnen, documenten en meer informatie uitsluitend voor abonnee's]
[12 april 2025]
Afdrukken
Doorsturen