De zelfvernietiging van de Europese Unie
De geopolitieke ontrafeling van Europa versnelt. Het oude continent
vervalt steeds sneller, cultureel, intellectueel en moreel – en dat
alles terwijl er vanuit de top van het Brusselse gesticht over "waarden"
wordt geschreeuwd.
Terwijl de VS hun toon fundamenteel hebben gewijzigd ten opzichte van
de verloren proxyoorlog in Oekraïne, ploegen het Verenigd Koninkrijk
en de Europese Unie door met meedogenloze oorlogsretoriek, die een
verkeerde voorstelling van zaken geeft over de essentie van deze ramp
en hoe deze te beëindigen. In plaats van een pad naar vrede te banen,
zitten westerse regeringen gevangen in een achterhaalde denkwijze –
klampen ze zich vast aan illusies van macht, rechtvaardigheid en
mondiaal leiderschap die niet langer aansluiten bij de geopolitieke
realiteit.
Het EU-beleid om Oekraïne te steunen 'tot de overwinning', zelfs 'tot
de laatste Oekraïner', is oneerlijk en contraproductief. Het was vanaf
het begin een retorische belofte die niet de intentie had om te worden
nagekomen. De herhaalde oproep tot een 'rechtvaardige en duurzame
vrede' is weinig meer dan politiek theater. In werkelijkheid maakt de
westerse definitie van rechtvaardigheid – het herstellen van de
territoriale integriteit van Oekraïne, het afdwingen van
herstelbetalingen en het vervolgen van Russische leiders – vrede
onhaalbaar. Deze eisen zijn pas afdwingbaar na een totale militaire
nederlaag van Rusland, iets wat noch het Verenigd Koninkrijk, noch
zijn 'bondgenoten' kunnen bereiken. Zelfs niet bij lange na.
Op dit punt lijkt de collectieve anti-Russische oorlogsobsessie waarin
het Europese continent zich bevindt steeds meer op de fatale passies
van Kapitein Ahab – de man die alles verloor in zijn bloeddorstige
waanzin om die witte walvis af te slachten. Het zou nu wel duidelijk
moeten zijn dat de Europeanen de Russische Moby Dick nooit zullen
kunnen vangen (ze hebben het de afgelopen 200 jaar drie keer
geprobeerd). Integendeel, juist de wapens die ze ertegen inzetten,
slepen Europa steeds dieper de ondergang in.
De kloof tussen retoriek en realiteit legt een gevaarlijk denkkader
bloot dat de gebruikelijke Europese hypocrisie overstijgt. Westerse
mogendheden dringen aan op vrede, maar streven deze na door middel van
escalatie, sancties en eindeloze wapenleveringen – en dat alles
terwijl ze een directe confrontatie vermijden waarvan ze weten dat die
tot een onvoorstelbaar bloedbad op hun eigen grondgebied zou leiden.
Het resultaat is een proxy-oorlog, uitgevochten tot zoals gezegd de
laatste Oekraïner, in naam van waarden die inconsistent worden
toegepast en strategisch incoherent zijn.
Zo is de door de EU 'afgedwongen' wapenstilstand voor Rusland een
non-issue. De reden waarom de Russen die niet willen wordt
verduidelijkt door de Belgische minister van Defensie Theo Francken,
die zei dat NAVO-troepen onmiddellijk op Oekraïens grondgebied kunnen
opereren zodra er een staakt-het-vuren is ingesteld:
Wat de Belg in zijn onwetendheid toegeeft is dat zodra de 'staakt-het-vuren'-val
tegen Rusland is opgezet, de EU van plan is om Oekraïne te overspoelen
met (NAVO)troepen om het conflict te bevriezen totdat Oekraïne tot de
nok toe is uitgerust met nieuwe wapens en zijn agressie tegen Rusland
kan hervatten. De Russen hebben dat spel allang doorzien.
Feit is dat Europa zichzelf heeft gemarginaliseerd. Toen Donald Trump
Biden's 'Oekraïne moet winnen'-scenario effectief had laten varen
kwamen de Europeanen in de problemen. Zonder een plaats aan de
diplomatieke tafel en jarenlang geen contact met Rusland, is hun rol
bij het tot stand brengen van een oplossing marginaal. De Britse en
Franse fantasie om een 'coalitie van bereidwilligen' te sturen om
vrede af te dwingen is waanzin – een waanidee geboren uit irrelevantie
en wanhoop.
Europa's agressieve mars richting militarisering versnelt met de dag.
Verzwegen wordt de absurditeit van het koppelen van militaire uitgaven
aan het bbp, en zelfs economische neergang wordt genoemd als een
rechtvaardiging voor oorlog. Het geplande defensiefonds van € 800
miljard van de EU, dat collectief geleend moet worden, is een fiscale
tijdbom – één die toekomstige generaties zal belasten en
tegelijkertijd een oorlog zal versterken die Europa al verloren heeft.
Zelfs in landen als Zweden en Denemarken, ooit beschouwd als bastions
van vrede, is militarisme een tweepartijenorthodoxie geworden.
Trouwens, die schuld van 800 miljard euro zal de grootste verleiding
worden voor hebzucht, geweld, meer leugens en grenzeloze corruptie,
aangezien de wapenhandel en -verspreiding in Oekraïne de helft van de
Levante en Noord-Afrika voorziet van zwaar geschut, artillerie en
waarschijnlijk ook drones. Er loopt een oude wapenhandelsroute via de
Balkan.
De militariseringsdrang, de financiële overmoed en de groeiende
afstand tot diplomatiek realisme van de EU zijn de onmiskenbare
signalen van een diepere crisis binnen de Europese politieke elite –
een gevaarlijke cocktail van ideologische hartstocht, economische
zelfvernietiging en strategische misrekening. Ooit een bastion van
diplomatie, is de EU bezweken voor een oorlogsmentaliteit die
teruggrijpt op eerdere mislukkingen. In tegenstelling tot eerdere
conflicten waarbij onderhandelingen op tafel bleven liggen, heeft de
Europese leiding een alles-of-niets-houding aangenomen ten aanzien van
Oekraïne en aangedrongen op een totale overwinning op Rusland, ondanks
de onmogelijkheid om die te behalen. Dit is een historisch patroon –
een patroon dat Europa al eerder tot zelfdestructieve oorlogen heeft
geleid.
Eén van de meest opvallende aspecten van de huidige situatie is dat de
Europese strategie economisch onhoudbaar is. De EU heeft zich
gecommitteerd aan enorme militaire uitgaven en belooft fondsen die ze
niet heeft. Met ambities om Oekraïne te bewapenen, het land te
integreren in de EU en het na de oorlog weer op te bouwen, is de
financiële last duizelingwekkend. Deze toezeggingen lopen op tot in de
duizenden miljarden, maar er zit geen concreet geld achter. De
economische realiteit van de EU – een afnemende wereldwijde invloed,
afnemende innovatie en toenemende interne verdeeldheid – suggereert
dat haar aspiraties weinig meer zijn dan politiek theater. De EU
pleegt in wezen financiële zelfmoord door te wedden op een conflict
dat ze zich niet kan veroorloven.
Europese leiders lijden aan een terminale vorm van intellectuele
verlamming. Terwijl Donald Trump flirt met vredesakkoorden, klampen de
EU-elites zich vast aan een statische houding ten opzichte van
Oekraïne, die sinds 2014 onveranderd is gebleven. Er is een
collectieve weigering om hun eigen falen toe te geven, zelfs nu
Oekraïne terrein verliest en het publieke enthousiasme afneemt. Dit is
geen strategie, maar de weigering om de realiteit onder ogen te zien.
En het is zeer gevaarlijk.
Ondertussen dreigt de terugkeer van Donald Trump de Europese status
quo te verstoren. Hoewel hij wordt verguisd om zijn onvoorspelbaarheid,
wordt Trump door anderen geprezen voor het forceren van een
noodzakelijke verstoring. Door de NAVO in twijfel te trekken en de
deur te openen voor een dialoog tussen de VS en Rusland, biedt Trump
mogelijk onbedoeld de enige echte weg naar vrede – een weg gebaseerd
op wederzijdse concessies in plaats van eenzijdige straf.
Ondanks alle grootspraak en geposeerde standpunten is de EU
gereduceerd tot een geopolitiek aanhangsel van de Verenigde Staten,
dat Washington volgt in het verlengen van het conflict en
tegelijkertijd de kosten draagt. Hoewel de EU zichzelf ziet als een
wereldwijde morele autoriteit, is ze in de daadwerkelijke
onderhandelingen aan de kant geschoven. Zelfs binnen het Europees
nepparlement bestaat een bijna religieus geloof in een narratief dat
de fundamentele militaire en economische realiteit tegenspreekt.
Europa's morele arrogantie kan herleid worden tot zijn
imperialistische verleden, waar macht en wetgeving vanzelfsprekend
waren. De 'we moeten'-reflex – zo wijdverbreid in het Britse parlement
– maskeert een verlies aan daadwerkelijke invloed. Europa praat over
waarden omdat het geen macht meer heeft en vervangt strategisch denken
door moreel geneuzel. Erger nog, dit moralisme verblindt beleidsmakers
voor hoe de NAVO buiten haar grenzen wordt gezien: niet als een
defensief bondgenootschap, maar als de moderne arm van het westerse
imperialisme.
Deze blindheid, verergerd door mainstream media-uniformiteit en een
echokamer van het defensie-establishment, dreigt de oorlog te
verlengen en de westerse geloofwaardigheid wereldwijd te ondermijnen.
Het is niet zo dat er geen afwijkende stemmen zijn; het is dat ze
gemarginaliseerd, gecensureerd of afgedaan worden als marginalen –
zelfs binnen democratische samenlevingen die beweren open debat te
koesteren.
Laten we in het kader van bovenstaande ons eens nader richten op de
structurele tekortkomingen van de Europese Unie. Inmiddels moet toch
duidelijk zijn dat de EU verre van een vredesproject is, en dat ze
nooit bedoeld is geweest om vrede te bevorderen. Haar enige moment van
diplomatieke eenheid – de voortijdige erkenning van Slovenië en
Kroatië in 1992 – leidde tot de oorlog in Bosnië. De EU heeft zich
altijd meer op haar gemak gevoeld als geopolitieke sloopkogel dan als
bruggenbouwer.
De narratieve dominantie van het Westen, die het mogelijk maakte om
wreedheden in Congo, Joegoslavië, Irak en Gaza te verdoezelen, stort
eveneens in. Wat ooit voor diplomatie doorging is vermomd militarisme
geworden. Ministeries van Buitenlandse Zaken pleiten niet langer voor
vrede – ze praten slechts defensiebeleid na. Het woord 'vrede' zelf is
taboe geworden in de politiek, de journalistiek en de academische
wereld.
Bovendien is de bureaucratische centralisatie van de EU een vorm van
interne kolonisatie geworden. Landen als Hongarije, Slowakije en zelfs
het Verenigd Koninkrijk (vóór de Brexit) zijn zich gaan verzetten
tegen wat een ondemocratisch supranationaal rijk genoemd kan worden.
De uitholling van de nationale soevereiniteit, door Brussel in een
stroomversnelling gebracht, voedt zowel de onvrede onder de bevolking
als de strategische inconsistentie.
Een andere cruciale tekortkoming is het onvermogen van de EU om de
veranderende geopolitieke orde te erkennen. Terwijl Europese leiders
blijven aandringen op militaire escalatie, heeft de oorlog de
strategische doelen van Rusland al veiliggesteld. De uitbreiding van
de NAVO is ingeperkt en Moskou heeft zijn invloed in de wereldwijde
diplomatie verstevigd. De EU raakt ondertussen steeds meer geïsoleerd.
In plaats van zich aan te passen aan de veranderende
machtsverhoudingen, klampen EU-leiders zich vast aan een achterhaalde
visie op hun eigen relevantie en voeren ze blindelings beleid dat hun
neergang versnelt.
Wat er in Europa aan de hand is, is naar onze mening dat zowel de
politieke instellingen op EU-niveau als op nationaal niveau worden
gekaapt door wat overduidelijk elite-marionetten zijn. Von der Leyen,
Starmer, Rutte, Kallas, enzovoort. Dit zijn intellectuele dwergen,
zorgvuldig uitgekozen door de neoconservatieve factie van de westerse
oligarchie. Juist vanwege die eigenschap, namelijk ijverige "gevangenisbewakers"
van Europa: intellectuele dwergen die zonder vragen doen wat hun wordt
opgedragen.
Op dezelfde manier worden alle belangrijke media en sociale media in
heel Europa gekaapt en onderworpen aan wat studies aantonen als
censuur van gedachten, censuur van feiten (bijvoorbeeld genocide en
terreurdaden door "bondgenoten") en manipulatieve misframing. Het is
op deze drie niveaus (de politieke top, de mainstream media en de
sociale media) dat het intellectuele niveau in Europa tot nul is
gedaald.
Ondanks de sombere vooruitzichten is er wellicht reden tot hoop in de
opkomst van multipolariteit. China in het bijzonder vormt een
rationeel tegenwicht tegen de westerse neergang. China's
langetermijnvisie en zijn toewijding aan het internationaal recht
contrasteren scherp met het kakistocratische leiderschap van het
Westen (de heerschappij van de slechtste en minst competente). Zelfs
de strijdlust van de Trump-regering zou ironisch genoeg de Europese
onthechting van de Verenigde Staten kunnen versnellen, wat een
langverwachte strategische herijking zou kunnen afdwingen.
Toch zijn de vooruitzichten op een vreedzame transitie somber. Laten
we eerlijk zijn: Europa is intellectueel dood. Het is zijn realisme,
zijn creativiteit en, nog gevaarlijker, zijn gevoel voor een positieve
en vreedzame toekomst kwijtgeraakt. Zonder een radicale culturele en
strategische verschuiving zal het niet alleen onmogelijk zijn om zijn
huidige geopolitieke irrelevantie te overwinnen, maar zal Europa
hoogstwaarschijnlijk mentaal en institutioneel verstrikt raken in deze
dodelijke passie voor hermilitarisering.
Samenvattend: de EU stevent af op een ineenstorting, niet door een
militaire nederlaag, maar door zelf veroorzaakte economische ondergang
en strategische irrelevantie. Terwijl voormalige Europese leiders
zoals Willy Brandt de noodzaak van diplomatie en realpolitik begrepen,
wordt de EU vandaag de dag gedreven door ideologische rigiditeit en
morele arrogantie. Als de EU haar aanpak niet snel heroverweegt,
bevindt het zich mogelijk niet alleen aan de verliezende kant van het
Oekraïneconflict, maar ook in een diepere existentiële crisis die het
zelf heeft veroorzaakt. De les hier is duidelijk: oorlogen worden niet
alleen gewonnen op het slagveld, maar ook in de zalen van de
diplomatie. En op dat vlak faalt Europa spectaculair.
De ondergang van Europa is niet onvermijdelijk, maar versnelt
momenteel. Alleen door de illusies van dominantie los te laten en
diplomatie, pluralisme en vreedzame visies te herontdekken, kan het de
komende catastrofe hopen te vermijden. Maar daarvoor is het
noodzakelijk dat veel - niet democratisch gekozen - 'leiders' het veld
ruimen.
[Alle links, bronnen, documenten en meer informatie uitsluitend voor abonnee's]
[24 mei 2025]
Afdrukken
Doorsturen