De wereldeconomie bereikt haar limiet

Er bestaan veel mythen over energie en de economie. Een recente analyse wijst er op dat de transitie naar een nieuwe groene economie niet zo goed verloopt als verwacht. Strategen voor de inzet van groene energie hebben het feit over het hoofd gezien dat de wereldeconomie de voorkeur geeft aan goedkope producenten. Ook wordt er weinig gesproken over de enorme kosten die het overschakelen naar een groene economie met zich meebrengen. Kàn de wereldeconomie nog wel groeien?


Zo heeft een nieuwe studie van het Franse Institut Rousseau uitgewezen dat er volgens haar berekeningen een investering van 40 biljoen (!) euro nodig is om Europa klimaatneutraal (een koolstofneutrale economie) te maken. De investering is volgens het rapport nodig om “Europa in de mondiale race om concurrentievermogen te houden, in lijn met de strategische autonomie-agenda van de EU”. Dat lijkt ons nog aan de lage kant, vooral omdat het rapport wordt gefinancierd door de fractie van de Groenen in het Europees nepparlement. Om die kosten nog wat aan de 'lage' kant te houden hoopt men de lidstaten ervan te overtuigen dat een investering van 40 biljoen euro om de “green deal” van Brussel te verwezenlijken, geen weggegooid geld is.

Even een overzichtje van het geld dat het rapport presenteert:

- 'we' moeten tegen 2050 40 biljoen euro investeren om de EU-economie koolstofvrij te maken, wat neerkomt op ongeveer 10% van het huidige bbp van de EU.
- tegen 2050 zijn nog eens 10 biljoen euro extra investeringen nodig, een gemiddelde van ongeveer 2,3% van het huidige bbp per jaar. Dit is ongeveer de helft van wat de EU in 2022 aan de import van fossiele brandstoffen heeft uitgegeven.
- de overheidsuitgaven moeten worden verdubbeld van 250 naar 510 miljard euro per jaar om particuliere investeringen en de financiering van onrendabele oplossingen voor het koolstofvrij maken te stimuleren. Het Stabiliteitspact beperkt het vermogen van landen om actie te ondernemen, en transitie-investeringen moeten van deze begrotingsregels worden uitgesloten.
- deze extra overheidsinvesteringen van 260 miljard euro per jaar bedragen ongeveer 1,6% van het huidige bbp van de EU. Dit is minder dan de EU-uitgaven voor het herstel van Covid-19 (338 miljard euro per jaar) of de EU-subsidies voor fossiele brandstoffen (359 miljard euro per jaar).
- het renoveren van gebouwen en het bevorderen van de vermindering van het auto- en vliegtuiggebruik moeten prioritaire doelstellingen zijn voor aanvullende publieke steun, hoewel publieke inzet in alle sectoren nodig is. Dat dit niet in goed overleg zal gaan moge blijken uit het nieuws van vandaag van de Nederlandsche Bank die het noord-Koreaanse model nastreeft van gedwongen woningverbetering. De Telegraaf: "Bijna 95% van huiseigenaren kan de verduurzaming van hun huis naar tenminste energielabel B en een warmtepomp best betalen, stelt De Nederlandsche Bank (DNB). Wie het geld niet op de bank heeft, kan het lenen. DNB oppert om verduurzaming verplicht te stellen bij aankoop van een woning, als de Nederlandse bevolking niet snel genoeg verduurzaamt." Kennelijk gaat topman Klaas Knot ook op de activistische toer en is het mandaat dat zijn bank gekregen heeft ergens achter de stalen kluisdeuren opgeborgen. Of in het World Economic Forum tasje van Mark Rutte, dat kan natuurlijk ook.

Maar goed: de VS en de EU stevenen af op een economische achteruitgang, omdat gesubsidieerde ‘groene’ transities niet goedkoop of kosteneffectief zijn, en veel minder winstgevend voor leveranciers en klanten.

Dit alles leidt ertoe dat het mondiale macro-economische systeem zijn fysieke grenzen heeft bereikt en zich niet langer duurzaam kan ontwikkelen, aldus een recente analyse. Het is een mythe dat wind- en zonne-energie de elektriciteitsvoorziening voor de VS en de EU-landen vergroten. Hoge prijzen zijn de reden voor precies het tegenovergestelde, benadrukt de expert.

Ook is het een sprookje dat de VS en de EU het gebruik van elektrische voertuigen enorm kunnen opvoeren of het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) aanzienlijk kunnen vergroten zonder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Zowel de productie van elektrische voertuigen als AI zijn grote gebruikers van de elektriciteitsvoorziening. We hebben gezien dat de VS en de EU niet langer over een groeiende elektriciteitsvoorziening per hoofd van de bevolking beschikken. Het opvoeren van de elektriciteitsopwekking zou een lange aanlooptijd vereisen (tien jaar of meer) vergen, resulterend in een grote toename van het verbruik van fossiele brandstoffen en een toename van het aantal elektriciteitstransmissielijnen.

Die hoge elektriciteitsprijzen als gevolg van ‘groen’ beleid en sancties tegen goedkoop Russisch gas hebben geleid tot een scherpe daling van het elektriciteitsverbruik in 2023. Drie belangrijke industriële sectoren – chemie en petrochemie, ijzer en staal, papier en pulp – hebben het elektriciteitsverbruik teruggedrongen. d.w.z. de productie daarvan is verminderd en/of bedrijven failliet zijn gegaan vanwege onbetaalbare prijzen.


Wereldeconomie

Wereldreuzen als Amerika en China blijven echter nog steeds enorme sommen geld investeren in de weinig belovende industrie, waardoor andere sectoren van de economie in gevaar komen. Dit alles leidt tot stagnatie over de hele wereld, vooral omdat economen over de hele wereld naar China kijken en het land op dit vlak teleurstellende resultaten laat zien. Als gevolg hiervan blijkt dat de twee mondiale reuzen eenvoudigweg de groei van het wereldsysteem vertragen.

Het is een mythe dat de wereldeconomie gewoon door kan gaan, wat er ook gebeurt met de energievoorziening en de stijgende schulden. De problemen op de huizenmarkt in China zouden in theorie kunnen leiden tot het uiteenspatten van schuldenzeepbellen over de hele wereld.

De wereldeconomie is afhankelijk van een groeiende schuldenzeepbel. Het hangt ook af van een steeds groter aanbod van goederen en diensten. In feite zijn de twee nauw verwant. Zolang er een toenemend aanbod is van goedkope energie, zoals gebruikt door de gebouwde infrastructuur, heeft de economie de neiging te groeien.

China, met zijn problemen in de vastgoedsector, is een voorbeeld van wat er mis kan gaan als de energievoorziening (steenkool in China) duur wordt naarmate de voorziening beperkter wordt. Uit de gegevens blijkt dat het Chinese steenkoolaanbod per hoofd van de bevolking in 2013 beperkt was. De Chinese steenkoolproductie per hoofd van de bevolking steeg, maar daalde daarna. Dit maakte het voor bouwers moeilijker om de woningen te bouwen die gepland waren voor de toekomstige eigenaren en werd het één van de redenen voor hun financiële problemen.


Grondstoffen

De winning van hulpbronnen neemt ongeveer 4% van ons mondiale energieverbruik voor zijn rekening. Dit aandeel neemt voortdurend toe. Steeds meer mijnbouw vindt plaats in politiek instabiele landen, zoals Congo of Afghanistan, waardoor de toeleveringsketens onbetrouwbaar worden en de kans op verstoringen groot is. Op verzoek zullen we eens wat grondstoffen onder de loep nemen.

Koper
Koper is één van de belangrijkste grondstoffen in de elektronica. In 2019 bedroeg het wereldwijde verbruik van koper 24,5 miljoen ton, terwijl de mondiale voorraden naar schatting 870 miljoen ton bedroegen. Als het koperverbruik niet zou toenemen (deze veronderstelling gaat helaas niet op) en ons recyclingpercentage stabiel zou blijven, zouden we nog eens 35 jaar over nog meer koperbronnen beschikken.  Mogelijk worden er nog meer afzettingen gevonden. Er wordt bijvoorbeeld aangenomen dat er veel in de Andes gedolven kan worden. Deze zijn echter om twee redenen energie-intensief om te winnen - zij vereisen te veel water en machines die simpelweg te groot zijn. Om nog maar te zwijgen over de verwoesting die aan het milieu wordt toegebracht. De energie-efficiëntie van de winning van koper neemt in de loop van de tijd af.

Nikkel
Nikkel wordt gebruikt bij het maken van staal, zoals bij accumulatortechnologie. De totale mondiale voorraden worden geschat op ongeveer 300 miljoen ton. Het jaarlijkse verbruik in 2020 bedroeg ongeveer 2,5 miljoen ton, vergeleken met de helft van dat in 2000. Volgens schattingen zouden we in 2050 ongeveer 60% van de nikkelvoorraden hebben opgebruikt tijdens de transitie naar een hernieuwbare economie. Er zijn pogingen om het schaarse kobalt te vervangen door nikkel in de recente batterijtechnologie, waardoor het wereldwijde nikkelgebruik nog verder zou toenemen. Het meeste nikkel wordt gevonden in Rusland, maar ook in Zuid-Afrika, Indonesië en de Filippijnen.

Kobalt
Mobiele telefoons, computers en andere IT-apparaten hebben veel kobalt nodig. Het wordt ook gebruikt in gasturbines, kernreactoren, de magneten van windturbines en in batterijen. De mondiale kobaltvoorraden worden geschat op ongeveer 25 miljoen ton, waarvan het grootste deel zich bevindt onder één enkele, onstabiele Afrikaanse staat, Congo. Maar liefst een vijfde van al het kobalt wereldwijd komt uit één enkele Congolese mijn. Kleinere afzettingen zijn ook te vinden in Rusland, Australië, Cuba en de VS. Volgens prognoses zal de mondiale behoefte aan kobalt toenemen als gevolg van de groene transitie. Volgens schattingen zal de mondiale groene transitie in 2050 waarschijnlijk 80% van de momenteel bekende kobaltvoorraden exploiteren.

Lithium
Voor de allernieuwste batterijtechnologie is lithium nodig, dat alleen gemakkelijk in de Andes kan worden gewonnen. Lithiumbatterijen hebben de hoogste energiedichtheid en worden daarom veel gebruikt in elektrische auto's. Het wereldwijde lithiumverbruik bedroeg in 2015 32 duizend ton, en is in 2020 gestegen tot 82 duizend. Het meeste lithium bevindt zich in de zogenaamde lithiumdriehoek (Argentinië-Bolivia-Chili, naar schatting 50 miljoen ton), maar ook in China en Australië. Momenteel is het Australië dat het meeste lithium ter wereld opgraaft.

Tellurium
Efficiënte zonnepanelen vereisen een materiaal genaamd tellurium, dat drie keer zeldzamer is dan goud. Er is wereldwijd slechts 200 ton tellurium bekend.

Platina
Platina, nodig in waterstofcellen, wordt eigenlijk alleen maar gewonnen in Zuid-Afrika.

Goud
In één ton gebruikte mobiele telefoons (zonder batterijen) vinden we meer goud dan in één ton ruw erts. Dit vertelt ons twee dingen. Ten eerste dat het goud dat nodig is voor elektronica in de natuur steeds zeldzamer te vinden is. Ten tweede zou dit erop duiden dat het gemakkelijker te recyclen zou zijn. Helaas wordt het goud in mobiele telefoons vermengd met andere materialen. Er zitten tegenwoordig zo’n zestig verschillende materialen in mobiele telefoons.

Zeldzame aardmetalen
Zeldzame aardmetalen worden niet zeldzaam genoemd omdat er niet veel van op aarde voorkomen, maar omdat er geen grote concentraties van bekend zijn. Ze zijn dun verspreid en worden vaak samen met radioactief materiaal aangetroffen. Hun opgravingen zijn daarom uiterst energie-inefficiënt, broeikasgasintensief en destructief voor het milieu.
- Terbium, dat in gloeilampen wordt gebruikt, wordt zo goed als alleen in China gewonnen.
- Europium, dat ook in gloeilampen wordt gebruikt, wordt eveneens hoofdzakelijk in China gewonnen.
- Neodymium, gebruikt in sterke magneten voor windturbines en elektrische motoren, wordt uitsluitend gewonnen in China. Ongeveer 300 kg daarvan is nodig voor één enkele windturbine met grote capaciteit.
Slechts ongeveer 1% van de zeldzame aardmetalen werd in 2009 gerecycled.

Fosfor
Het meeste fosfor wordt gebruikt bij de productie van kunstmest. 80% van de fosfaatvoorraden in de wereld zijn te vinden in Marokko en enkele andere Noord-Afrikaanse landen. De bekende voorraden worden geschat op 70 miljard ton, het jaarlijkse verbruik in 2019 bedroeg 240 miljoen ton. De Europese Unie heeft fosfaten tot kritische mineralen verklaard. Fosfor kan theoretisch worden gerecycled, maar dit is een zeer inefficiënt proces. Oververzadiging van fosfaten leidt tot eutrofiëring, de verspreiding van algen en destructie van het milieu, zoals bijvoorbeeld in de Mexicaanse Golf of Chinese riviersystemen.

Zand
Zand lijkt misschien een materiaal dat overal verkrijgbaar is. Er zijn tenslotte de Sahara, de Gobi en het Lege Kwartier van Arabië, evenals andere woestijnen over de hele planeet. Zand wordt gebruikt in gebouwen, asfalt, het sterk milieu-verontreinigende hydraulisch fracken,  maar ook in elektronische chips. Zand is na water het meest gebruikte materiaal. Jaarlijks consumeren we er ongeveer 50 miljard ton van.
De grootste oorzaak van het tekort aan zand is verstedelijking. Het zand dat in woestijnen wordt aangetroffen, is echter nutteloos voor de bouwconstructie. Bouwzand is afkomstig uit rivierbekkens. De winning ervan is zo verwoestend voor het milieu dat de winning ervan feitelijk verboden is in de ontwikkelde wereld.

Gigantische locaties in het Midden-Oosten met enorme wolkenkrabbers, zoals Dubai of het Saudi Line-project, vereisen een enorme import van zand... in de woestijn. Dubai alleen al heeft 150 miljoen ton zand geïmporteerd uit de andere kant van de wereld, Australië. Ze hebben nog meer zand geïmporteerd uit België, ons eigen Nederland en zelfs Groot-Brittannië. Het gebied van Singapore is uitgebreid met 130 km3 kunstmatig land. Singapore zegt dat het tussen 2000 en 2020 ongeveer 600 miljoen ton zand uit de hele wereld heeft geïmporteerd. Deze exporterende landen geven slechts toe dat ze 280 miljoen ton hebben geëxporteerd. Wat verklaart het verschil? Het winnen en exporteren van zand is in veel landen illegaal. Verbazingwekkend genoeg exporteren woestijneconomieën zand voor stranden. Marokko en de Westelijke Sahara hebben lange stukken van hun kustlijn geëxporteerd om de stranden in Europa en de Canarische Eilanden aan te vullen.

De onmogelijkheid van een circulaire economie in twee zinnen: laten we een recyclingpercentage van 80% veronderstellen (wat hoger is dan de meeste van dergelijke percentages in de praktijk). Als je een materiaal slechts tien keer recycleert, houd je niet meer dan 11% van het oorspronkelijke volume over.

Aandeel hernieuwbare energiebronnen over de hele wereld
Er schuilt een enorme paradox in de groene transitie. De materialen die we tot nu toe hebben gewonnen, waren het gemakkelijkst te winnen in termen van energieverbruik en broeikasgasenergie. Het probleem is dat de meeste materialen die we nodig zullen hebben voor de groene transitie nog niet zijn gewonnen. We zullen ze hoogstwaarschijnlijk ontginnen met behulp van fossiele energie, waardoor onze broeikasgasemissies eerder zullen toenemen dan afnemen. En ze zullen steeds moeilijker te ontginnen zijn en vereisen meer energie. Tegenwoordig besteden we ongeveer 5% van alle energie aan het simpelweg ontginnen van nieuwe energiebronnen. Dit zal in de loop van de tijd toenemen.



Batterij opslag
Het probleem hier is dat lithiumbatterijen momenteel (500-800 Wh/kg) een fractie van de energieopslag van fossiele brandstoffen per volume- of gewichtseenheid (900-1000 Wh/liter) vormen.

Waterstof opslag
Het overgrote deel van de waterstof die vandaag de dag wordt geproduceerd, gebeurt niet via elektrolyse (groene waterstof), maar met behulp van fossiele brandstoffen (grijze waterstof). Deze laatste bedraagt momenteel ongeveer 96% van alle waterstof. Voor de productie van waterstof uit aardgas is 25 kWh/kg nodig, bij elektrolyse 60 kWh/kg. Bovendien kunnen we waterstof niet efficiënt opslaan en is de efficiëntie van de waterstofbrandstofcel laag, rond de 60%. Dus zelfs bij elektrolyse is het totale rendement van een elektrolyse-brandstofcel ongeveer 35%.

Zonne-energie
Elk uur stuurt de zon een hoeveelheid energie naar de aarde die overeenkomt met het gehele jaarlijkse energieverbruik van de mensheid. Deze hoeveelheid energie is geografisch gezien echter niet gelijkmatig verdeeld. Bovendien is deze hoeveelheid zonne-energie per vierkante meter lager dan wat nodig zou zijn voor intensieve menselijke activiteit per vierkante meter. Daarom moet deze energie worden geoogst uit een groter geografisch gebied dan waar de activiteit plaatsvindt. Opwekken van onne-energie geschiedt ook met tussenpozen in de tijd, aangezien het 's nachts bijna nul is, en laag als de lucht bewolkt is.
Energie-opslag is daarom cruciaal. Het probleem is dat zonnepanelen met voldoende opslagcapaciteit op het huidige technologieniveau een negatieve energiebalans hebben. Dit betekent dat ze voor de productie ervan meer energie nodig hebben dan ze tijdens hun hele levensduur leveren. Het energierendement op de investering van zonnecentrales is momenteel 1:4, wat betekent dat ze gedurende de eerste zes jaar dat ze in bedrijf zijn alleen maar de energie terugproduceren die is verbruikt om ze te creëren.

Wind-energie
Het totale jaarlijkse windpotentieel van de aarde bedraagt ongeveer 600 exajoule, wat gelijk is aan de totale huidige jaarlijkse energiebehoefte van de mensheid. (Wind is uiteindelijk ook een effectieve vorm van zonne-energie, omdat het zonnestraling is die temperatuurverschillen veroorzaakt die tot luchtcirculatie leiden.) De totale mondiale windenergieproductie bedraagt momenteel ongeveer 750 gigawatt, waarbij ongeveer 1900 terrawatt elektriciteit per jaar wordt geproduceerd, wat ongeveer 10% is van het mondiale elektriciteitsverbruik van de mensheid.
Voor een windturbine van 130 meter hoog en een capaciteit van 3 megawatt is 300 ton staal, 12 ton puur koper, 1 ton aluminium en 2000 ton beton nodig. Plus de fabriekscapaciteit die nodig is om deze te produceren. Gecombineerd met een elektrische opslagcapaciteit die twaalf dagen aan windenergie kan opslaan, wordt de totale energiebalans van het systeem gedurende de gehele levensduur negatief.

Geothermische energie
Vergeleken met zonne- en windenergie is het grote voordeel van geothermische energie dat deze stabiel is en niet intermitterend.
Het totale geothermische potentieel van de aarde bedraagt ongeveer 40 exajoule voor elektriciteitsopwekking (ongeveer 3% van onze huidige mondiale elektriciteitsproductie). Gezien de enorme energiebehoefte bij het boren en monteren is de totale energie-efficiëntie tijdens de levensduur van een geothermische elektriciteitscentrale echter extreem klein (ongeveer 3%). Er is ook een enorme uitstoot van materiaal en broeikasgassen als bijwerking. Naast geothermisch water komen ook tal van gassen vrij, waarvan CO2 de belangrijkste is (in een mate die ongeveer de helft is van de traditionele aardgascentrales).
Het potentieel van geothermie voor wereldwijde verwarming bedraagt ongeveer 400 exajoule. Hier is het ongeveer 13 keer efficiënter dan het traditionele systeem. In de hoofdstad van IJsland, Reykjavík, worden bijna alle gebouwen verwarmd door geothermische energie.

Waterkracht
Hydro is in wezen ook een vorm van zonne-energie, omdat het de verdamping is die water weer naar een hoger niveau tilt. Het totale mondiale energiepotentieel van waterkracht wordt geschat op ongeveer 60 exajoule, wat ongeveer 10% is van de totale energiebehoeften van de mensheid. In de jaren veertig kwam ongeveer 40% van het elektriciteitsverbruik in de VS uit waterkracht. Tegenwoordig leveren waterkrachtcentrales ongeveer 20% van het wereldwijde elektriciteitsverbruik, evenals 74% van alle hernieuwbare energie. Ongeveer 90% van deze capaciteit is gebaseerd op waterpompen, een niet-batterijgebaseerde opslagcapaciteit voor zonne- en windenergie. De bovengrens voor waterkracht wordt echter geschat op niet meer dan drie keer de huidige capaciteit. Het nadeel van waterkrachtcentrales is dat ze, vanwege het organische materiaal onder het wateroppervlak, enorme uitstoters zijn van methaan, een sterke broeikasgas.

Getijdenenergie
Getijdenenergie levert wereldwijd een potentieel van ongeveer 30 exajoule.

Biobrandstoffen
Alle biobrandstoffen (voedselverspilling en bosbouwresten) vertegenwoordigen ongeveer 30 exajoule, wat niet meer dan ongeveer 5% van de energiebehoeften van de mensheid zou dekken. Ze verhogen ook de broeikasgasuitstoot bij verbranding. Toch was dit gedurende het grootste deel van haar geschiedenis de enige energiebron die voor de mensheid beschikbaar was. Tegenwoordig worden ook oude bossen aangewend voor biobrandstoffen, en er wordt dan wel nieuw bos aangeplant maar dat heeft een sterk negatief effect op het milieu vanwege het laag zuurstofleverend effect versus de grote, oude, geruimde bomen. Ziet er dan trouwens ook niet uit, maar dit terzijde.

Niet-hernieuwbare energiebronnen: kernsplijting
Kernenergie is géén hernieuwbare vorm van energie, maar we moeten het wel vermelden. Kernenergie levert momenteel ongeveer 13% van het mondiale elektriciteitsverbruik. De energie-efficiëntie van kerncentrales is enorm: ze leveren ongeveer 75 maal de energie die nodig is om ze te bouwen.
De totale (primaire 235) uraniumvoorraden op aarde zijn bij het huidige gebruik nog honderd jaar beschikbaar.
Wereldwijd zijn er ongeveer 60 reactoren in aanbouw. Er zijn nog eens 110 gepland.
De meeste reactoren die in aanbouw zijn of gepland zijn, bevinden zich in Azië.
De nieuwe fabrieken die de afgelopen jaren online zijn gekomen, zijn grotendeels gecompenseerd door het feit dat oude centrales met pensioen zijn gegaan. In de afgelopen twintig jaar zijn 107 reactoren buiten gebruik gesteld terwijl er 100 in bedrijf kwamen.
Vandaag de dag zijn er ongeveer 440 kernreactoren actief in 32 landen plus Taiwan, met een gecombineerde capaciteit van ongeveer 390 GWe. In 2022 leverden deze 2545 TWh op, ongeveer 10% van de elektriciteit in de wereld.
Rusland is de grootste verrijker van uranium. Het land exporteert meer uranium dan het produceert, ook naar de VS en de EU, vooral omdat het ook Kazachs uranium verrijkt. De Russische uraniumexport is vrij klein vergeleken met de olie-export.

Kernfusie
Volgens een grap in de industrie zal kernfusie maar voor dertig jaar nodig zijn. In de jaren veertig zou dat nog maar voor dertig jaar gelden, en dat zal vandaag de dag ook nog maar dertig jaar zijn.
Er zijn twee belangrijke problemen met fusie-energie. Eén daarvan is dat het nog lang niet in de buurt komt van commerciële beschikbaarheid, om maar niet te spreken van opschaling naar mondiaal gebruik. Het andere is dat het gebaseerd is op deuterium en tritium, waarvan de eerste overal verkrijgbaar is, maar waarvan de tweede uiterst schaars is. Momenteel hebben we wereldwijd niet meer dan 25 kg tritium beschikbaar, en het grootste deel hiervan is ontstaan in op zwaar water gebaseerde kernsplijtingsreactoren die worden ontmanteld. Ter vergelijking: de enige bestaande experimentele fusiereactor (ITER) verbruikt jaarlijks ongeveer 1 kg tritium. Een commerciële fusiereactor van 3 GW zou jaarlijks ongeveer 150 kg tritium verbruiken.


De wereldeconomie bereikt haar limiet

Het Chinese steenkoolaanbod per hoofd van de bevolking is gebaseerd op gegevens uit de "World Energy Statistical Review 2023" van het Institute of Energy. China is erin geslaagd de steenkoolproductie te verhogen, maar de prijs ervan is aanzienlijk gestegen.

Het bouwen van betonnen woongebouwen tegen zulke hoge steenkoolprijzen zou resulteren in nieuwe huizen die voor de meeste Chinese burgers te duur zijn om te betalen. Bovendien hebben alle werknemers die vroeger betrokken waren bij de woningbouw nieuwe banen nodig om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. De huidige aanpak lijkt te zijn om veel van deze werknemers naar de productie te verplaatsen, zodat het uiteenspatten van de huizenzeepbel minder impact heeft op de Chinese economie als geheel.

Er zijn nu zorgen dat China zijn productie opvoert, vooral voor de export, in een tijd waarin de banen in de Chinese vastgoedsector snel krimpen. Het probleem is echter dat de toegenomen export van industriële goederen een nieuwe zeepbel creëert. Dit enorme extra aanbod van geproduceerde goederen kan alleen tegen lage prijzen worden verkocht. Deze nieuwe concurrentie, veroorzaakt door lage prijzen, zal waarschijnlijk ook de prijzen voor producenten over de hele wereld doen dalen.

Als andere economieën gedwongen worden te concurreren met nog goedkopere goederen uit China, kan dit een negatief effect hebben op de productie over de hele wereld. Bij lage prijzen is de kans groot dat producenten werknemers ontslaan of te lage lonen betalen. Als de lonen en prijzen ontoereikend zijn, zullen schuldenzeepbellen in andere delen van de wereld waarschijnlijk uiteenspatten. Dit zal gebeuren omdat veel kredietnemers dan hun schulden niet meer kunnen terugbetalen. Daarom wordt er steeds vaker gesproken over het verhogen van tarieven op Chinese importen.

De grootste mythe is dat de wereldeconomie eeuwig kan blijven groeien, waarschuwt de expert. Zowel economieën als mensen zijn zelforganiserende systemen die groeien. Mensen halen hun energie uit voedsel. Economieën worden aangedreven door de soorten energieproducten die onze gebouwde infrastructuur gebruikt. Noch mensen, noch de economie kunnen eeuwig groeien. Ze kunnen niet zonder energieproducten van de juiste soort, in de juiste hoeveelheden.

Dit legt ernstige beperkingen op aan de macro-economie, die al wordt onderdrukt, opzettelijk of uit domheid, en gedwongen wordt zich niet volgens de levenswetten te ontwikkelen, maar volgens de grillen van bureaucraten.









[Alle links, bronnen, documenten en meer informatie uitsluitend voor abonnee's]



[22 april 2024]

 

Afdrukken Doorsturen