EC dendert met zevenmijlslaarzen door Oekraïens politieke landschap
Om politieke redenen wil de Europese Commissie de start van
toetredingsonderhandelingen met Oekraïne aanbevelen – ondanks veel
open vragen.
Vandaag heeft de Europese Commissie een langverwacht rapport
gepubliceerd over de voortgang van de landen die zich hebben aangemeld
voor toetreding tot de EU. De meeste aandacht gaat uit naar Oekraïne,
waarbij de Europese Commissie heeft geconcludeerd dat het door oorlog
verscheurde land aan vier van de zeven criteria heeft voldaan om
verder te kunnen gaan met de toetredingsonderhandelingen. Het rapport
zal een besluit vormen over de vraag of er vooruitgang moet worden
geboekt, dat door alle premiers en presidenten van de EU moet
worden aanvaard tijdens een top in Brussel op 14 december. Maar het
rapport heeft ook iets bevat dat nog controversiëler is: een
aanbeveling om Georgië de status van kandidaat-lidstaat te geven.
Oekraïne heeft “al ruim 90 procent van de weg afgelegd”, zei
voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie na een
bezoek aan Kiev afgelopen weekend. Ook Moldavië kan op groen licht
rekenen, zeggen EU-ambtenaren in Brussel. De zogenaamde
voortgangsrapporten zouden positief zijn. De Europese Commissie moet
echter nog steeds aan de rechtvaardiging werken. Er bestaat geen
twijfel dat de aanbeveling politiek gemotiveerd is. Op een speciale
top in Moldavië en op een speciaal bijeengeroepen bijeenkomst van
ministers van Buitenlandse Zaken in Kiev werd het geopolitieke belang
van toetreding benadrukt: de EU wil Rusland een halt toeroepen -
althans die waandenkbeelden zijn er nog in Brussel.
EU-raadspresident Charles Michel heeft al een datum genoemd: Oekraïne
en Moldavië moeten uiterlijk in 2030 lid worden van de Europese club.
Kennelijk is in Brussel een laag intelligentiecoëfficiënt geen
belemmering om allerlei onzin uit te kramen. Volgens de zogenaamde
Kopenhagen-criteria, die de EU in 1993 heeft aangekondigd, moeten
aanvragers niet alleen blijk geven van institutionele stabiliteit als
garantie voor de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten, maar
ook economisch op eigen benen kunnen staan. Vanwege de door de
Amerikanen gefinancierde oorlog tegen Rusland zal Oekraïne tientallen
jaren lang aan het geld-infuus van het Westen liggen, dus dat laatste
kan Kiev wel vergeten. Zo heeft Von der Leyen bijvoorbeeld maar liefst
50 miljard geëist voor geldelijke steun om het land financieel
overeind te houden.
Ook de democratie en de rechtsstaat laten veel te wensen over, zoals
zelfs Brussel toegeeft. De Europese Commissie heeft daarom zeven
speciale criteria voor Oekraïne ontwikkeld aan de hand waarvan de
vooruitgang kan worden gemeten. In juni waren er echter slechts twee
van deze doelstellingen vervuld, zoals de ommissaris voor Uitbreiding
Oliver Varhelyi eerder toegaf. Dan blijven er nog vijf criteria over.
Kan Oekraïne daar wel aan voldoen? Naast de doelstellingen die al zijn
afgevinkt (onbegrijpelijk: vrijheid van de media en rechterlijke
hervormingen - terwijl journalisten zijn ontslagen en kranten en
tv-zenders de nek zijn omgedraaid), ligt de nadruk vooral op het
bestrijden van corruptie (o.a. van de huidige regering), het temmen
van de oligarchen (als Zelensky) en het beschermen van minderheden (de
in het verdomhoekje geplaatste Russisch-taligen). Overigens is
Zelensky momenteel van mening dat verkiezingen “niet gepast” zijn en
redeneert hij onder meer dat de Oekraïners hun middelen moeten
concentreren op de oorlog en “onze overwinning”. Toen hem werd
gevraagd naar zijn voornemens om zich kandidaat te stellen voor een
mogelijke herverkiezing, zei Zelensky begin oktober tegen het
Roemeense portaal “digi24”: “Als de oorlog voortduurt: ja. Als de
oorlog voorbij is: nee.”
Zelensky is sinds mei 2019 aan de macht. Vanwege de staat van beleg
waren de reguliere parlementsverkiezingen die gepland waren voor
oktober al afgelast. Zonder de oorlog zouden er in maart volgend jaar
presidentsverkiezingen plaatsvinden.Het zal interessant zijn om te
zien wat de Europese Commissie zegt over het feit dat de “democratie
opgeschort wordt vanwege de oorlog” in Oekraïne! Normaal gesproken
zijn verkiezingen een essentiële voorwaarde voor toetreding tot de EU.
In Brussel wordt helemaal niet gedacht over hoe de VS denken over de
geopolitieke gevolgen van de oorlog in Oekraïne: veel denktanks
adviseren de VS om zich te concentreren op de strijd tegen China, het
domineren van de Stille Oceaan en om de herstructurering van Oekraïne
aan “Europa” over te laten. Het feit dat de EU op de lange termijn
verzwakt zou worden door de integratie van Oekraïne en daarom niet
langer relevant zou zijn als concurrent van de VS, zal waarschijnlijk
worden aanvaard. Eén aspect van deze verzwakking kan een erosie van de
steun voor de EU zijn in de landen die tot nu toe vooral hebben
geprofiteerd van EU-betalingen.
Een voorbeeld kan momenteel worden waargenomen op lokaal niveau in
Polen. Al enkele dagen protesteren Poolse vrachtwagenchauffeurs met
blokkades bij drie grensovergangen met Oekraïne tegen het feit dat
Oekraïense rederijen door goedkope concurrentie hun vrachtverkeer naar
Oekraïne grotendeels hebben weggenomen. De Oekraïense bedrijven
proberen dezelfde concurrentiemethode te kopiëren waarmee Poolse
bedrijven sinds 2004 een kwart van de gehele Europese wegvervoermarkt
hebben veroverd. Tegen welke prijs werd bekend gemaakt door de
protesten van Oost-Europese onderaannemers van Poolse expediteurs in
Zuid-Hessen in de lente en zomer.
Een stukje geschiedenis
De aanvragen van Oekraïne, Moldavië en Georgië werden kort na het
begin van de oorlog in Oekraïne vorig jaar samen beoordeeld, maar de
nationale leiders van de EU kenden alleen de eerste twee de status van
kandidaat toe, na een rapport van de Europese Commissie waarin werd
geconcludeerd dat Georgië er niet klaar voor was. Er waren destijds
verschillende theorieën over waarom Georgië, dat nooit eerder serieus
deel had uitgemaakt van het toetredingsgesprek, erbij was betrokken.
Sommigen vermoedden dat de Europese Commissie het daarin had gegooid
(in plaats van het later afzonderlijk te beoordelen) om de kritiek af
te weren dat het Oekraïne een gemakkelijk toetredingstraject bezorgde.
Er waren berichten dat ambtenaren van de Europese Commissie
formulieren hadden ingevuld die Oekraïne geacht werd in te vullen.
Door Georgië af te wijzen zou de Europese Commissie kunnen
beargumenteren dat zij de uitbreidingscriteria nog steeds rigoureus
handhaafde. Dit is de reden waarom nationale functionarissen
eergisteravond naar verluidt verbijsterd waren toen de Europese
Commissie onthulde dat haar rapport nu de status van
kandidaat-lidstaat voor het land zou aanbevelen. Voor velen voelt het
als een déja vu: opnieuw een geval van het laten bungelen van een
wortel voor een land dat geen echte vooruitzichten heeft om lid te
worden van de unie, om het in het westerse kamp te houden, zoals
gebeurde met Turkije.
De Balkan en de Kaukasus zijn niet hetzelfde
Op het eerste gezicht lijkt het erop dat Moldavië en Georgië zich in
een soortgelijke situatie bevinden. Beide zijn, net als Oekraïne,
voormalige Sovjetstaten. Beide zijn landen met een christelijke
meerderheid. Beide hebben pro-Russische facties waarbinnen volgens de
pro-westerse leiders alleen bestreden kan worden met
toetredingssignalen van de EU. Maar als je denkt dat de argumenten
voor de toetreding van deze twee landen vergelijkbaar zijn, negeer je
geografie, politiek en geschiedenis volledig.
Logischerwijs zou Moldavië deel moeten uitmaken van Roemenië, dat al
sinds 2006 een EU-lidstaat is. De bevolking spreekt Roemeens (hoewel
de Sovjets probeerden een taal uit te vinden die “Moldavisch” heette,
wat ongedaan werd gemaakt toen het land in 1991 onafhankelijk werd...
en de grondwet specificeert dat de nationale taal Roemeens is). Zijn
bestaan als onafhankelijke staat is een kater van het Russische
imperialisme. Het maakte deel uit van het Vorstendom Moldavië dat,
samen met het Vorstendom Walachije, één van de twee Roemeenssprekende
semi-autonome regio's van het Ottomaanse Rijk was. In 1812 wonnen de
Russen een oorlog tegen de Ottomanen en kregen ze de noordoostelijke
helft van het Prinsdom Moldavië, dat ze omdoopten tot Bessarabië wat
opging in het Russische rijk.
Later, toen het Ottomaanse Rijk aan het afbrokkelen was, sloot het
resterende Vorstendom Moldavië zich aan bij het Vorstendom Walachije
om in 1859 de onafhankelijkheid uit te roepen en Roemenië te vormen.
Toen, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen het Russische en
Oostenrijks-Hongaarse rijk instortten, kwam Roemenië aan de macht.en
slaagde erin het Roemeenssprekende Bessarabië en het gedeeltelijk
Roemeenssprekende Transsylvanië te annexeren. Walachije, Moldavië en
Transsylvanië vormden samen de drie pijlers van de moderne Roemeense
staat. Maar Roemenië maakte de fout een bondgenootschap te sluiten met
de nazi's in de Tweede Wereldoorlog, en na de oorlog nam de
Sovjet-Unie Bessarabië terug en maakte er een Sovjetrepubliek van
genaamd Moldavië, waarmee de grenzen van vóór 1918 werden hersteld.
Destijds werd de naam van de regio die in Roemenië achterbleef in het
Engels omgedoopt tot “Moldavië” om verwarring te voorkomen, maar de
Roemenen noemen beide nog steeds “Moldavië” (net als bijvoorbeeld het
land Luxemburg maar ook de provincie Luxemburg in België - dite is het
gebied dat in 1930 van de eerstgenoemde aan de laatstgenoemde
afgestaan).
Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie is de vraag of de twee
landen zich zouden moeten herenigen een groot debat geweest, vooral
nadat Roemenië tot de EU was toegetreden. De vraag in Brussel was
wanneer en hoe Moldavië tot de unie zal toetreden, niet of dat wel het
geval moet zijn. Moeten er gesprekken beginnen over het toelaten van
Moldavië als eigen lidstaat, of moet de EU wachten tot de kwestie
zichzelf oplost door Moldavië toe te laten treden tot een bestaande
lidstaat?
Met de invasie van Oekraïne leek het duidelijk dat er geen tijd meer
was om de kwestie van de hereniging te beantwoorden, en dat Moldavië
zich als eigen staat zou aansluiten en in een situatie terecht zou
komen die niet veel verschilt van die van Oostenrijk. Om een lang
verhaal kort te maken: de kwestie van de toetreding van Moldavië wordt
gezien als het einde van een proces, de logische uitbreiding (althans
in de ogen van de Europese Commissie die blindelings het beleid van de
Amerikanen volgt om op de stoep te staan bij Poetin) van de EU naar
alle Roemeenssprekende landen, hetzij door éénwording, hetzij door
toetreding. Net als de landen van de Westelijke Balkan wordt
toetreding tot de EU gezien als de uiteindelijke bestemming van
Moldavië.
Daarentegen had niemand buiten Washington en Tbilisi het over de
toetreding van Georgië vóór de Russische invasie van Oekraïne. Terwijl
Moldavië wordt gezien als het einde van een proces van toetreding tot
de Balkan, wordt Georgië gezien als het begin van een proces van
toetreding tot de Kaukasus - en dat is een onstabiele regio die maar
weinigen in de EU graag willen aangaan. Georgië is geen toevalligheid
in de geschiedenis die ten onrechte door de Sovjet-Unie is gecreëerd.
Georgiërs zijn één van de oudste naties van Eurazië en één van de
eersten die het christendom adopteerden en een koninkrijk vormden in
het jaar 1008 (300 jaar voordat Rusland, als het Prinsdom Muscovy,
werd gesticht). Ze hebben hun eigen taal, hun eigen alfabet en hun
eigen kerk. Maar hun geschiedenis is grotendeels verbonden met Azië (dat
op verschillende momenten deel uitmaakte van de Arabische kalifaten,
Perzië en Mongolië) en niet met wat algemeen als Europa wordt
beschouwd. Dat Rusland Georgië binnenviel en het in 1801 opnam in het
Russische Rijk, was het begin van zijn losse associatie met Europa.
Hetzelfde kan gezegd worden over de andere twee voormalige
Sovjetrepublieken in de Kaukasus, Armenië en Azerbeidzjan.
Als Georgië bij de EU hoort, dan geldt dat volgens dezelfde logica ook
voor het christelijke Armenië en het (seculiere) islamitische
Azerbeidzjan. Dat geldt trouwens ook voor toekomstige Kaukasische
afgescheiden republieken die nu deel uitmaken van Rusland, zoals het
islamitische Tsjetsjenië en Dagestan. Maar Azerbeidzjan heeft een
vergelijkbare geschiedenis als Moldavië. De meeste Azeri's wonen in
Iran, het moderne land Azerbeidzjan is eenvoudigweg het deel van
Groot-Azerbeidzjan dat het Russische rijk toevallig op Perzië
veroverde. Armenië is het deel van Groot-Armenië dat het Russische
Rijk toevallig veroverde op het Ottomaanse Rijk (de meeste etnische
Armeniërs bevonden zich in het laatste, maar de overlevenden vluchtten
naar Russisch Armenië nadat ze etnisch waren gezuiverd door de Turken
tijdens de Armeense genocide).
De Balkan maakt ontegensprekelijk deel uit van het continent Europa.
Maar als het om Turkije en de Kaukasus gaat, is het geografisch,
historisch en cultureel twijfelachtig. Europa is een door de mens
gemaakt concept (geologisch gezien is het slechts een deel van het
Euraziatische continent) en dus zijn de grenzen niet duidelijk. In het
zuiden en oosten wordt algemeen aangenomen dat dit de Middellandse
Zee, de Turkse Straat, de Zwarte Zee, de westelijke rand van het
Oeralgebergte en de noordelijke rand van het Kaukasusgebergte zijn.
Georgië valt buiten deze traditionele definitie. Maar net als Turkije,
dat een klein gedeelte aan de Europese kant van de rechte stukken
heeft, is het een grijs gebied.
Door Georgië aan te wijzen als kandidaat-lidstaat van de EU lijkt de
Europese Commissie dan ook een antwoord te geven op de stelling: de
Kaukasus is Europa. Maar ze denken daar in Brussel weer eens niet
volledig na over de implicaties van die benaming. Zien EU-burgers
Georgiërs, Armeniërs, Azerbeidzjanen, Tsjetsjenen en Dagestani's
werkelijk als onderdeel van Europa? En zelfs als ze dat doen, denken
ze dan dat het logisch is dat ze een confederale unie met hen moeten
vormen?
Toetreding als instrument om het federalisme en de Europese autonomie
af te schaffen
We kunnen gerust stellen dat het EU-toetredingsproces wordt misbruikt
als een geopolitiek instrument om landen aan de kant van het Westen te
houden, op aandringen van met name Washington en Londen. Dat is wat er
gebeurde met Turkije, waarvan de meeste mensen vandaag de dag
accepteren dat het nooit deel zal uitmaken van de EU. Laten we hopen
dat dat in ieder geval gebeurt met Oekraïne en Georgië.
Amerikanen en Britten begrijpen dit scepticisme over toetreding tot de
EU niet omdat ze hun eigen rol niet kennen bij het onder druk zetten
om dit tot nu toe te laten gebeuren. Bij velen in West-continentaal
Europa bestaat er een aanhoudende wrok over de manier waarop het
toetredingsproces is misbruikt als een geopolitiek instrument om
landen ‘aan de kant’ te houden van de door Amerika geleide westerse
orde, in plaats van als een strategie voor het opbouwen van een
werkbare confederatie van landen die kan overleven als politieke unie.
Berlijn en Parijs waren aanvankelijk sceptisch over de oostelijke
expansie van 2004, terwijl Londen daar op aandrong. Frankrijk en
Duitsland waren er aanvankelijk ook tegen om Turkije kandidaat te
stellen na diens verzoek in 1987, maar zij gaven in 1999 toe onder
aanzienlijke druk van degenen die het aanbieden van de kandidaat-status
aan Turkije zagen als een manier om Ankara op één lijn te houden met
het Westen. Het kan niet genoeg worden benadrukt hoeveel de fouten die
met Turkije zijn gemaakt een schaduw hebben geworpen over de huidige
kwestie van de toetreding van Oekraïne, en dit is een link die maar
weinigen in het Verenigd Koninkrijk en Amerika (hebben) kunnen
begrijpen.
De zorgen over Oekraïne kunnen in twee categorieën worden verdeeld; de
korte termijn en de lange termijn. De zorgen op de korte termijn komen
overeen met de zorgen die voormalig Europese Commissie-voorzitter
Jean-Claude Juncker noemde voorafgaand aan de top van Granada: de
veranderingen op het gebied van de rechtsstaat, de economie en de
bestrijding van corruptie zullen vele jaren van werk vergen en elke
overhaaste toetreding in de komende zeven jaar zou de economie
destabiliseren. zowel die van de EU als Oekraïne (afgezien van de
belachelijke suggestie van sommigen dat Oekraïne nu meteen deel zou
moeten uitmaken van de EU, terwijl het land nog steeds in oorlog is).
Dit zijn - in de ogen van Brussel - echter oplosbare problemen
waardoor Oekraïne na 2030 op een realistische termijn tot de unie zou
kunnen toetreden. Maar er zijn ook problemen die meer permanent zijn.
Eén daarvan is demografie en geografie. Net als Turkije zou de EU de
grote bevolking en het uitgestrekte grondgebied van Oekraïne moeilijk
kunnen absorberen, net zoals de VS wordt gevraagd Mexico als de 51e
staat op te nemen. Het andere probleem is afstand. Net als Turkije
ligt het land erg ver verwijderd van de kern van de EU en heeft het
problematische buurlanden met actieve conflicten. Als de EU slechts
een vrijhandelszone zou zijn, zouden deze factoren geen probleem zijn
(net zoals het geen probleem zou zijn voor de VS en Mexico om samen in
de NAFTA te zitten). Maar de EU is niet zomaar een vrijhandelszone, en
zo’n enorme plotselinge verandering in de unie zou de EU als politieke
eenheid onwerkbaar kunnen maken. Het zijn dezelfde problemen die zich
ook bij Turkije voordeden. Bovendien zou toetreding van Oekraïne voor
flink wat lidstaten die netto-ontvanger zijn ertoe leiden dat ze
netto-betaler worden omdat Oekraïne al het geld dat Brussel jarenlang
had overgehouden, zou opslokken.
Voor velen in Brussel, Berlijn, Parijs, Rome en Madrid lijkt de druk
om Oekraïne om geopolitieke redenen snel toe te laten, iets te veel op
wat er met Turkije is gebeurd. De zorgen over de toetreding van
Oekraïne tot de EU gaan veel minder over Oekraïne zelf, en meer over
hoe de EU eruit zou zien als het lidmaatschap van Oekraïne zou slagen.
EU-federalisten zijn geneigd te geloven dat de EU het zich kan
veroorloven om lidmaatschap te verlenen aan de overige landen op de
Westelijke Balkan, omdat deze klein en dichtbij zijn. Maar de droom
van een ‘steeds nauwere unie’ zou in gevaar komen als een land zo
groot als Turkije of Oekraïne tot het blok zou worden toegelaten,
omdat een dergelijke buitenmaatse unie moeilijker als federatie zou
kunnen functioneren. De verschuiving van het machtsevenwicht naar het
oosten zou de EU ook kunnen doen kantelen in een richting die meer
aansluit bij de Poolse verlangens: een economische unie zonder een
gemeenschappelijk raamwerk voor het buitenlands- en veiligheidsbeleid,
en een unie die zich niet bemoeit met het toezicht op de rule of
law onder haar lidstaten.
Twintig jaar nadat de toetredingsgesprekken met Turkije zijn begonnen,
is het duidelijk dat het land nooit tot de EU zal behoren. Welke
kleine mogelijkheid er nog bestond, het verdween met de
verkiezingsuitslag van het land in mei. De EU heeft hoofdpijn en is
gedwongen een lastige waarheid te omzeilen: ze kan een sluimerend
toetredingsproces niet beëindigen voor een land dat vrijwel zeker
nooit tot de EU zal worden toegelaten, uit angst voor de geopolitieke
gevolgen daarvan. De zorg is dat, als de relatie van Oekraïne met de
EU nu niet eerlijk en realistisch wordt besproken, de EU over twintig
jaar met een andere Turkse situatie te maken kan krijgen. Maar dat zal
Von der Leyen met haar naïeve, kinderlijke blik op de politiek een
zorg zijn.
Waar eindigt de EU?
Degenen die de terughoudende houding tegenover de toetreding van
Oekraïne uit de West-Europese hoofdsteden gelijkstellen als een
algemeen bezwaar tegen elke toetreding, zien door de bomen het bos
niet meer. Ja, de toetreding tot de Westelijke Balkan verliep de
afgelopen vijf jaar traag, te midden van de ontevredenheid in het
Westen over de ontwikkelingen in het oosten van de EU sinds de
toetredingen van vier landen (autoritarisme in Polen en Hongarije,
aanhoudende corruptie in Roemenië en Bulgarije). Maar niemand in
Brussel, Parijs of Berlijn heeft betoogd dat de Westelijke Balkan
nooit deel mag uitmaken van de EU. Als dat het geval zou zijn, zou er
een ongemakkelijk en onhoudbaar gat in de unie ontstaan, waarbij
sommige voormalige Joegoslavische landen erin zouden zitten en andere
erbuiten zouden blijven, ook al willen ze er wel bij zijn.
Veel politici in de EU zijn het erover eens dat Montenegro
bijvoorbeeld op weg is om de volgende EU-lidstaat te worden. De
ambassadeur van het land bij de EU zegt vol vertrouwen dat Montenegro
uiterlijk in 2028 de 28e lidstaat zal worden, en er is geen reden om
aan te nemen dat hij ongelijk heeft. Voor andere, meer gecompliceerde
landen Servië, Bosnië, Noord-Macedonië, Kosovo en Albanië zal het
langer duren. Maar het zal uiteindelijk gebeuren, zolang ze het willen.
Er is geen reden om te denken dat Brussel vindt dat de EU het niet
aankan om deze kleine landen, die al diep geïntegreerd zijn met de
huidige EU-lidstaten, op te nemen.
Maar als het om Oekraïne gaat, is dat een ander verhaal. Het zou het
grondgebied en de bevolking van de EU enorm vergroten. En het zou veel
vragen oproepen. Waar eindigt het? Hoeveel is te veel? Wat is het
eindspel van de Europese Unie? Hoe weten we wanneer het geografisch
compleet is? Deze vragen zijn veel ingewikkelder voor de EU dan voor
de NAVO, die slechts een militaire paraplu is. Bij de kwestie van het
EU-lidmaatschap moet ook rekening worden gehouden met de fundamentele
vraag of een confederale unie van deze omvang nog zou kunnen
functioneren als een politieke en economische entiteit.
In de haast om solidariteit te tonen met Oekraïne is dit een onderwerp
waar weinigen buiten Parijs over willen praten. De nieuw gevormde en
veel bespotte Europese Politieke Gemeenschap, het geesteskind van de
Franse president Emmanuel Macron, zou een instrument kunnen zijn om de
geopolitieke aspiraties van het bredere Westen te bevredigen zonder de
duurzaamheid en samenhang van de Europese confederatie te schaden. Dat
kan wel of niet nodig zijn. Het kan zijn dat europeanen met vertrouwen
de uitbreiding van de unie naar Oekraïne kunnen omarmen, als ze uitleg
kunnen krijgen over hoe zo’n geografisch enorme unie in de toekomst
zal werken en waar de grenzen uiteindelijk zullen eindigen. Maar op
dit moment geeft niemand hen die antwoorden. Kun je het hen kwalijk
nemen dat ze sceptisch zijn?
De Duitse führerin van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen,
heeft bij lange na niet de visie en de politieke moed getoond om deze
kwesties over de toekomst van de Unie op de lange termijn op
realistische wijze onder ogen te zien. Haar commissie wordt geplaagd
door kortetermijndenken. Dat zal pijnlijk duidelijk worden als de
Europese Commissie, zoals is gemeld, de status van kandidaat-lidstaat
voor Georgië aanbeveelt en de Turkse deur op een veelbelovende kier
zet voor Oekraïne.
De EU werd in een impasse geleid door de Amerikaanse opperbevelhebber
van de NAVO-strategie! Het resulteerde in een proxy-oorlog in Oekraïne,
die werd gevolgd door zelfbeschadigende EU-sancties, en alsof dat nog
niet genoeg was, werden ook de Nord Stream-pijpleidingen opgeblazen
waardoor de "bondgenoten" van de VS door diezelfde VS kaal geplukt
worden. De economische prestaties zijn aan het instorten, de
toekomstige EU-financiering op het huidige niveau is niet langer
gegarandeerd vooral als de wederopbouw van Oekraïne daarbij wordt
opgeteld. De EU-leiding wil op politiek bevel van Washington een
stapje verder gaan, maar dat zullen 'lame ducks' blijken te zijn als
er in de toekomst niet meer genoeg geld beschikbaar is.
Sinds het begin van de oorlog heeft Ursula von der Leyen verdacht vaak
en op een opmerkelijk positieve manier gesproken over de mogelijke
toetreding van Oekraïne tot de EU. Sterker nog: als het aan haar ligt
kan dit proces niet snel genoeg gebeuren.
[Alle links, bronnen, documenten en meer informatie uitsluitend voor abonnee's]
[8 november 2023]
Afdrukken
Doorsturen