De wijze waarop de Italianen hun beloften aan de burgers willen vervullen is Brussel een doorn in het oog. Juncker en Co. denken het land op de knieën te krijgen door het te dreigen met een miljardenboete. Maar de Italiaanse regering zit niet stil. Belangrijke leden van premier Matteo Salvini's Lega-partij hebben een nieuwe mogelijkheid geschapen om hun schulden te betalen: mini-bots. Een grote bedreiging voor de euro. En de EU.
Brussel stuurt zijn monetaire stormtroepen richting Italië. Terwijl de
leiders van het Westen de opening van het tweede front in de Tweede
Wereldoorlog vierden, gisteren in Londen, voerde de Europese Commissie
een ander type landingsoperatie uit: Italië krijgt een strafzaak aan
zijn broek. While everyone is talking about Italy and its budget deficit, France has not had a balanced budget since the late 70s, pic.twitter.com/UXRKAjWsGS
De Italiaanse Staat zit zwaar in de schulden, dus heeeft de Europese
Commissie bedacht het land een boete in het vooruitzicht te stellen
van 3 miljard euro. Probleem is - officieel natuurlijk - dat de
Italiaanse economie niet groeit. Italië houdt zich niet aan de
EU-begrotingsdiscipline dus vindt de club van Juncker dat het tijd is
voor actie. Dat andere landen die begrotingsdiscipline óók aan hun
laars lappen, daarover horen we en lezen we niets. Het gaat dan ook
niet echt om dìt probleem: het probleem voor Brussel is de regering
van vice-premier Salvini - de grootste bedreigen voor de Europese Unie
sinds jaren.
Het is weer de typische handelswijze van de eurocraten om een probleem
op te lossen door het nòg groter te maken. Het maakt niet uit hoe -
het vervelende voor Brussel is dat het legaal moet gebeuren. De
huidige gebruikte methode is te vinden in het Grote Boek van de
Monetaire inquisitie, ook wel het Verdrag van Maastricht genoemd.
De Europese Commissie weet ook wel dat het fundamentele probleem van
de Europese Unie de euro is en blijft, en niet Italië of een ander
land. Aangezien de gemeenschappelijke valuta is opgelegd aan
verschillende en efficiënte staten, is dit een probleemgeval voor het
systeem - en een meevaller voor een enkeling. Vanaf 2002 was het
standaardbeleid van de Europese Unie dat er vooral schulden moesten
worden gemaakt. Het kapitalisme leek opnieuw het beste van alle
sociale ordeningen. Dat Duitsland het enige land zou blijken te zijn
dat garen spon bij de euro zou pas na jaren blijken (en toen werd nog
steeds gedacht dat de bloeiende Duitse economie te danken was aan het
"Wirtschaftswunder").
Vervolgens kwam er dan ook nog die vervelende financiële crisis van
2007/2008 die roet in het eten gooide. Plotseling moesten er door de
burgers miljarden euro's op tafel worden gelegd voor de "redding" van
de banken, en alles werd in het werk gesteld om staatsbankroeten
binnen de eurozone te voorkómen: die zouden het EU-monster hebben doen
sneuvelen.
Schuldencrises worden meestal bestreden met de devaluatie van een
valuta - een socialisatie van privaat geïnduceerde verplichtingen.
Maar hiervoor zouden getroffen lidstaten de Europese Unie moeten
verlaten. Dat was en is volgens velen politiek niet gewenst.
Sindsdien volgt de ene crisis binnen de Europese Unie de andere op. Om
schoon schip te maken zou het zijn zinvol zijn om de euro af te
schaffen - beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald - maar zo
logisch kunnen politici niet denken. De euro voorkòmt nog steeds de
gecombineerde West-Europese kapitaalkracht, waarvan de speerpunten de
EU-commissie en de ECB zijn. Aan de andere kant kan en wil de
Italiaanse regering - en die van Frankrijk, ook een financiële "zondaar"
- geen bezuinigings- en reorganisatiesprogramma uitvoeren... althans
niet die van de machthebbers in Brussel.
Nu hebben de politieke partijen Lega en "Vijf Sterren" het voor het
zeggen in Rome. Deze partijen willen hun verkiezingsbeloften aan de
burgers nakomen (inderdaad: een unicum binnen de EU), en daartoe
hebben ze beloftes van de vorige regering gebroken. Dit maakte Brussel
boos, en Lega uitermate populair.
Brussel wil hoe dan ook Italië op de knieën dwingen, maar omdat Italië
eigenlijk "te groot is om te falen" kan de EU niets winnen met een
offensief zoals het nu heeft ingezet. Het probleem wordt vooruit
geschoven. Italië belooft met gekruiste vingers verbetering maar werkt
ondertussen aan een parallelle valuta.
Terwijl dus de Europese Commissie probeert met een buitensporige
procedure de Italianen een lesje te leren (hùn lesje) - gaat Italië
haar nieuwe beleid uitvoeren met ondermeer "mini-bots", waarmee de
overheid ondermeer leveranciers en dienstverleners kan betalen.
De afkorting "bot" staat in het Italiaans niet alleen voor een
software-robot, maar ook voor "Buoni Ordinari del Tesoro". Dergelijke
staatsobligaties met een looptijd van drie tot twaalf maanden zijn in
Italië alleen beschikbaar vanaf een waarde van 1.000 euro. Nu heeft
het Italiaanse Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel aangenomen dat
de kwestie van de bots met een aanzienlijk lagere nominale waarde
toestaat: de kleinste eenheid is dan vastgesteld op vijf euro. De
publieke sector moet niet alleen investeerders aantrekken, maar ook
leveranciers en dienstverleners betalen.
Om zaken(mensen) een prikkel te geven om "mini-bots" te accepteren, is
het ook mogelijk er belastingen mee te betalen. Als gevolg daarvan
geven bots de Italiaanse regering economische en fiscale vrijheid om
actie te ondernemen, die ze sinds de omzetting van lire naar euro niet
hebben gehad. De Italiaanse regering kan mogelijk méér geld uitgeven
en heeft een parallelle valuta ter beschikking waarvan de koers
mogelijk lager kan zijn dan de officiële euro-denominatie. Omdat de
mogelijkheid bestaat om met bots belastingen te betalen niet beperkt
is tot zakelijke partners van de publieke sector, kunnen bots ook
worden verhandeld.
De Italiaanse president van de financiële commissie en
Lega-parlementslid Claudio Borghi, die met het plan van de mini-bots
is gekomen, ziet de mini-bots ook als een potentieel zachte exit van
de euro, waarvan Italië van alle deelnemende eurolanden (behalve
misschien Griekenland) het minst heeft geprofiteerd: het land heeft nu
een staatsschuld die gelijkstaat aan 132% van het bruto binnenlands
product en een negatief saldo van meer dan 400 miljard euro in een
relatief "harde" valuta, terwijl de economische groei slechts 0,1%
bedraagt en het land een werkloosheidspercentage heeft van 10,7%.
Voor veel EU-landen die hun eigen valuta hebben behouden, gaat het
stukken beter: Polen heeft de zloty, 4,2% economische groei en een
werkloosheidspercentage van 3,5%. Hongarije heeft de forint, 3,7%
economische groei en ook 3,5% werkloosheid. En de Tsjechische
Republiek, met haar kroon, heeft een economische groei van 2,6% en kan
praktisch volledige werkgelegenheid melden met slechts een
fluctuatie-werkloosheid van 1,9%.
Er is een (toenemend) aantal economen dat van mening is dat een
parallelle valuta die wordt gedevalueerd door het uitgavenvolume en de
financiële markten, het concurrentievermogen van de Italiaanse
economie kan versterken en de werkloosheid kan verminderen. Hogere
economische "wiskunde".... maar daar hebben ze in Brussel en Frankfurt
geen kaas van gegeten.
Maar er zijn ook anderen die de mini-bots zien als een manier om druk
uit te oefenen, waarmee de Italiaanse regering concessies aan de
begroting van de Europese Commissie wil afdwingen. Dit is ook niet
helemaal onwaarschijnlijk, omdat de Europese Commissie heeft besloten
om een strafprocedure tegen Italië op te starten.
De Italiaanse overheid is niet de eerste in de eurozone die stappen
onderneemt om een parallelle valuta te introduceren. In Griekenland
werkte de voormalige minister van Financiën, Yannis Varoufakis, in
2015 aan een "Plan B", dat voorzag in de uitgifte van virtuele IOU-promesses
bij een door de Europese Centrale Bank afgedwongen banksluiting. Deze
mochten dan niet worden gedrukt, maar alleen worden verrekend met de
belastingaangiften van de Grieken. Dit plan B is er echter niet
gekomen.
De partijvrije Italiaanse minister van Financiën, Giovanni Tria, zei
na de stemming in het Huis van Afgevaardigden dat het probleem van
goedgekeurde mini-bots momenteel niet nodig is. Als de Italiaanse
regering van gedachten verandert, kan Brussel proberen legaal of op
andere manieren tussenbeide te komen. Wat er dan concreet zal gebeuren,
hangt waarschijnlijk af van wie de Franse president geschikt acht als
voorzitter van de Europese Commissie, en welke meerderheden zich
voordoen in de EU-Raad en in het Europees nepparlement.
En dat de "mini-bots" mogelijk kunnen leiden tot de herinvoering van
een nieuw soort Lire - en dus een exit van Italië uit de eurozone (en
de EU), is een
nachtmerriescenario waar ze in Brussel nog niet eens
aan gedacht hebben.