JP Morgan Chase heeft lak aan Amerikaanse wetgeving - en wil dat zo houden

De Amerikaanse professor in Financiën, Stanford's Anat Admati, maakt de CEO van grootbank JP Morgan Chase Jamie Dimon erg zenuwachtig – zij noemt zijn bank opnieuw ‘gevaarlijk’. Ondertussen probeert Dimon op alle manieren de toezichthouders te verhinderen strengere regelgeving in te voeren.


Professor Anat Admati, hoogleraar Financiën en Economie van Stanford, probeert al meer dan tien jaar dapper het Amerikaanse financiële systeem te redden van de corrumperende invloed en desinformatiecampagnes van mannen als Jamie Dimon, topman van JPMorgan Chase. Haar stem wint aan kracht en dat maakt Dimon erg nerveus.

Dimon heeft in zijn recente brief aan de aandeelhouders toegegeven dat zijn federale banktoezichthouders willen dat de bank 25% meer kapitaal ophaalt. Ervoor zorgen dat banken meer aandelenkapitaal aanhouden (in plaats van schulden) is een kwestie die Admati al jaren centraal stelt in haar argumenten.
Professor Anat Admati, hoogleraar financiën en economie van Stanford

De bank van Dimon zou veel meer eigen vermogen hebben als Dimon de inkomsten van de bank elk jaar had ingehouden in plaats van die inkomsten aan te boren om de aandelenkoers van de bank op te krikken - door de afgelopen tien jaar 117 miljard dollar van de inkomsten van de bank te gebruiken voor de terugkoop van eigen aandelen. (Ingehouden winsten dragen bij aan het eigen vermogen van een bank.) Dimon werd miljardair als resultaat van de te hoge aandelenkoers van de bank, omdat zijn bestuur hem het grootste deel van zijn jaarlijkse vergoeding in aandelen gaf. Zo heeft iP Morgan Chase in februari van dit jaar Dimon $ 150 miljoen van die aandelen uitbetaald.

In 2011, een jaar voordat Dimon de groeiende financiële crisis bij JPMorgan Chase “een storm in een glas water” noemde, schreef Admati een open brief aan de Raad van Bestuur van de bank en publiceerde deze in de Huffington Post. In de brief schreef ze o.a. het volgende:

"Dhr. Dimon beweert dat hogere kapitaalvereisten de kosten van JPM zouden verhogen, maar zijn redenering klopt niet.
Het is van cruciaal belang om eerst een onderscheid te maken tussen kapitaal- en liquiditeitsvereisten. Kapitaalvereisten gaan niet over wat banken 'aanhouden'. Ze schrijven niet voor dat banken passief fondsen ‘opzij zetten’ of ‘in reserve houden’, en deze niet voor productief gebruik aanwenden. De investeringen van banken worden niet beperkt door kapitaalvereisten. Kapitaalvereisten hebben alleen betrekking op de manier waarop banken zichzelf financieren. Het zijn investeerders, en niet de banken, die de schulden en aandelen (zogenaamd 'kapitaal') bezitten die banken uitgeven. Liquiditeitsvereisten beperken daarentegen wel de soorten activa die banken aanhouden, en deze kunnen kostbaar zijn. Kapitaal- en liquiditeitsvereisten hebben betrekking op verschillende kanten van de balans.”


Minder dan twee jaar nadat Admati haar waarschuwing had opgeschreven over de manier waarop Dimon JPMorgan Chase leidde, had de Permanent Subcommittee on Investigations van de Amerikaanse Senaat een onderzoek van negen maanden afgerond naar de manier waarop JPMorgan Chase door cliënten ingelegde gelden van zijn federaal verzekerde bank gebruikte om risicovolle weddenschappen in derivaten in Londen af te sluiten. Het schandaal werd bekend als de ‘London Whale’. De Subcommissie bracht een vernietigend rapport van 300 pagina's over de kwestie uit, dat de volgende openingsparagraaf bevatte:

“JPMorgan Chase & Company is de grootste financiële holding in de Verenigde Staten, met $2,4 biljoen aan activa. Het is ook de grootste derivatenhandelaar ter wereld en de grootste afzonderlijke deelnemer aan de mondiale kredietderivatenmarkten. De belangrijkste bankdochter, JPMorgan Chase Bank, is de grootste Amerikaanse bank. JPMorgan Chase heeft zichzelf consequent afgeschilderd als een expert op het gebied van risicobeheer met een 'sterke balans' die ervoor zorgt dat de belastingbetaler niets te vrezen heeft van zijn bankactiviteiten, inclusief de uitgebreide handel in derivaten. Maar begin 2012 plaatste het Chief Investment Office (CIO) van de bank, dat belast is met het beheer van 350 miljard dollar aan overtollige deposito's, een enorme gok op een complex geheel van synthetische kredietderivaten waarop de bank in 2012 minstens 6,2 miljard dollar verloor.”


Laat dat even bezinken. Minder dan vier jaar nadat de banken van Wall Street de Amerikaanse economie hadden laten crashen tijdens de ergste financiële crisis sinds de Grote Depressie van de jaren dertig, en slechts twee jaar nadat de regering-Obama de Dodd-Frank-wetgeving inzake financiële ‘hervorming’ had aangenomen en ondertekend, gebruikte JPMorgan Chase door cliënten ingelegde gelden van zijn federaal verzekerde bank om te gokken op risicovolle derivaten en wist zij 6,2 miljard dollar van het geld van de spaarders van de bank te verliezen.

In een rationeel banksysteem zou Dimon onmiddellijk zijn ontslagen en zou de mogelijkheid van JPMorgan Chase om deposito's bij zijn federaal verzekerde bank te gebruiken om risicovolle weddenschappen af te sluiten, worden ingeperkt en streng gecontroleerd worden door toezichthouders. In plaats daarvan bracht de federale toezichthouder van de nationale banken in de VS, het Office of the Comptroller of the Currency, op 27 maart van dit jaar een rapport uit waarin werd aangegeven dat de federaal verzekerde bank van JPMorgan Chase eind 2023 voor 49,68 biljoen dollar (inderdaad, biljoen, dus duizend miljoen!) aan (notionele bedragen) derivaten aanhield. Dat omvatte $3,89 biljoen aan aandelenderivaten; $880 miljard aan grondstoffenderivaten; $1,05 biljoen aan kredietderivaten, waarvan $238,6 miljard een junk-rating had (!); $246,8 miljard aan edelmetaalderivaten, enzovoort.

De Raad van Bestuur van Dimon, die de laatste keer dat we het checkten zelf diep in belangen verwikkeld was, hield Dimon niet alleen op zijn plaats als voorzitter en CEO ondanks het London Whale-schandaal, maar ook ondanks het feit dat de bank toegaf schuldig te zijn aan vijf schandalige misdrijven met een strafblad dat kan wedijveren met dat van een georganiseerde misdaadfamilie.

Dimon is naar onze mening een CEO van de ergste (criminele) soort. Op 27 oktober vorig jaar diende JPMorgan Chase een 8K-formulier in bij de Securities and Exchange Commission (SEC) waarin de bank bekendmaakte dat, voor de eerste keer ooit, zijn voorzitter en CEO, Jamie Dimon (dus), en zijn familie van plan waren “1 miljoen aandelen” van zijn gewone aandelenbezit bij de bank in 2024 te verkopen.

Het nieuws haalde de krantenkoppen omdat een insider die een grote hoeveelheid aandelen in welk bedrijf dan ook verkoopt – en in het bijzonder een bank met de geschiedenis van JPMorgan Chase waarin zij de wet vele malen overtreedt – een voorbode kan zijn van slecht nieuws voor andere aandeelhouders. Dimon wachtte toen het jaar 2024 aanbrak niet lang voordat hij begon met het dumpen van aandelen. JPMorgan Chase heeft afgelopen februari nog een SEC-formulier ingediend waaruit blijkt dat Dimon 821.778 gewone aandelen van de bank had verkocht voor $ 150.167.222,52, tegen een gemiddelde aandelenkoers van $ 182,73 – wat op dat moment verdacht dicht bij het hoogste punt ooit van het aandeel lag.

Dimon heeft het grootste deel van zijn aandelen verworven op dezelfde manier als zijn voormalige mentor, Sandy Weill, zijn aandelen in Citigroup verwierf – via aandelentoekenningen van zijn wegkijkende Raad van Bestuur. (Dimon was in zijn vroege jaren Weills 'eerste luitenant' bij Citigroup geweest.) Weill trad in 2003 terug als CEO van Citigroup. Slechts één dag na zijn aftreden als CEO stond de behulpzame Raad van Bestuur van Citigroup toe dat Weill 5,6 miljoen aandelen van zijn Citigroup-aandelen terug verkocht aan het bedrijf voor $ 264 miljoen. Hierdoor werd het risico van Weill geëlimineerd dat zijn grote aandelenverkoop zijn eigen aandelenkoersen zou doen dalen terwijl hij ze verkocht. De Raad van Bestuur onderhandelde over de prijs van $ 47,14 voor de aandelen van Weill. Zes jaar later, in het voorjaar van 2009, was Citigroup een aandeel van 99 dollarcent en ontving het de grootste bailout-operatie in de geschiedenis van de VS, van de Amerikaanse belastingbetaler en de Federal Reserve.

Tussen haakjes: tussen december 2007 en juli 2010 ontving Citigroup de volgende bailout-operaties om het hoofd boven water te houden: het Amerikaanse ministerie van Financiën injecteerde $ 45 miljard aan kapitaal in Citigroup; er was een overheidsgarantie van meer dan 300 miljard dollar op bepaalde activa; de FDIC verstrekte een garantie van $5,75 miljard op zijn senior ongedekte schulden en $26 miljard op zijn handelspapier en interbancaire deposito's; en met geheime dóórlopende leningen van de Federal Reserve sluisden in totaal 2,5 biljoen dollar aan leningen onder de marktrente door naar Citigroup, volgens een audit die in 2011 door het Government Accountability Office werd vrijgegeven. Op 9 mei 2011 voerde Citigroup een omgekeerde aandelensplitsing van 1 op 10 uit om de rampzalige geschiedenis van de aandelenkoersen te verhullen. Voor elke 100 aandelen die de aandeelhouder voorheen bezat, kreeg hij of zij nu slechts 10 aandelen. Citigroup-beleggers die hun aandelen hebben aangehouden sinds de aandelenverkoop van Weill in 2003, zagen de waarde van hun stukken met 87% dalen ten opzichte van de slotkoers van eergisteren van $59,68 – wat feitelijk $5,97 is, gecorrigeerd voor de omgekeerde aandelensplitsing.

In een draai die vergelijkbaar is met de tactiek van Weill, heeft Jamie Dimon al meer dan tien jaar geprobeerd het Amerikaanse Congres, de mainstream media en het grote publiek te hersenspoelen door naar zijn bank te verwijzen als de bank met de ‘Fortress Balans’. In zijn laatste brief aan de aandeelhouders wordt de term vijf keer gebruikt – op een gegeven moment wordt het omschreven als een ‘onbetwistbare fortbalans’. En toch geeft Dimon in dezelfde brief aan de aandeelhouders toe dat de federale toezichthouders van zijn bank niet hetzelfde vertrouwen hebben in dit zogenaamde ‘fort’. Dimon schrijft dat als de kapitaalregels voorgesteld door de FDIC, het Office of the Comptroller of the Currency en de Federal Reserve worden geïmplementeerd, ze “het vereiste kapitaal van ons bedrijf met 25% zouden verhogen.”

Een andere redelijke manier om dit te lezen is dat de toezichthouders op de federale banken, wier bankonderzoekers de boeken van de bank intensief hebben onderzocht, van mening zijn dat JPMorgan Chase 25% ondergekapitaliseerd is en dus een potentieel systeemrisico vormt voor het Amerikaanse financiële systeem, totdat het zijn kapitaalpositie verder uitbreidt. Deze kapitaalstrijd staat officieel bekend als de voorgestelde Basel III-regels en Dimon leidt de aanval om de toezichthouders van de federale banken ervan te weerhouden de regels te implementeren. Uit interne overheidsdocumenten blijkt dat Dimon en zijn stafchef, Judith Miller, op 15 december afzonderlijk een ontmoeting hadden met de volgende Fed-gouverneurs om tegen de voorgestelde regels te pleiten: Fed-gouverneur Adriana Kugler; vicevoorzitter van de Fed Philip Jefferson; en Fed-gouverneur Christopher Waller.

Nu, op het slechtst mogelijke moment voor Dimon, terwijl hij zoals gezegd toezichthouders onder druk probeert te zetten om hun eisen voor meer kapitaal bij JPMorgan Chase te schrappen, komt Admati met een bijgewerkte en uitgebreide versie van het zeer leesbare, onberispelijk gedocumenteerde, baanbrekende boek over bankkapitaal en de desinformatiecampagne van de bankiers eromheen: 'De nieuwe kleren van de bankiers: wat er mis is met bankieren en wat we eraan kunnen doen'. Het boek is geschreven in samenwerking met de Duitse econoom Martin Hellwig. Daarin schrijven Admati en Hellwig ondermeer het volgende:

“De term 'fortress balance sheet' [balans zo solide als een fort - red.] die Dimon graag gebruikt, brengt een gevoel van veiligheid en geborgenheid over, het tegenovergestelde van kwetsbaarheid en breekbaarheid. Maar als men de werkelijke risico's onderzoekt die rond de omvang en het type van de investeringen en schulden van de bank op de loer liggen, kan de soliditeit van het fort in twijfel worden getrokken. Bij nadere beschouwing blijkt dat JPMorgan Chase zeer kwetsbaar is en haar handelen aanzienlijke risico's met zich meebrengt voor het mondiale financiële systeem.
Sommige van de risico's die JPMorgan Chase gevaarlijk maken, kunnen eigenlijk niet worden gezien door naar de balans te kijken, omdat de posities die aanleiding geven tot deze risico's daar niet in zijn opgenomen. Dit zijn risico's van bedrijfsonderdelen die JPMorgan Chase gedeeltelijk zou kunnen bezitten of die JPMorgan Chase sponsort, en waaraan het garanties heeft verstrekt om als achtervang te dienen als zij financieringsproblemen zouden krijgen. Deze eenheden kunnen volwaardige dochterondernemingen zijn, maar ook louter 'brievenbusfirma's', voertuigen zonder chauffeur, die uitsluitend om juridische of fiscale redenen zijn opgericht. De verplichtingen van de bank aan deze eenheden bedragen bijna een biljoen dollar, maar deze potentiële verplichtingen van de bank blijven buiten de balans van de bank. Toch zijn ze behoorlijk relevant voor de financiële gezondheid van JPMorgan Chase.


De auteurs merken op dat deze zelfde soort buitenbalansposities Enron in 2001 failliet hebben laten gaan en in 2007 en 2008 bailout-operaties van de grootste banken vereisten voor hun buitenbalansposities op subprime-hypotheekschulden.

De Amerikaanse senator Elizabeth Warren zei vorige maand in een hoorzitting van de Bankencommissie van de Senaat dat Fed-voorzitter Jerome Powell “zwakke knieën” heeft gekregen en nu “binnen de Fed inspanningen levert om de kapitaalregel te verzwakken.”

Dan blijven nog de vicevoorzitter voor toezicht op de Federal Reserve, Michael Barr, over, FDIC-voorzitter Martin Gruenberg en waarnemend controleur van het Office of the Comptroller of the Currency, Michael Hsu, in de frontlinie van de strijd van de toezichthouders om standvastig te blijven op het gebied van meer kapitaal voor de grootste banken van Wall Street. De toekomstige financiële gezondheid van de Amerikaanse economie en het Amerikaanse financiële systeem hangt ervan af of deze toezichthouders niet óók slappe knieën krijgen.

Over de rol van de Federal Reserve kunnen we kort zijn: die denkt alleen aan de belangen van de grootste banken van de VS. De Federal Reserve heeft namelijk een smerig geheimpje: ze heeft de grootste banken van Wall Street in staat gesteld hun eigen kapitaalvereisten te berekenen (zie ook ons artikel van 29 januari jl: "Van de Federal Reserve mogen de grootste Amerikaanse banken maar wat aan rotzooien".)

Niet alleen moeten deze toezichthouders zich houden aan hun voorgestelde hogere kapitaalregels, maar ze moeten ook onmiddellijk aandringen op het herstel van de Glass-Steagall Act om federaal verzekerde banken in de VS te scheiden van de handelscasino's op Wall Street.









[Alle links, bronnen, documenten en meer informatie uitsluitend voor abonnee's]



[16 april 2024]

 

Afdrukken Doorsturen